Charles-Ferdinand Ramuz – De grote angst in de bergen

De wraak van de natuur

Zwitserse roman over een dorp en een gevaarlijke bergweide.

Wat een feest: een bijna honderdjarige roman (gepubliceerd in 1926), die niet onderdoet voor hedendaagse ‘berg-romans’, eindelijk in het Nederlands vertaald, dankzij een vertaler die zijn hart aan een Zwitserse schrijver had verpand. Een tijdloos verhaal waarin jongeren in een bergdorpje een geloof van de ouderen wegwuiven als aanstellerij.

Het verhaal over een hoge alpenweide onder een gletsjer en over dorpelingen beneden in het dal is ruig en simpel. Het is een boerengemeenschap waar hard wordt gewerkt en alles wat kan helpen om uit de armoede te blijven, is meegenomen, zoals het hoeden van vee op de malse alpenweide Sasseneire. Ondanks dat de ouderen zeggen dat die het ongeluk aantrekt, zoals twintig jaar geleden, wordt na een dorpsstemming beslist dat de weide twee maanden kan worden opengesteld voor vee en hun herders. Zeventig koeien worden een tijdje later door de dorpsgemeente onder luid gefeest naar boven gebracht, waar de zeven mannen, die zich voor dit avontuur hadden aangemeld, in de opgeknapte berghut hun bivak kunnen opslaan.

Hoge bergen hebben voor ons, vlakke-land-bewoners, altijd iets mysterieus en spannends, zeker wanneer het een gevecht betreft tussen de mens en de woeste natuur, omringd door hoge reuzen. Zo ook hier, waar rampzalige, geheimzinnige gebeurtenissen uit het verleden vanaf de eerste bladzijde hun stempel op het verhaal zetten. We kunnen enkel raden naar wat toen gebeurde, terwijl een nieuw noodlot zich in beweging zet.

Het begint bij de dertienjarige Ernest, die als kind en manusje-van-alles mee ging met de andere zes mannen. De spanning die er vanaf de eerste nacht hangt, geeft hem nachtmerries en bevend van angst en doodziek keert hij terug naar de warme armen van het dorp. Er is de liefde tussen Joseph en Victorine. Joseph heeft zich als herder aangesloten bij de andere mannen, om zo snel mogelijk geld voor een uitzet bij elkaar te verdienen, opdat ze snel kunnen trouwen. De liefde wordt dusdanig op de proef gesteld, dat het fatale gevolgen heeft. En zo raken de gebeurtenissen op gang, tot de machtige apotheose, waarin de bergen wraak nemen op de mens.

De grote angst in de bergen is een kleine juweel: bikkelhard, ruig, spannend en zeer beeldend geschreven. Het dorp in het dal, de weg de bergen in, de alpenweide Sasseneire, de woeste spitsen er omheen, de zon met haar immer veranderende licht, het voelt alsof je een film binnenstapt. De personages lijken ondergeschikt, nietig en voorspelbaar: de slechte man Clou, de naïeve Barthélémy, de romantische Joseph, de lakse voorzitter Prâlong, de onbetrouwbare Modesto; maar zij zorgen juist voor een verhaal boordevol spanning en drama.

De in 1878 geboren Charles-Ferdinand Ramuz was niet zomaar een Zwitserse schrijver. Hij leefde in Lausanne en in Parijs, waar zijn boeken niet altijd op waarde werden geschat wegens zijn vrije-plattelands-stijl. Een “moderne anti-modernist”, noemt vertaler Rokus Hofstede hem in zijn leerzame nawoord, waarin hij ook gewag maakt van de polemiek tussen toenmalige schrijvers over dit zo genoemde Ramunisme. Ramuz, wiens verhalen grotendeels op het platteland en in de bergen spelen, ontwikkelde een spreektaal in “grootse boerse stijl”, waardoor hij werd weggezet als iemand die simpele streekromans schreef. Maar er is meer aan zijn stijl op te merken: hij schuwde geen herhalingen, schreef haast filmisch, draaide voortdurend van perspectief en gebruikte meerdere werkwoordsvormen in één zin. Uiteindelijk kreeg hij toch de eer die hij verdiende: vanaf vijftig jaar na zijn dood in 1947, siert zijn “hoekige, besnorde kop” de Zwitserse biljetten van 200 euro en in 2005 werd zijn werk heruitgegeven in de prestigieuze Pléiade-reeks van de Franse uitgeverij Gallimard. En nu is er eindelijk een fraaie Nederlandse vertaling.

Rokus Hofstede wijst in zijn nawoord ook op de actualiteit van dit bijna antieke boek: de opwarming van de aarde en de domme mens, die de rampen te laat of helemaal niet ziet aankomen. Nog een rede om dit kleine, doch indringende verhaal van onder de tweehonderd pagina’s te lezen, warm bij de kachel, even de natuurkrachten buitengesloten.

Charles-Ferdinand Ramuz – De grote angst in de bergen (La Grande Peur dans la montagne, vert. Rokus Hofstede), Uitgeverij van Oorschot, 2019

Leestips
Over een kluizenaar op een alpenweide:
Claudio Morandini – Sneeuw, hond, voet
Over een ander Zwitsers bergdorp en zijn alpen:
Arno Camenisch – Sez Ner trilogie
Zwitsers en hun koeien:
Beat Sterchi – Koe
Lukas Maisel – Tanners erf
Bergromans:
Thomas Willmann – Het duistere dal
Jochen Rausch – Oorlog
Jón Kalman Stefánsson – Het verdriet van de engelen
Paolo Cognetti – De acht bergen
Paolo Cognetti – De buitenjongen
Over het hoeden van rendieren:
Ann-Helén Laestadius – Slechts een diefstal