Orhan Pamuk – De nachten van de pest

De zieke man

Turkse roman over een Ottomaans eiland dat teloor lijkt te gaan door de pest.

Als er één rode draad is die door het werk van de Turkse schrijver Orhan Pamuk loopt, is het die over het verschil tussen het oude, traditionele en nieuwe, moderne Turkije, tussen oost en west. In Pamuks nieuwste roman spelen de verschillen weer hoog op, net zoals de onenigheden tussen de Grieken en de Turken. Spelen de meeste van Pamuks romans in en rond Istanbul, ditmaal is deze grote stad ver weg.

De nachten van de pest speelt op het fictieve eiland Minger, dat ergens tussen Kreta en Rhodos zou kunnen liggen. Het eiland behoort tot het zieltogende Ottomaanse rijk en wordt bevolkt door grotendeels Grieken en Turken. Maar ook internationale consuls wonen er. Het paradijselijke eiland wordt druk bewierookt door de schrijver wegens zijn groene tuinen, zijn rozencultuur, lindebomen en wat al niet meer. Dwalend door de hoofdstad Arkaz snuif je het zoete parfum op van deze idyllische stadslandschappen. Ik weet niet hoe de pest ruikt. Maar niet zoals rozen, waar Minger om bekend staat. Toch blijven bloeiende tuinen, zelfs wanneer de epidemie op zijn hoogtepunt is, de mens met zijn bedwelmende geuren verleiden.

Het is in de lente van 1901 dat de pest op Minger wordt ontdekt. De Ottomaanse sultan Abdülhamit stuurt hierop zijn geliefde scheikundige en wetenschapper Bonkowski naar het eiland, die plannen zal ontvouwen voor een stevige quarantaine. De reden waarom tegenstanders de lijfarts flink onderhanden nemen en hem als lijk achterlaten.

Dokter Nuri is met zijn kersverse vrouw Pakize sultane, dochter van de vorige sultan Murad V die in gevangenschap leeft, en nicht van de heersende sultan Abdülhamit, op weg naar China. Na de moord op Bonkowski maakt hun boot echter rechtsomkeert en krijgt Nuri de opdracht uit te zoeken wie de dokter heeft vermoord. Abdülhamit raadt de deductie-methode aan van Sherlock Holmes, van wie hij een groot fan is. De gouverneur van het eiland laat liever puur op gevoel mensen oppakken om met brute macht bekentenissen los te peuteren.

In de Griekse apotheken vind je allerlei moderne geneesmiddelen, in de Turkse voornamelijk een groot assortiment aan kruidenmiddeltjes. Vooral de Grieken omarmen het modernisme, terwijl de Turken meer vasthouden aan tradities en soms ook worden opgezweept door religieuze fanatiekelingen zoals sjeik Hamdullah. Het zijn ook de Grieken die het eerst van het eiland vluchten wanneer de pest zijn entree maakt.

Het gros van de bevolking is het echter wel eens over de quarantaine, waar ze massaal niet in geloven. De nachten van de pest is het verhaal over de strijd tégen de pest en vóór quarantaine, wat voor Pamuk het uitgangspunt van de roman was, waar hij in 2016 aan begon, lang voordat covid onze wereld op z’n kop zette. Hij was nieuwsgierig naar het effect van quarantaine, niet bevroedend dat slechts enkele jaren later de wereld gedwongen werd ermee te experimenteren.

In Pamuks ogen kan het opleggen van quarantainemaatregelen grote gevolgen hebben: het volk komt in opstand en holt achter een ieder aan die de wijsheid in pacht denkt te hebben. En zo geschiedde ook op Minger. Istanbul verloor zijn macht over het eiland, waarna de ene machtsgreep na de andere de pest van de voorpagina’s verdreef, terwijl het aantal mensen dat per dag stierf almaar hoger werd. De lijken stapelden zich op in de straten.

Het is weer een fors huzarenstukje van Orhan Pamuk, die weliswaar het verhaal en het eiland grotendeels heeft verzonnen, maar wel met de geschiedenis van het Ottomaanse rijk in het achterhoofd. Zo zijn sultan Abdülhamit en zijn verbannen broer geënt op de echte sultan Abdülhamit II, net zoals het verhaal over de medaille die sir Arthur Conan Doyle, schrijver van Sherlock Holmes, van de Sultan kreeg uitgereikt, in de geschiedenisboeken is terug te vinden.

De dubbele bodem bevindt zich bij de verteller: een kleindochter van Pakize sultane, die de geschiedenis van haar eiland Minger optekent, daarbij opmerkend dat ze voor het schrijven te rade is gegaan bij Orhan Pamuk. Haar verhaal is gebaseerd op de 113 brieven die Pakize sultane naar haar zus prinses Hatice stuurde, en wat andere bronnen die ze heeft geraadpleegd.

Het is een lijvig boek, waarin veel herhalingen. Het verhaal doet vlak aan, daar er vooral in het begin geen schot in de politieke zaken lijkt te zitten en we aan een heleboel personages worden voorgesteld. Naderhand kabbelt het in eenzelfde ritme voort, langzaam voortgestuwd door de gebeurtenissen, die echter niet verrassend worden gebracht. Op het vlak van de liefde worden we goed bediend: een mooie idylle tussen een vrouw, die het liefje van een bandiet was, en haar lokale militair en de verbannen prinses, in gesloten paleizen opgegroeid, pas getrouwd met een dokter die de pest te lijf moet gaan.

Persoonlijk vind ik deze elfde roman van Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk niet zijn grootste werk, ook al neem ik mijn petje voor hem af voor het schrijven van een gedegen fictief verhaal waarin parelellen lopen met het huidige Turkije, waarop je echter geen kritiek mag hebben. Maar dat doet deze roman natuurlijk wel. Het Ottomaanse rijk werd begin twintigste eeuw niet voor niets ‘De zieke man van Europa’ genoemd, en zo ook in deze roman, waar de pest een eiland bevrijdt van het Ottomaanse juk.

Orhan Pamuk – De nachten van de pest (Veba Geceleri. Roman, vert. Hanneke van der Heijden en Margreet Dorleijn), De Bezige Bij 2022

Leestips
Van dezelfde schrijver:
De vrouw met het rode haar
Het museum van de onschuld
Istanbul
Sneeuw
Ik heet Karmozijn
De heer Cevdet en zonen
Het nieuwe leven
Een stadje in de problemen:
Philippe Claudel – Schemering
Het einde van het Ottomaanse rijk:
Therésa Revay – Aan de oevers van de Bosporus
Over een ander eiland en de strijd tussen Grieken en Turken:
Elif Shafak – Het eiland van de verdwenen bomen