Nhung Dam – Duizend vaders

Immigrantenblues

Nederlandse roman over de dochter van Vietnamese vluchtelingen in een ijskoud dorp.

De elf-jarige Nhung, dochter van Vietnamese bootvluchtelingen, groeit op in een noordelijk dorpje waar het water trekt aan het land, en sinds haar vader zijn gezin in de steek heeft gelaten, komt er geen einde aan de winter. Eenmaal in het dorp, kun je er niet meer uit. Nhung en haar moeder worden belaagd door Kwade Tante, die bij de Chinezen gokschulden heeft en de enige persoon waarbij Nhung zich goed voelt, is een vreemdeling, Amour, die recentelijk met zijn boot in het dorp is aangekomen. Nhung droomt ervan het dorp te kunnen verlaten en haar vader te vinden.

Nhung staat alleen in het leven, met het ene been in haar ouderlijke, traditionele Vietnam, het andere been in de nuchterheid van een westerse maatschappij, letterlijk en figuurlijk ijskoud. Haar vader weg, haar moeder langzaam uit beeld glijdend door depressiviteit. Nhung probeert in Amour een vader te vinden, maar deze vreemde vogel heeft andere dingen aan zijn hoofd. Later zal de vader van een vriendinnetje zich over Nhung ‘ontfermen’. Maar het leven zit niet mee en als kind heeft ze heel wat weg te slikken.

Alhoewel er niet wordt aangegeven in welk land het verhaal speelt, is het wel duidelijk de Noord-Nederlandse klei, waar de schrijfster zelf ook opgroeide (Beijum). Er worden fraaie vergelijkingen gemaakt tussen haar oorspronkelijke cultuur (Vietnam) en de nuchtere Nederlandse cultuur, en dat zet door in de stijl, want het is een on-Nederlands, dramatisch verhaal, haast poëtisch geschreven, met een randje magisch realisme. Weinig nuchtere Nederlanders die onze taal zo mooi weten om te vormen tot literatuur. Daarvoor heb je kennelijk wat ‘buitenlands’ bloed nodig, die de remmingen wegnemen om met de taal en het verhaal te spelen. Je ziet het in andere romans van schrijvers met een immigrantenafkomst, zoals Abdelkader Benali (De langverwachte), Mohammed Benzakour (De koning komt), Hafid Bouazza (Paravion) of Murat Isik (Verloren grond).

Het verhaal over een meisje dat steeds eenzamer wordt en probeert haar droom te verwezenlijken, is zowel aandoenlijk als schokkend. Niet alleen spat het bloed soms van de bladzijden, de Chinese maffia, verraad en ander misbruik zijn kleine thema’s die door de verhaallijn sluipen en het extra lading geven. De liefde voor haar moeder, die ze constant nieuw leven in probeert te blazen en de liefde voor haar enige trouwe metgezel, de kraai Pirouette, vormen de tegenhangers van al dat geweld. Op de achtergrond een dorp dat zowel duidelijk Nederlands is, met al zijn wetten en gewoontes, als fictief: de eeuwigdurende winter en het feit dat men niet meer uit het dorp weg kan. Al met al genoeg ingrediënten voor een on-Nederlandse roman, die misschien met zijn dialogen niet helemaal uit de verf kwam, maar toch een prachtig verhaal is over een kind dat worstelt met haar identiteit en Nederlandse nuchterheid.

Nhung Dam – Duizend vaders, De Bezige Bij 2017

Leestips
Vietnamese vluchtelingen in Frankrijk:
Linda Lê – De schikgodinnen
Immigranten in Nederland:
Kader Abdolah – De reis van de lege flessen
Abdelkader Benali – De langverwachte
Vietnamese immigranten in Amerika:
Ocean Vuong – Op aarde schitteren we even
Viet Thanh Nguyen – De sympathisant
Immigrantenouders:
Najat el Hachmi – De laatste patriarch
Ernest van der Kwast – Mama Tandoori
Marina Lewycka – Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne
Bootvluchtelingen in Australië:
Zana Fraillon – The Bone Sparrow