Europese glorie
Een bijna-satire op massatoerisme, de rol van het oude Europa en nog veel meer.
De VPRO tv-serie Via Genua vond ik erg interessant, maar ik moest alles uit de kast halen om de tv niet uit te zetten, wanneer meneer Ilja Leonard Pfeijffer, de maker en presentator, in beeld kwam (en dat was heel vaak): een goed geklede heer, lang zwierig haar, een kogelronde buik en helemaal vol van zichzelf en zijn kunnen. Dat karakter komt ook tot uiting in zijn boeken. Ik denk dat ik ooit in twee van zijn boeken ben begonnen, maar al na enkele bladzijden de moed opgaf om door te lezen.
Hetzelfde gold voor zijn nieuwste roman Grand Hotel Europa. Daar trekt datzelfde pedante mannetje onder eigen naam een hotel in, op het eerste gezicht meteen te vergelijken met de film The Grand Budapest Hotel (Wes Anderson, 2014): een ietwat vervallen hotel vol oude glorie, een interessante piccolo, een markante conciërge (majordomus), een aantal vaste bewoners en een mysterieuze gast: de oude eigenaresse, die woont in de onvindbare kamer nr. 1.
Het waren vooral de thema’s die me verleidden om toch maar weer eens in een Ilja Leonard Pfeiffer te beginnen. Maar vooralsnog strandde mijn lezen weer op enkele pagina’s na het begin: een ego-centrische schrijver met liefdesverdriet is bedroevend. Het was een vriendin die me waarschuwde: je moet even door de eerste hoofdstukken heen en dan krijg je wat je van dit boek verwacht: een zinderend verhaal over massatoerisme, vluchtelingen en het oude, stervende Europa. Maanden later begon ik aarzelend verder te lezen, en verder te lezen, en was niet meer van het boek te scheiden.
Ik heb gesmuld van het verhaal, als van een heerlijk ouderwetse Sachertorte. Terwijl de bombastische verschijning van meneer Ilja Leonard Pfeiffer behoort tot het Europese erfgoed van goedgeklede snobs, stelt hij dat verleden zelf ter discussie. Europa heeft een bont en lang verleden en de grote historische rijkdom maakt dit kleine werelddeel tot een ideaal vakantiepretpark voor de gehele wereld. Europa wentelt zich genoegzaam in zijn modderige verleden, terwijl de rest van de wereld zich oriënteert op het heden. Dat is een van de grote thema’s van het boek.
Het andere betreft het uit de hand gelopen toerisme, dat zowel natuur als de sociologische structuur van grote steden bedreigt. Natuurlijk staan hedendaagse kranten bol van artikelen met noodkreten van door toeristen getergde steden, overvolle stranden en hulpeloze vluchtelingen. Maar zoals bruggen de verschillende eilanden van Venetië met elkaar verbinden, zo slaat Pfeijffer bruggen tussen verleden, hedendaags toerisme en vluchtelingen. Hiervoor neemt hij vooral Venetië en Giethoorn onder de loep, maar brengt ook extreem toerisme naar voren, wat hij in een hilarisch jasje zet.
Juist door deze onderwerpen speels te verwerken in zijn verhaal, is dit een sterke hedendaagse roman geworden, dat als een uitstekend document over onze tijd de geschiedenis in mag gaan, want ook kleinere, maar actuele thema’s ontbreken niet, zoals de Chinezen die de wereld proberen te kopen, net als rijke arabieren Europese kunst enkel gebruiken om te investeren, de me too-affaire, leeghoofdige kunstenaars met grote plannen, de schitterende tentoonstelling van Damien Hirst (Treasures from the Wreck of the Unbelievable in Venetië), die met zijn kitsch toch mooi onze wereld weet te vangen en een soort Indiana-Jones-verhaal over de zoektocht naar een verloren schilderij van Caravaggio. De rode draad die de uiteenlopende onderwerpen bij elkaar houdt, is zijn verhouding met de Italiaanse schone Clio, een kunsthistorica, met wie hij in Venetië gaat wonen.
Gelukkig heeft Ilja zijn humor op de goede plek weten te houden tussen al deze serieuze onderwerpen en heeft hij zichzelf als een grote karikatuur neergezet. Dat mag ik dan weer wel. Misschien was hij in zijn vorige boeken iets te terughoudend gebleven, betreffende zijn eigen persoon en ging hij in dit boek, zeker in de relatie met zijn Italiaanse liefde Clio, volop los. Met gevolg dat we een over-pedante Ilja krijgen, die hierdoor als een memorabele en onderhoudende verteller het verhaal voortrekt en zo de vele pagina’s van luchtige noten voorziet.
Ik hield best al wel wat van meneer Ilja Leonard Pfeiffer, want zijn onderwerpen raken me altijd. Nu maak ik een diepe buiging voor hem. Ik hoop dat wanneer ik me in de rijen toeristen pers die door Venetië trekken, de winkels niet alleen uitpuilen met lichtgevende gondels en engelenmaskers, maar daarnaast ook een prachtig boek in meerdere talen etaleren: Grand Hotel Europa is een bescheiden Nederlands meesterwerk, dat beslist een plek in de internationale literatuur verdient.
Ilja Leonard Pfeiffer – Grand Hotel Europa, De Arbeiderspers 2019
Leeslinks
Een andere Europa-roman:
Pieter Waterdrinker – Poubelle
Kritiek op het vluchtelingenbeleid:
Philippe Claudel – De archipel van de hond
Andere kritische romans over de wereld van nu:
Pieter Waterdrinker – De rat van Amsterdam
Peter Drehmanns – Het Wezen
J.G. Ballard – Super-Cannes
Margaret Atwood – De Maddaddam trilogie