Szczepan Twardoch – De koning

Daarom had God geen genade voor deze vervloekte stad

Poolse roman over de joodse maffia in Warschau voor de Tweede Wereldoorlog.

Er zijn niet veel romans die je achterlaten met een waow-gevoel. En al helemaal geen over een sombere wereld van de gewelddadige onderwereld en de benauwende tijden van voor de Tweede Wereldoorlog. Niet mijn werelden, maar dit is wel helemaal mijn boek: een prachtig literair juweel.

Een van de krachten van het verhaal is de verteller: een gepensioneerde generaal in Israël, die terugblikt op zijn leven: Moisje Bernstein of Mosjee Inbar? Meteen op de eerste pagina word je al onzeker gemaakt:

Ik heet Moisje Bernstein, ik ben zeventien jaar en ben geen mens, ik ben niemand, ben er niet, besta niet.

en

Ik heet Mosjee Inbar, ik ben zevenenzestig jaar. Ik heb mijn naam veranderd. Ik zit achter mijn typemachine en schrijf. Ik ben geen mens. Ik heb geen naam.’

De verteller zet dan ook geregeld vraagtekens bij de anekdotes over vroeger, er niet meer zeker van of hij ze wel beleefd heeft. Hij is verward, dat wordt steeds duidelijker.

Walvissen moeten tot de verbeelding spreken van menig oostelijk land, niet gelegen aan de zee. De Hongaarse László Krasznahorkai voerde al een walvis op in zijn prachtige roman De melancholie van het verzet. Deze vis was als een paard van Troje voor een revolutie. Ook de Poolse Twardoch laat een potvis door zijn verhaal zwemmen. Deze vis genaamd Litani zweeft boven de stad Warschau en het leven van Moisje Bernstein, als een alziende god of een groot geweten, die de boel in de gaten houdt.

De joodse Moisje noch de jood Jakub hadden een god, aan wie ze verantwoording moesten afleggen. Moisje verloor zijn geloof toen Jakub zijn vader aan zijn baard uit de woning sleepte. Jakub Shapiro, de koning om wie het allemaal draait in deze roman. Een bokser en de rechterhand van Peet Kaplica, peetvader van de joodse maffia in Warschau, tussen de twee wereldoorlogen in. Jakub Shapiro, bij wie elke vrouw zich veilig waande, een grote, sterke rots in de woelige tijden, toen de joden steeds verder in de verdrukking werden geduwd. En ook al geloofde Jakub in geen god, het jodendom moest wel verdedigd worden. Jakub Shapiro, die zonder zijn bokshandschoenen een gewetenloze moordenaar was.

Mosjee Inbar, generaal in ruste in Israël, is niet zo zeker van dat geweten van Jakub. Waarom nam hij anders Moisje onder zijn vleugels, nadat hij Naum Bernstein, vader van Moisje, in meerdere stukken had gehakt en de diverse lichaamsdelen in evenzoveel leemgroeven had achtergelaten.

Moisje kreeg boksles, werd de schaduw van Jakub en mocht zelfs bij hem thuis wonen, waar Jakub’s lieve vrouw Emilia en zijn twee zoons, met liefde plaatsmaakten voor dit half verweesde jongetje. Ondanks dat Jakub zijn vader had vermoord.

En zo raakt Moisje in het oog van een complexe strijd in Warschau, waarin meerdere partijen steeds feller tegenover elkaar komen te staan: socialisten, falangisten, joden, fascisten en maffia, allemaal proberen ze hun invloed op de politiek te versterken. Peet Kaplica, gerespecteerd maffia-baas, zijn rechterhand Jakub Shapiro, door iedereen met vrees gegroet, zijn linkerhand Pantaleon, een gewetenloze moordenaar met letterlijk twee gezichten, ze komen steeds meer in de verdrukking.

Een van de verzamelplekken van de Kaplica-bende is het bordeel van Ryfka, die haar hoertjes, ook al is het soms onder bedreiging, aanbiedt aan de hoge heren van de stad, maffia of politicus, ze komen er allemaal. Jakub misschien wel het meest van allen, ook al giet hij zich alleen maar vol aan de bar. Moisje zal uitvinden dat Jakub daar niet alleen voor Kaplica zit.

En zo ontvouwt zich een kleurrijk maar wreed verhaal rondom een jongetje, dat de bokser Jakub op handen draagt. Terwijl Hitler in Duitsland opstoomt naar de macht en de fascisten steeds meer te vertellen krijgen, smeden steeds meer joden, zoals de broer van Jakub, plannen om Polen te verruilen voor het beloofde land Palestina. Uiteindelijk belanden we zelfs in een smartelijk liefdesverhaal.

Het verhaal is meesterlijk verteld in prachtige en beeldende taal, met een aantal verrassende wendingen en onderhoudende dialogen. De oude stad Warschau met zijn verloederende volkswijken en de betere wijken als achtergrond. Met een onbetrouwbare verteller, die schakelt van Israël en zijn herinneringen, naar de vaak wrede gebeurtenissen in Warschau. En Jakub? Deze trouwe rouwdouwer wint al snel het hart van de lezer, ook al maakt hij regelmatig verkeerde beslissingen in zijn leven.

Ik was stil toen de laatste pagina moest worden omgeslagen. Met een knoop in mijn buik. Van emotie. En genot. Wat een meesterlijk boek!

Szczepan Twardoch – De koning (Król, vert. Charlotte Pothuizen), Nieuw Amsterdam 2020

Leestips:
Van dezelfde schrijver:
Het zwarte koninkrijk
Een bokser en de Tweede Wereldoorlog:
Eduardo Halfon – De Poolse bokser
De joden en Warschau:
Ollivier Pourriol – De Mefistowals
Marcin Wicha – Dingen die ik niet heb weggegooid
Over een andere walvis:
László Krasznahorkai – De melancholie van het verzet
Joodse maffia:
Nathan Englander – Het Ministerie van Buitengewone Zaken