A. den Doolaard – De goden gaan naar huis (1966)

Een paard van Troje

Nederlandse roman over de Elgin Marbles, ruimtevaart en een levensbedreigende virus.

Er worden heel wat boeken uit de jaren ‘50, ‘60 herontdekt door uitgevers. Veel spelen rondom een wereldoorlog en komen uit Oostbloklanden (Alexander Hernet-Holenia – Het blauwe uur, of Josef Wittlin – Het zout der aarde). In een hoek van de boekenkast vond ik een corona-achtige-roman uit 1966, en wel van eigen bodem: A. den Doolaard. Bekende romans van hem zijn De druivenplukkers en De herberg met het hoefijzer. Maar hij schreef talrijke andere romans, naast stapels non-fictie en heel veel krantenartikelen. Je vraagt je bijna af waar hij de tijd vandaan haalde om te schrijven: hij reisde heel Europa af, het liefst door de Balkan landen, maar ook Griekenland kon zich verheugen op bezoeken van hem, én een bescheiden lijst aan boeken over het vroegere Griekenland, waar het toerisme nog in de kinderschoenen stond.

Mijn tweede land is Griekenland, dus ik probeer zoveel mogelijk romans te lezen die zich in dit mediterrane land afspelen. Zo had ik ook een stapeltje oude boeken liggen, waar ik jaren niet naar heb omgekeken, tot deze zomer, toen ik een inventaris maakte over nog te lezen boeken. Daarbij kwam De goden gaan naar huis van A. den Doolaard bovenop de stapel te liggen, een boek dat echter behoorlijk actueel is omdat het over een dodelijk virus gaat dat de wereld dreigt te verzwelgen.

Toevallig wordt er deze maand een fietstocht van 3000 km gehouden, van Londen naar Athene: “Bring them Back’: 5 cyclists, 14 days 3000 kms.” Het moet de aandacht vestigen op de marmeren beelden van het Partenon (Elgin marbles) die – sinds ze begin 1800 werden geroofd van de Akropolis in de Griekse hoofdstad, toen nog het Ottomaanse rijk – nog steeds staan te suffen in het Brits Museum te Londen. Die moeten terug. Laat dat maar aan dr. Nikos Grammatikakis over, een Griekse professor die alles inzet om de beelden weer uit te laten kijken over Athene. In het boek van Den Doolaard dan.

Nikos’ broer Kostas geeft een krant op Kreta uit, maar is vooral geïnteresseerd in nieuwe technieken en de ruimtevaart. De twee broers voeren menige discussie over het nut van raketten en de gevolgen van ruimtereizen. Er vindt een reisje naar Mars plaats, waar ruimtevaarders een geslaagde landing hebben gemaakt en terugkeren naar aarde. De landing op aarde ging dan niet volgens planning, maar het land juicht en klapt, niet wetende dat ze eigenlijk een paard van Troje hebben binnengehaald.

Den Doolaard heeft hiermee een onderhoudend, bij vlagen hilarisch verhaal geschreven, waarin de computer nog lang geen gemeengoed was, laat staan mobiele telefonie. Waarin de wapen- en ruimtewedloop op heerlijke wijze worden behandeld. Waarin nog sceptisch wordt aangekeken tegen ruimtereizen, want men was zich wel al bewust van de fragiliteit van de aarde. Waar het Griekse eten nog simpel en smakelijk is – tzatziki en souvlaki – en de Plaka nog net niet onder de voet wordt gelopen door toeristen. Volop thema’s die actueel zijn. Net zoals de Elgin marbles. Ook al is het gedateerd, het is vlot geschreven en er valt heel veel leesplezier mee te behalen: het is een onderhoudend feest der herkenning. Wat een heerlijk boek! Het vraagt om een heruitgave.

A. den Doolaard – De goden gaan naar huis, Querido 1966

leestips
Griekenland voor de grote stroom toeristen:
Bertus Aafjes – Griekse kusten
John Fowles – De magiër
Marie Stahlie – Honderd deuren
Henri Miller – The colossus of Maroussi
Lawrence Durrell – Bitter Lemons (Cyprus)
Oud Griekenland:
Pavlos Mátesis – De oude
Zyranna Zateli – En op het uur van de wolf komen zij terug