Jaume Cabré – De bekentenis van Adrià

Schuld en boete

Spaanse roman over de geschiedenis van een viool en een zoon van een antiquair.

De roman over Adrià Ardèvol en zijn bekentenissen aan zijn grote liefde Sara wordt wel het magnum opus van de Spaanse schrijver Jaume Cabré genoemd. Een monumentaal epos wordt het ook genoemd, want de roman is niet alleen fors in omvang, maar beslaat ook heel wat jaren Europese geschiedenis.

De leidraad door de geschiedenis heen is een beroemde viool, de eerste die vioolmaker Lorenzo Storioni maakte. De geschiedenis van dit prachtige instrument begint niet bij de maker, maar bij het zaadje van een esdoornboom, die naast een klooster in de grond geraakt en waaruit een boom groeit. Deze boom zal het materiaal leveren voor de viool, die talloze eigenaren zal kennen en uiteindelijk eigendom zal worden van de vader van Adrià.

De dramatische levensloop van de viool gebruikt Cabré om de lezer mee te nemen langs een aantal zwarte periodes in de Europese geschiedenis: de Spaanse inquisitie, medische experimenten en concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog en de Spaanse dictatuur. De monniken die zich tot en met de tijd waarin Adrià’s vader de viool krijgt, met het instrument bemoeien, waaieren uit over de halve aardbol: van Duitsland, Italië tot in Afrika. Een boeiende geschiedenis, zou je denken.

Helaas is het verhaal over de Storioni een beetje té letterlijk verweven met het andere verhaal van het boek: het leven van Adrià, zoon van antiquair Fèlix Ardèvol en moeder Carme, die hun zoon graag als een beroemd violist zagen en hem verder niet veel liefde schonken. Het verhaal van Adrià is beslist de moeite waard van het lezen. De grote gebeurtenissen in zijn leven draaien allemaal rond de Storioni en wanneer Adrià al licht dementeert, doet hij een ultieme poging om zijn leven op een rijtje te krijgen en zijn al lang gestorven liefde Sara alles op te biechten wat hem in zijn leven dreef.

Adrià groeide op in een huis waar zijn vader – de weinige keren dat hij thuis was – zich opsloot in zijn werkkamer vol met geheimen. Een van de schatten was de Storioni, ook wel de Vial genoemd, die lag weggeborgen in een kluis. Als kind mocht Adrià er een enkele keer alleen naar kijken, er op spelen was taboe. Adrià’s grootste steun en toeverlaat waren sheriff Carson en Zwarte Adelaar, beide plastic poppetjes, die raad gaven in moeilijke situaties waarin Adrià zich begaf, zoals het bespioneren van zijn vader.

Adrià’s wereld opent zich wanneer hij tegen zijn wil naar vioolles wordt gestuurd en daar Bernat tegenkomt, die een vriend voor het leven wordt. Terwijl Bernat zich ontwikkelt als een begaafd violist, trekt Adrià meer naar de talen, waarvoor hij net als zijn vader een knobbel blijkt te hebben. In weinig tijd leert hij Latijns, Grieks, maar ook talen zoals Aramees.

Het noodlot slaat toe wanneer Adrià besluit dat het tijd wordt dat zijn vriend Bernat kennismaakt met de Vial. Violen worden stiekem omgeruild, en Adrià’s vader wordt vermoord. Adria voelt zich schuldig aan de dood van zijn vader en begint daarom de queeste naar de geschiedenis van de viool, die al zoveel bloed om zich heen heeft gezien en hoopt zo de moordenaar van zijn vader te vinden. Deze zoektocht zal een flink deel van zijn leven in beslag nemen en het feit dat Adrià de Vial voor geen goud in de wereld wilt verkopen, zal hem zijn grootste liefde kosten.

Hoe Fèlix Ardèvol aan de Vial, oude geschriften en antiquiteiten kwam, komt langzaam aan het licht. En ook moeder Carmen blijkt geen voorbeeldige mams te zijn.

Adrià is een geweldig karakter: complex, passioneel, maar ook behoorlijk koel. Een echte einzelgänger die zich het liefst thuis tussen zijn boeken opsluit. Omdat Adrià en Bernat als jongens hebben afgesproken elkaar altijd de waarheid te zeggen, kraakt Adrià regelmatig Bernat’s literaire werk af, nadat Bernat zich ook op het schrijverspad heeft begeven.

Adrià zelf werkt na een serie van filosofische publicaties aan een boek over het kwaad. Het wil echter maar niet vlotten en daarom pent Adrià op de achterkant van de vellen over het kwaad, zijn bekentenissen aan Sara, die hij aan Bernat geeft om uit te typen. Het verhaal eindigt tenslotte met een verrassende ontknoping, die de rijtjes van schuld en boete, list en bedrog, verraad en liefde, vriendschap en nijd, allemaal thema’s in het boek, netjes sluit.

De geschiedenis van Adrià Ardèvol is behoorlijk complex: zijn ongelukkige jeugd, zijn schuldgevoelens, de mysteries rondom Sara en de Vial en zijn vriendschap met Bernat. Om het verhaal nog ingewikkelder te maken heeft de schrijver ervoor gekozen om de geschiedenis van de Storioni plompverloren tussen de zinnen van het verhaal over Adrià te plaatsen en dit niet in chronologische volgorde, maar de geschiedenis flink door elkaar gehusseld, totdat je niet meer weet wie de kampcommandant of de dokter was, wie van de inquisitie was, welke monnik in welk klooster thuishoorde, of in welke tijd. Sprongen in de tijd en van het ene naar het andere karakter midden in een zin storen het verhaalritme.

Cabré geeft zelf toe dat hij het de lezer af en toe best moeilijk heeft gemaakt. En ik moet zeggen: het irriteerde mij mateloos dat ik het verhaal over de Storioni slechts in brokstukken kon volgen, omdat veel van de karakters zo met elkaar werden verward dat ik behoorlijk gefrustreerd raakte tijdens het lezen. Vooral te veel monniken, maar ook doktoren of mensen die naderhand een andere naam kozen, te veel kloosters en andere locaties worden zo door elkaar gemengd dat je door de dikke soep niet veel samenhang meer kunt ontdekken.

De bekentenis van Adrià mag een magnus opus heten, en bij heel veel vlagen is het boek ook heel mooi, maar de vertelstijl krijgt van mij een behoorlijke onvoldoende, want een complex verhaal nog moeilijker toegankelijk maken, dat vind ik een martelgang.

Jaume Cabré – De bekentenis van Adrià (Jo confesso, vert. Pieter Lamberts en Joan Garrit), Signatuur 2013

Leestips
Van dezelfde schrijver:
De stemmen van de Pamano
Nog een complex maar prachtig Spaans epos:
Almuneda Grandes – Het ijzig hart
Een magistraal epos over een verblijf op Mallorca:
Albert Vigoleis Thelen – Het eiland van het tweede gezicht
Over een andere viool:
Akira Mizubayashi – Versplinterde ziel
Over een tar:
Yasmine Ghata – De tar van mijn vader