Joost Niemöller – Broers

Sensatie en stilte

Roman over de Amsterdamse kunstscene in de 80er jaren.

Rudolf Verburg komt uit een familie van zwijgers. Daarom heeft zijn moeder hem aangeraden al zijn bevindingen op te schrijven. Een dagboek dus, dat begint in 1969, waarin hij meteen melding maakt van het storende feit dat zijn vader in Duitsland is vermoord: “Ze stonden om hem heen en schoten erop los met hun kogels en geweren.” Deze gebeurtenis moet ook invloed hebben gehad op zijn oudere broer Johan, die kunstenaar is en Rudolf altijd vol goede raad stopt. Maar op 29 September 1972 verdwijnt Johan met de noorderzon. Naar New York. Maar zeker is Rudolf daar niet van, ook al snoeft hij tegen zijn vrienden over een broer in die beroemde kunststad. In 1975 ziet hij zijn broer voor de laatste keer en vertelt deze hem over het pakket brieven die zijn vader heeft achtergelaten en die een nieuw licht zullen werpen op zijn dood. Maar Johan vindt het te gevaarlijk Rudolf deze brieven te overhandigen.

In 1982 is Rudolf inmiddels journalist, eerst bij Arbeit, een jong en modern tijdschrift en vervolgens voor een krant. Zijn vrienden en vriendinnen bewegen zich in het kunstenaarsmilieu, waar Hans Decker en Frank van Maastricht de scepter hanteren. Wanneer jaren later na een aanslag op Hans Decker ook Rudolf probeert te bedenken wat er kan zijn gebeurd, duiken ook weer geruchten de kop op over de brieven van zijn vader en vraagt Rudolf zich af wat er van zijn broer is geworden.

Sleutelroman over de Amsterdamse kunstscene uit de jaren 80. Het was een tijd van snoeven en vertoeven: een tijd van erbij horen, van het achternajagen van een tijdsgeest die werd aangevoerd door kunstenaars. Het was een tijd waarin alle kunst mogelijk was op allerlei plekken. In Amsterdam waren het krakersbolwerken zoals o.a. Aorta en Warmoestraat 139 die ruimte gaven aan allerlei kunstuitingen. Daarnaast bestond er een zeer levendig kroegencircuit, waar men de avond begon in het Paleis, en waar de avond met de sluiting van de Mazzo of de Richter nog lang niet beëindigd was. Dan begon het circuit van de meer duistere kroegen met de meer obscure klanten, uiteraard onder invloed van voornamelijk het witte goud. De kunstenaar die als meest bekende uit die jaren rolde was Rob Scholte, en dit was niet alleen vanwege de aanslag die er op hem werd gepleegd in 1994.

Joost Niemöller, zelf hoofdredacteur van het succesvolle muziektijdschrijft Vinyl uit de jaren 80, probeert met zijn boek Broers deze jaren weer te laten herleven. Hij probeert de schimmige relaties weer te geven die in dat decennium leefden: veel geroddel en elkaar naar de kroon steken door hetgeen men beleefde of wie men kende. Een chaotische periode waarop men op een avond van voorstelling zus naar gebeurtenis zo verhuisde, waar men op openingen aanwezig ‘moest’ zijn om erbij te horen, waarbij men van kroeg tot kroeg ging onder het genot van een stevige snuif, een tijd waarin kunstenaars hun eigen café’s openden of hun eigen galerietje dreven. Als herkenningspunten in Broers vinden we de personen Hans Decker die door zijn ‘plaatjes stelen’ en de aanslag uiteraard aan Rob Scholte doet denken, Frank van Maastricht, die aan de poëet Koos Dalstra doet denken en ergens in de periferie doolt ook nog de fotograaf Paul Blanca rond als het duistere maatje Kerban. Dit trio stond na de aanslag op Rob Scholte weer stevig in de schijnwerpers omdat Scholte als eerste reactie met een beschuldigende vinger naar zijn ‘vrienden’ wees: Dalstra en Blanca. Toen bleek hoe een groep kunstenaars zwaar was afgezakt naar de Wallen en het criminele milieu.

Maar er waren meer kleurrijke kunstenaars in die jaren, zoals Peter Klashorst, nu o.a. bekend om zijn portretten van Afrikaanse dames waarvoor hij een tijdje vast zat in Kenia, en Peter Gielen die in 1999 overleed en waarop tijdens zijn begrafenishappening een van zijn ‘projecten’, de Amsterdamse discotheek Roxy, in vlammen opging. Roerige gebeurtenissen die hun wortels hebben in de jaren 80.

Maar Niemöller heeft als boegbeeld en omslag voor Broers gekozen voor het autowrak van de aanslag op Scholte, wat hinderlijk is voor het verhaal, want je hoopt dat Niemöller misschien een antwoord heeft op de vraag ‘wie deed het?’, of tenminste met een nieuwe invalshoek aan komt zetten. De aanslag op Scholte is tot op heden nog steeds niet opgelost en nieuwe invalshoeken, behalve de overbekende geruchten, draagt het boek Broers ook niet aan. Dat is wat er mist in het boek: waarom werd Rudolfs vader vermoord, wat is er van Johan geworden en wie heeft de aanslag gepleegd? Het blijven open vragen, want eenmaal alle roddels en achterklap op een rijtje gezet is het uit met de pret en vertrekt Rudolf naar Parijs, waar hij een punt zet achter al zijn vragen. De jaren 80 zijn over en uit.

Potentieel spannende verhaallijnen die als een nachtkaars uitgaan kunnen de eigenzinnige en bij vlagen scherpe schrijfstijl van Niemöller niet geheel redden. Of zijn wij als lezers op het verkeerde been gezet door referenties aan moord en doodslag, en is Rudolf de 80er jaren versie van Frits van Egters uit Reve’s De avonden? Een moderne Frits die zich beweegt tussen veel rook met weinig vuur. Want feit is dat Rudolf eerst altijd in de schaduw van zijn broer en vervolgens in zijn eigen schaduw stond. Het is een onzekere persoon, die zo zijn best deed erbij te horen, maar die zich niet over zijn eigen drempel heen kon zetten.

Niemöllers kijk op de 80er jaren is enigszins saai en net zo depri als de muziek van Joy Division. Maar er zijn mensen die van Joy Division houden en die met nostalgie terugkijken naar die woelige jaren 80, waar de kunst op menige hoek van de Amsterdamse straten welig tierde. Vandaag de dag moeten we het doen met overbevolkte House party’s, de Stopera en filmsterren in het Stedelijk Museum.

Was het boek niet gestigmatiseerd met de ontplofte auto van Rob Scholte op de omslag, had Niemöller een minder spraakmakende kunstenaar uitgezocht uit die tijd, had hij zijn thema ‘broers’ niet laten ondersneeuwen door sensatie-onderwerpen zoals moord en aanslagen, roddel en achterklap, dan was het een mooi boek geweest, want het verhaal van Rudolf Verburg die zijn broer mist is tussen al die turbulentie best een ontroerend en mooi geschreven verhaal van iemand die op zoek is naar zijn plaats in de maatschappij.

Joost Niemöller – Broers, De Bezige Bij, 2002

Leestips
Van dezelfde schrijver:
Deltablues
De dood, de stad, de rug tegen de muur
De spier, Wraak!
Nog meer boeken over de jaren 80:
Fons Dellen – De kunst, het meisje, de stad
A.F.Th. van der Heijden – Advocaat van de hanen
Natasha Gerson – Staalplaat
Leon Gommers – De ziel van de kakkerlak
Twijfelende zielen:
Gerard van ’t Reve – De avonden