Van je hond moet je ’t hebben
Amerikaanse roman over een schrijver wiens familieleven wordt ontregeld door een hond.
Schrijver van scenario’s en boeken, Henry J. Molise, komt op een dag thuis en vindt een grote hond op zijn grasveld. Deze hond die de naam Stupid krijgt, is het startpunt voor een reeks dramatische en hilarische gebeurtenissen in het gezin van Molise, die in een groot huis in Malibu woont, met vrouw en drie oudere kinderen.
Laat het maar aan Fante over om van een kleine gebeurtenis een grotesk blijspel te maken. Ook al is Molise niet al te gelukkig met de vondst van een hond, hij is zijn vorige hond, de bullterriër Rocco, die ooit werd dood geschoten, niet vergeten. Dus stiekem is hij blij met een nieuwe hond, ook al dreigt zijn vrouw hem te verlaten wanneer de hond in huis komt. De kinderen, de een heeft een relatie met een zwarte dame, de ander dreigt er met haar vriendje vandoor te gaan en de derde laat zijn scripts door zijn moeder schrijven en wil niet in het leger, worden ook betrokken in de twist en zo begint de strijd rond de hond, waarbij familierelaties dreigen te knappen en andere zaken worden uitgevochten, gelijk een heus familiedrama.
Fante’s werk is doorspekt met een bijtend sarcasme en glorieus zelfmedelijden, waarin ook veel autobiografische gegevens zijn verwerkt. De hoofdpersonen zijn veelal alter ego’s (Bandini en Molise). Hij begon onder op de ladder, als arm immigrantenkind (Wacht tot de lente, Bandini). De romans die daarna volgden, hebben meestal als hoofdthema het gevecht van een beginnende, armoedige schrijver. In De geschiedenis van een hond (een van zijn laatste romans), treffen we een man die al gevierd wordt als scenario- en romanschrijver. Maar de twijfels over werk en familie vieren nog altijd hoogtij.
Het is een genot om na veel serieuze boeken weer eens zo’n hilarische komedie te lezen, die Hollywood en een huwelijk op de hak neemt. Zelfs de kinderen worden niet gespaard met groffe vegen uit de pan. De behoorlijk zelfingenomen schrijver, die er het liefst vandoor gaat naar Rome om daar een rustig nieuw leven te beginnen, zwalkt over een broze lijn van goed en slecht en vertelt onomwonden zijn ongezouten mening. Geen burgerzin, geen vaderschap, maar toch enigszins in het gareel.
Fante’s meeste boeken (1909 – 1983) werden voor het eerst in de jaren ’30 en ’40 gepubliceerd. Hij raakte pas echt populair in de jaren ’70, dankzij de Amerikaanse schrijver Charles Bukowski, die hem op handen droeg en zo bijdroeg aan de heruitgave van zijn belangrijkste romans. De geschiedenis van een hond kwam in 1991 in Nederlandse vertaling uit en nu dus in herdruk verschenen. Terecht, want in deze sombere tijden kunnen er niet genoeg van deze vrolijke noten verschijnen.
John Fante – De geschiedenis van een hond (My Dog Stupid, vert. Mea Flothuis), Meulenhoff 2019
Leestips
Van dezelfde schrijver:
Het volle leven
Vraag het aan het stof
Wacht tot de lente, Bandini
Dromen van Bunker Hill
Een vader en goede voornemens:
Nele Pollatschek – Kleinigheden
Schrijvers barsten los:
Bret Easton Ellis – Wit
Edgar Hilsenrath – Fuck Amerika
Bohumil Hrabal – Een driebenig paard
Nog ietsje zwarter:
Louis-Ferdinand Céline – Moord op krediet
Over een Australische hond:
Louis de Bernières – De blauwe hond
Over een andere hondenbezitter:
Sander Kollaard – Uit het leven van een hond