David Mitchell – Utopia Avenue

De cameo-roman

Engelse roman over een Engelse popgroep eind jaren zestig.

De popmuziek kwam op in Londen in de Swinging Sixties, met de Beatles en de Rolling Stones voorop. De documentaire My generation van Michael Caine geeft een aardige impressie van deze tijd, waarin niet alleen nieuwe muziek de toon aangaf, maar ook drugsgebruik werd gelinkt aan popmuzikanten, de kleding een Oosterse invloed kreeg en hippe clubs uit de grond sproten. Toen de popmuziek eenmaal de wereld had veroverd, kwamen er steeds meer nieuwe bandjes, allen op zoek naar een eigen geluid en roem.

Zo ook de fictieve groep Utopia Avenue. De Canadese manager Levon Frankland is de man die de groep in Londen bij elkaar brengt: basgitarist Dean Moss, drummer Peter Griffith (Griff), gitarist Jasper de Zoet en zangeres en toetsenist Elf Holloway. Behalve Griff schrijven ze allen eigen nummers. De groep heeft in totaal drie lp’s uitgebracht, elk deel van het boek genoemd naar een lp. Deze delen zijn weer onderverdeeld in de nummers die er op staan, elk geschreven door een ander groepslid, aan wie dat hoofdstuk is gerelateerd. De achtergrond van de meeste nummers vormen een deel van het verhaal: Dean Moss legt de boosheid over zijn vader vast in een nummer, Jasper de ontmoeting met fotografe Mekka, Elf zet haar ex-vriendje iets betaald in een nummer en verwoordt de dood van haar neefje, Dean leert van zijn arrestatie in Rome en Jasper zet zijn hallucinaire ervaringen om in muziek.

Het is jammer dat boeken geen geluid kunnen weergeven. Ik vraag me af of Mitchell met het schrijven van het boek de nummers in zijn hoofd had. Ze hebben verschillende invloeden – jazz, blues, folkmuziek – en hebben elk hun eigen stijl. Mitchell probeert in ieder geval met veel verve de muziek met woorden te beschrijven, net zoals de optredens: de op zijn Stratocaster rammende Jasper, de uit zijn dak gaande Dean op zijn bas, de hartveroverende riedeltjes op piano van Elf en de turbo-drummer Griff. Je hoopte dat je erbij was.

Ook laat Mitchell de omringende zaken niet weg; muziek was misschien zaligmakend, maar de popwereld had ook te maken met malafide managers, opgezette drugsarrestaties, praatgrage showmasters en afpersing.

Beginnend in kleine zaaltjes waar ze hun sound nog moeten vinden, klimt Utopia Avenue op tot grotere zalen die ze plat spelen tijdens hun Amerikaanse tournee. Ze leiden steeds meer het leven van bekende popsterren, zuipen in bekende uitgaansgelegenheden, logeren in het legendarische Chelsea hotel in Manhattan en ontmoeten de halve popwereld.

Voor wie het werk van David Mitchell kent – Utopia Avenue is zijn achtste roman – weet dat zijn meeste boeken een onconventioneel kantje hebben. Geen boek in dezelfde stijl, elk verhaal weer totaal anders. Behalve de karakters die ze bevolken. Die hebben de neiging terug te keren. Ook in Utopia Avenue. Niet alleen personen keren terug, het leven van Jasper wordt terug gerold naar 1800, terug naar een Hollandse handelsmissie in Japan, terug naar het boek De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet, een boek dat in 2010 uitkwam. De naam van Jasper de Zoet riep bij Mitchell-kenners vast al eerder het vermoeden op dat deze jongeman familie kon zijn van Jacob de Zoet.

Voordat dat wordt bevestigd, worden we eerst herinnerd aan een ander boek, Tijdmeters (2014), waarin de chronometrist dokter Marinus een hoofdrol speelt en nu in dezelfde functie weer even mag stralen in Mitchell’s nieuwste boek. Het is overigens het enige hoofdstuk waarbij de lezer zich achter de oren zal krabben over de bizarre inhoud, een typisch kenmerk van Mitchell. De rest van het verhaal doet als heel conventioneel aan.

Cameo betekent in de showwereld een kort optreden van een beroemdheid in een film, toneelstuk of stripverhaal, meestal bedoeld als knipoog naar het publiek. Utopia Avenue staat er vol mee. Niet alleen met personages uit Mitchell’s eigen boeken, maar een deel van de toenmalige popwereld wandelt over de pagina’s; Brian Jones, John Lennon, Frank Zappa, Janis Joplin, Jimi Hendrix, Leonard Cohen, David Bowie zijn nog maar een kleine greep uit de lijst. Er worden veelal complimentjes over en weer uitgewisseld, maar ook gesprekken, zoals tussen Jasper en Brian Jones, Dean en Frank Zappa, of Elf in gesprek over de liefde met Janis Joplin.

Laten we dit de cameo-roman van Mitchell noemen, waarin hij zijn fictieve wereld tussen de historische pop-jaren ’60 wringt. Voor de popmuziekkenners en de Mitchell-kenners een walhalla om alle verwijzingen uit te puzzelen. Voor de lezers die daar niet zoveel vanaf weten: het is een onderhoudende en uitstekende roman over een popgroep in historische setting. Een verhaal dat je, net als de meeste van Mitchell’s boeken, niet snel zult vergeten.

David Mitchell – Utopia Avenue (Utopia Avenue, vert. Harm Damsma en Niek Miedema), Meulenhoff 2020

Leeslinks
Van dezelfde auteur:
Doorgang
Tijdmeters
De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet
Dertien
Wolkenatlas
Droom Nummer Negen
De geestverwantschap
Over een andere popgroep:
Joseph O’Connor – De nacht is jong
Een soul-roman:
Micheal Chabon – Telegraph Avenue
Nog een beetje popwereld:
Jennifer Egan – Bezoek van de knokploeg