Benjamin Labatut – De MANIAC

Een historisch bommetje

Een docu-roman over de natuurkundige John von Neumann.

Toen het nazisme in Europa opkwam, Hitler zijn tanden liet zien en de jodenvervolgingen begonnen, was er een groot aantal joodse wetenschappers uit Hongarije en Oostenrijk die naar Amerika vluchtte. Daar werden ze met open armen ontvangen wegens hun baanbrekende werk. Zonder een groot aantal van hen zou de wereld er vandaag geheel anders uitzien: ze stonden aan de wieg van onder andere kernenergie, atoombommen, computers en kunstmatige intelligentie.

John von Neumann (1903 – 1957) kwam uit Hongarije en was super slim op wiskundig en natuurkundig gebied. Van de hele groep Marsmannen, zoals deze Hongaars-Oostenrijkse-Amerikaanse wetenschappers ook wel worden genoemd, was hij misschien wel de grootste, gezien de lange lijst van gebieden die hij sterk beïnvloed heeft, waaronder kwantummechanica, speltheorie, informatica, numerieke analyse en statistiek.

MANIAC en AlphaGo

De Chileense schrijver Benjamin Labatut beschrijft deze wetenschapper door de ogen van familie, vrienden en collega’s, en zo komt er een man tevoorschijn die niet alleen een fanatieke en niet te stoppen onderzoeker was, maar ook van vrouwen en feesten hield en wie weet, niet altijd eerlijk aan zijn materiaal kwam. De titel van het boek komt van een grote computer die gebouwd is dankzij Von Neumann’s briljante kennis, de MANIAC (Mathematical Analyzer Numerical Integrator and Automatic Computer Model).

In het bescheiden tweede deel van het boek speelt een latere computer een grote rol: AlphaGo, een spelcomputer die zonder Neumann’s werk ook al nooit had kunnen worden gebouwd. Het bordspel go wordt beschouwd als nog veel gecompliceerder dan schaak. Het spel vormde de ultieme uitdaging voor de makers van AlphaGo, wiens kunstmatige intelligentie moest worden bewezen in een beroemde krachtmeting in maart 2016 tussen AlphaGo en de grote Koreaanse go-speler Lee Sedol. Er werden vijf sets gespeeld.

Manhattan Project

Het is een razend interessant onderwerp, getuige wel de film Oppenheimer van Christopher Nolan die dit jaar (2023) uitkwam. Deze gaat over Robert Oppenheimer, de leider van het beruchte Manhattan Project, waar in het diepste geheim gewerkt werd aan de ontwikkeling van de atoombom en waar ook Von Neumann werkte. De twee laatste romans uit 2022 van Cormac McCarthy, Stella Maris en De passagier, gaan over een broer en zus wiens vader een wetenschapper was die ook meewerkte aan het Manhattan Project. De zus is wiskundige en meerdere passages gaan over wetenschappers en collega’s van hun vader, waaronder Oppenheimer en Von Neumann.

Interessant onderwerp

Het onderwerp van De MANIAC is dus in goed gezelschap. Maar wat de uitwerking betreft, was ik teleurgesteld. Wanneer je niet in deze wetenschappelijke wereld thuis bent, komt er een vracht namen op je af en ook nog eens een heleboel wetenschappelijke termen en ideeën, waardoor het lezen best wel een uitdaging wordt. Bij vlagen redt het schrijfwerk het wel om de aandacht vast te houden, bij vlagen echter heb je toch even het idee dat je een pagina van de Wikipedia aan het lezen bent. Net zoals de beschrijving van de beroemde go-wedstrijd tussen Sedol en AlphaGo, dat eerder op een verslag van een sportwedstrijd lijkt, omdat Labatut er zoveel mogelijk informatie in heeft willen stoppen.

De film Oppenheimer is populair door de goede regie en het acteerwerk. De boeken van McCarthy zijn nu eenmaal uniek, ook al had ik ook in die boeken wat moeite met de weinige pagina’s waarop eventjes flink werd uitgeweid over al die wetenschappers die zoveel aan de wereld hebben veranderd, ten goede én ten slechte. De MANIAC moet het puur hebben van zijn onderwerp.

Goed of fout

De MANIAC begint met de natuurkundige wetenschapper Paul Ehrenfest, die in 1933 zelfmoord pleegde. Hij was al een tijdje depressief wegens de steeds donker wordende wereld, maar ook omdat hij sommige wetenschappers verweet veel te gevaarlijke zaken te ontwikkelen, zoals de kwantummechanica. Het boek eindigt met de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Benjamin Labatut heeft hiermee in ieder geval wel de heikele kwestie aangekaart over het nut van de wetenschap.

Het boek wordt terecht ook wel een docu-roman genoemd, de fictieve kant ervan is flinterdun. Non-fictie is nooit mijn meest geliefde genre geweest, en al helemaal niet wetenschappelijke boeken. Fictie kan je een heleboel leren over de wereld en zijn geschiedenis, maar dan wel op een speelsere wijze dan Labatut heeft gedaan met De MANIAC. Toch is het boek door menige criticus lovend ontvangen, en dat mag ook wel, omdat het voor de lezer die niet bang is voor de soms wat saaie schrijfstijl, de vele historische personages en de lange rits aan wetenschappelijke ontwikkelingen, het enorm interessant is en zeer actueel.

Benjamin Labatut – De MANIAC (The MANIAC, vert. Dirk-Jan Arensman) Meridiaan Uitgevers, 2023

Leestips:
Over dezelfde groep wetenschappers:
Cormac McCarthy – De passagier
Corman McCarthy – Stella Maris
Over wiskunde:
Apostolos Doxiades – Oom Petros en het vermoeden van Goldbach
Daniel Kehlmann – Het meten van de wereld
Ethan Canin – Handboek van een twijfelaar