Alon Hilu – De dood van een monnik

Een ‘Bloedsprookje’

Moderne Israëlische interpretatie van de Damascus affaire.

Op 5 februari 1840 verdween in Damascus de Italiaanse Franciskaner monnik Thomas en zijn Griekse bediende. De internationale bevolking van Damascus, die in die tijd uit vooral joden, christenen en moslims bestond, wezen al snel met de vinger naar één bevolkingsgroep: de joden. Die werden ervan verdacht de monnik als slachtoffer te hebben uitgekozen voor rituele doeleinden.

De ‘Damascus affaire’ werd wereldwijd bekend omdat veel landen, zowel Europese landen als ook Amerika, protest aantekenden tegen de gevangenneming en marteling van diverse joden die van de moord verdacht werden. Onder internationale druk moest de Egyptische Mohammed Ali, die toen over Syrië heerste, tenslotte de laatste gevangenen vrijgelaten. Deze affaire wordt gezien als de aanleiding voor de joden om zich te organiseren, waaruit later organisaties ontstonden zoals de Alliance Israélite Universelle en kranten zoals The Jewish Chronicle (Londen).

De dood van een monnik is de debuutroman van de Israëlische schrijver Alon Hilu, die vroeger voor de radio schreef, vervolgens toneelspelen schreef en enkele korte verhalen publiceerde. Op heel originele wijze heeft hij deze beruchte affaire als uitgangspunt voor zijn roman genomen.

Omdat nooit is uitgekomen wat er met de monnik Thomas is gebeurd, heeft Hilu de vrijheid genomen om de lezer te confronteren met het gefantaseerde verhaal van de monnik Aslan Farhi. Deze vertelt en dicteert op zijn doodsbed het gruwelverhaal van zijn daden, toen hij nog jong was en net onder de vleugels van zijn moeder vandaan kwam.

Zelden leven we mee met een hoofdpersoon wiens daden zo in en in slecht zijn. Want in Hilu’s verhaal is het Aslan die aan de wieg staat van deze vreselijke Damascus Affaire. Aslan is een onzekere joodse jongen, altijd gepest op zowel de thoraschool als thuis, die door zijn moeder stiekem in vrouwenkleren werd gestoken en van zijn vader, een zakenman, geen aandacht maar slaag kreeg.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat Aslan, wanneer hij het seksuele leven gaat ontdekken, de mannenliefde ontdekt. In het oude Damascus, waar je een christelijke wijk had, een jodenwijk en een moslimgedeelte, was homoseksualiteit ten strengste verboden. Maar er waren genoeg geheime plekken die als ontmoetingscentra dienden. Een wereld die Aslan, dankzij de kapper Solomon Negri, vol vreugde binnenging.

Toen hij met de dochter van een rabbijn moest trouwen, haatte hij zijn ouders alleen maar nog meer en zijn vrouw, daar wilde hij niets van weten. Op zijn huwelijk zag hij voor het eerst de populaire zangeres Oem Djihan en werd op slag verliefd. Toen vader Tomaso hem vertelde dat Oem Djihan een travestiet was, werd zijn liefde alleen maar groter. En zo liep Aslan als het ware zijn pik achterna en verzon hij, toen de monnik eenmaal verdwenen was, de ene leugen na de andere.

Sterker nog, op veel momenten had hij zijn eigen vege lijf en dat van anderen makkelijk kunnen redden. Maar als een duveltje dat kwaad wilde, deed hij alleen maar dingen die de zaak erger en erger maakte. Hij verraadde vriend, familie en vijand, deels uit wraak om zijn ongelukkige jeugd, deels uit jeugdige onbezonnenheid, deels als een verliefde jongen die de hemel dacht te hebben bereikt.

Maar de hemel stond heel ver weg van Damascus in die tijd, toen de joden werden beschuldigd van deze moord voor rituele doeleinden. En het duurde best wel een tijdje, voordat Aslan het christelijke geloof ontdekte, als enige uitweg voor vergeving.

Het is een gedurfd verhaal van Alon Hilu, maar een prachtverhaal, omdat Hilu met zulke mooie woorden Aslan en zijn zoektocht naar aandacht en liefde beschrijft. Hoe afschuwelijk Aslan’s daden ook zijn, als lezer blijf je met Aslan meeleven.

Aan Hilu’s schrijfstijl moet je even wennen. Soms kruip je in de huid zelf van Aslan, enige regels erna wordt er in de derde persoon over Aslan geschreven en weer wat regels verder is het of Aslan zelf het woord richt tot de lezer of een onzichtbare metgezel.

Met zijn woorden roept Hilu ook een historisch Damascus op: duistere krochten en groezelige mannen die de wacht hielden bij geheime ontmoetingsplaatsen, grote herenhuizen, goed verborgen achter hoge muren, van de rijke koopmannen die de armen uitbuitten, het levendige straatleven waar streng toezicht werd gehouden door poortwachters en andere soldaten.

De dood van een monnik is een meeslepend verhaal met historische achtergrond. Maar bovenal is het het verhaal van een jongen die duidelijk de weg kwijt was, alsof de duivel in hem was gevaren. Een sterk getint homoseksueel verhaal, waarin Hilu zich niet inhoudt de dingen te benoemen, maar ook vaak in bijna prozaïsche woorden de toen verboden mannenliefde beschrijft.

Alon Hilu – De dood van een monnik (Mot hanazir, vertaald uit het Herbreeuws door Shalamith Bamberger), Ambo 2007

Leestips
Van dezelfde schrijver:
Ver weg
Over ‘mannenliefde’ in de geschiedenis:
Arthur Japin – Kolja
Mathias Enard – Vertel hun over veldslagen, koningen en olifanten