George M. Oswald – Alles wat telt

Geld is niet alles wat er blinkt

Duitse zwarte satire op het yuppendom van de zakenwereld en criminele geldmakers.

Thomas Schwarz werkt op een bank bij de hypotheekafdeling en is belast met de taak mensen die hun hypotheek niet meer kunnen betalen alles af te pakken. Hij vindt het heerlijk om deze mislukkelingen tot op het bot uit te persen en hij wil afdelingshoofd worden. Daarin wordt hij gedwarsboomd door een tijdelijk afdelingshoofd, Frau Rumenich, die hem expres een van de meest hopeloze zaken geeft die al sinds mensenheugenis op de bank ligt. En deze zaak, waarvan hij nachten wakker ligt, drijft hem tot wanhoop. Wanneer hij denkt toch alles een beetje op een rijtje te hebben gezet, en hij helemaal blij zich een kater zuipt op een personeelsfeestje en hij zich de volgende dag verslaapt, weet hij dat het met hem gedaan is.

Ook zijn vrouw vertrekt voor een week naar een tante, maar Thomas weet wel zeker dat die week veel langer zal gaan duren. En zo krijgt Thomas alle tijd om de wereld om hem heen eens op zijn gemak te verkennen. Hij begint bij het vage fitnesscentrum dat onder zijn woning is gevestigd en een meubelwinkel, waarvan de honden geen brood lusten. De wat duistere eigenaren worden op de een of andere manier Thomas’ vrienden en voor hij het weet laat hij zich voor hun karretje spannen. Zo komt Thomas in een nieuwe financiële wereld, die hij nog niet helemaal kende.

Georg M. Oswald is jurist en een jonge Duitse schrijver (1963), die naast eerder gepubliceerde boeken al menig verhaal heeft geschreven voor de grote Duitse kranten en tv. Hij wordt beschouwd als tegendraads schrijver en dat is duidelijk in het boek terug te vinden. Het boek kreeg op de Frankfurtse Buchmesse de Internationale Prijs 2000.

Alles wat telt is een heerlijke zwartgallige satire over niet alleen de gangbare geldwereld, maar ook over het tegenovergestelde geldmakerscircuit van de criminelen. Thomas ziet het yuppendom van de snelle jongens in mooie pakken als leeghoofden die alleen maar aan geld denken. Kun je het je veroorloven met je geld je uiterlijk te kopen, dan heb je het gemaakt. Vreemd voor Thomas is echter de ontdekking dat de criminelen, die immers ook alleen achter geld aanzitten, er ogenschijnlijk iets meer plezier aan beleven, die de kledingetiquette aan hun laars lappen, die het geld nog sneller binnenkrijgen en het zodoende ook sneller kunnen uitgeven. Oswald weet deze twee werelden perfect af te beelden met alle cliché’s die we ervan kennen.

Behalve deze satire zorgen verschillende onverwachte wendingen ervoor dat het een originele en spannende roman is. Oswalds schrijfstijl is in het begin wat droog, maar eenmaal gewend aan de schrijfstijl wordt die stijl juist de kracht van het boek.

In de verte doet het verhaal denken aan Het vreugdevuur der ijdelheid van Tom Wolfe, waarin ook een sociale neergaande spiraal inzet, waarvan je meteen aanvoelt dat het verhaal nooit meer goed kan aflopen. Maar Oswald heeft hier een geheel eigen draai aan gegeven.

Nog een pluspunt in Alles wat telt is dat Oswald niet een uiterste cliché-yup als hoofdpersoon heeft genomen, Thomas is tenslotte maar bankbediende. In weze wordt zijn verhaal daarom ook veel reëeler: iedereen kan dit overkomen. Het gaat over sommen geld die voor iedereen te behapstukken zijn. Wanneer het over miljoenen was gegaan, of de hoofdpersoon in een riant penthouse met een Porsche had gezeten, was het al een meer ‘ver-van-mijn-bed’-show geweest. Dat is de kracht van Oswalds verhaal: hij vertelt over de alledaagse wereld.
Een leuk boek over een wereld die om de hoek kan liggen, maar waarvan de meesten van ons enkel de etalage zien.

George M. Oswald – Alles wat telt (Alles was zählt, Gerrit Bussink), De Geus, 2001

Leestips:
De financiële wereld:
Hernan Diaz – Vermogen
Yuppen uit de financiële wereld:
Jonas Lüscher – Het voorjaar van de barbaren
Nog een roman over duister geld:
Nol de Jong – Zwart geld
Over sociale teloorgang:
Michel Houellebecq – Platform
Tom Wolfe – Het vreugdevuur der ijdelheden