Joseph O’Connor – De nacht is jong

Wat is de kick van de popwereld?

Engelse roman over de opkomst en val van een popband.

Het is een ieder wel bekend dat het leven van popsterren zelden over rozen gaat. De legio films over beroemde zangers of zangeressen laten allemaal zien dat drugs en alcohol hun grootste vijand zijn. Ook in dit verhaal is een band bij elkaar houden behoorlijk zwoegen geblazen. Joseph O’Connor heeft als hoofdpersoon Robbie Goulding gekozen, die zijn verhaal doet over de fictieve band The Ships (Ships in the Night), waar hij gitarist was. Maar ook zijn mede bandleden komen aan het woord, waardoor er een portret ontstaat van een introverte jongen, die regelmatig de boot lijkt te missen omdat hij niet doortastend genoeg is, of een gezonde portie zelfvertrouwen mist om verder te komen, zoals zijn vriend en collega Fran, die uiteindelijk heel hoog scoorde in de popwereld.

Het verhaal is een pakkend drama tussen twee vrienden, maar vooral ook aantrekkelijk wegens de muziek. Zou je alle in het boek genoemde liedjes en muziekstukken op internet opzoeken en afluisteren, dan ben je nog wel even bezig: de pagina’s zinderen met muziektitels, van oude klassieke popmuziek tot punk en nieuwe dansmuziek. Het geeft de lezer meteen wat klanken in het hoofd, hoe anders zou je de kick om naar muziek te luisteren kunnen overbrengen naar een groot lezerspubliek? De Engelse titel The Thrill of it All geeft het perfect aan: behalve over vriendschap gaat dit boek over de kick die je krijgt wanneer je met een vriend dromen probeert te realiseren, je naar muziek luistert en die je krijgt wanneer je muziek maakt en je eigen stijl probeert te vinden. En dat heeft O’Connor goed weten te vangen op papier.

De muziek is nooit ver weg, ook al heeft O’Connor soms de neiging om iets te veel uit te wijden. Er is bijvoorbeeld een pagina’s lange uitgeschreven ruzie tussen Robbie en zijn vader, die briljant is, maar wel iets te lang voor het verhaal. Zo komen we op Robbie’s ouders, die Iers waren en een beter leven in Engeland zochten. Ze kwamen terecht in een arbeidersstadje niet ver van Londen, Luton, waar Robbie’s dromen werden geboren. Dat het niet altijd boterde tussen de Ieren en de Engelsen is een terugkomend thema in het boek. Robbie had een goeie relatie met zijn ouders, hardwerkende mensen die het niet breed hadden, en die ook Fran, een weeskind uit een Aziatisch land, in hun hart sloten. Fran en Robbie, ooit de dikste vrienden, die van de grote podia droomden.

De band werd gevormd met celliste Trez en haar broer, drummer Séan, twee bandleden die de band nooit op de eerste plaats stelden; de een omdat ze haar studie kunstgeschiedenis af wilde maken, de ander omdat hij eeuwig zoekende was. Goede muzikanten, die met beide benen op de muziekvloer stonden, een feit dat misschien de band heeft gered.

Want The Ships werden groot, te groot misschien wel, want toen het geldlaatje begon te rinkelen, begon er ook in Fran’s hoofd een belletje over te gaan. Of bleef Fran, de perfectionist, op koers met zijn eeuwige vernieuwingen en bleef Robbie achter, niet in staat de vele alcohol te verwerken of om hogere ambities te verwezenlijken?

Het is aan de lezer om te oordelen waar de fout lag. Of is het gewoon het leven, waarin veranderingen en wegen die splitsen aan de orde van de dag zijn? De nacht is jong is niet swingend te noemen, meer een mooi soulstuk over een vriendschap tussen twee jongens die de tijd niet overleeft. O’Connor heeft bovendien zo’n levendige schrijfstijl dat het verhaal, voor muziekliefhebbers of niet, een mooie leeservaring zal bieden.

Joseph O’Connor – De nacht is jong (The Thrill of it All, vert. Harm Damsma en Niek Miedema), Ambo/Anthos 2014

Leeslinks
Over een andere Britse popgroep:
David Mitchell – Utopia Avenue
Muziek en vrienden:
Jennifer Egan – Bezoek van de knokploeg
Michael Chabon – Telegraph Avenue
Roem en verslaving:
Richard Milward – Een liefdeslied in tien verdiepingen