Verslavend
Driemaal fascinerende autofictie: Het kleinste gemene deelvoud, Tegenlicht, Afscheid
Veel literatuur uit Finland gaat over het volk de Samen, bekend van hun rondzwervende bestaan met rendieren. Maar het is ook het land van de heerlijk absurde romans van Arto Paasinlinna, terwijl Ako Ollikainen meer de zwarte kant van de geschiedenis opzoekt. En nu is er de vertaling van De Helsinki-trilogie, drie boeken vol autofictie van Pirkko Saisio, een schrijfster die over het opgroeien in een communistisch gezin vertelt, over volwassen worden in een weeshuis in Zwitserland, over de wereld van het Finse theater in Helsinki en over lesbische relaties aangaan. De drie romans vormen slechts een klein deel van de lange lijst met haar werk dat bestaat uit romans, toneelstukken en zelfs twee tv-shows.
Finland leeft onder de rook van het Russische communisme, maar ondanks veel Fins-Russische oorlogen waren er in Pirkko’s jeugd nog heel wat Finnen die zich aansloten bij de Vereniging Finland-Sovjet-Unie. Pirkko’s vader werkte er zelfs en haar moeder deed er vrijwilligerswerk. Pirkko groeide dus op in een rood nest en zal altijd een socialiste blijven, dwepen met de Duitse koning van het epische theater, Bertolt Brecht, en opkomen voor de arbeiders.
Het kleinste gemene deelvoud
In het eerste boek, Het kleinste gemene deelvoud, had de kleine Pirkko liever een jongen willen zijn; misschien had ze haar broertje wel willen vervangen die al jong doodging. Ze was helemaal weg van een groene pet met een plastic vliegtuigje erop, wilde er geen afstand van doen, maar de pet werd ontvreemd door ‘De Kwijt’, omdat haar moeder geen dochter wilde die op een jongetje leek.
Tegenlicht
In het tweede boek Tegenlicht gaat de nog net niet volwassen Pirkko in een weeshuis in Zwitserland werken, waar ze wordt geconfronteerd met twee lesbische dames. Dat maakte misschien wel de meeste indruk in de periode die ze doorbracht in een tehuis, waar het er niet aan toe ging zoals ze zich had voorgesteld. Zo had ze op wat meer Von-Trapp-scènes gehoopt (familie uit de musical The Sound of Music): liedjes zingen met een sliert kinderen terwijl ze rondrennen door de hoge Alpen.
Afscheid
In het derde deel Afscheid stapt Pirkko de Finse theaterwereld in, hoopt ze op een revolutie en leert ze haar ware aard te accepteren: ze houdt van vrouwen, allereerst van Clownsoog, waarna haar grote liefde voor Havva volgde. Homoseksualiteit was in de eerste jaren dat Pirkko de liefde leerde kennen nog verboden in Finland (tot 1971) en ook haar moeder zal het haar nooit vergeven. Ontmoetingen vonden plaats in donkere hoeken van duistere kroegen. Pirkko leert om aan te raken en om aangeraakt te worden, ze krijgt een zondagskind, ze wordt teleurgesteld in de liefde, maar het theater blijft haar passie, en later ook het schrijven.
Helsinki
In de Helsinki-trilogie vind je een unieke stem die een leven verwoordt van een zoekende vrouw, een twijfelende vrouw, een lesbische vrouw, haar knipperlichtrelatie met haar communistische ouders, tante Ulla, haar eerste keer alleen weg, naar de Zwitserse Alpen waar een droom aan barrelen valt, het opklimmen in de theaterwereld, de liefde ontdekken en lijden wanneer je weer alleen bent, en dan is er ook nog het moederschap. Dit alles in Finland, vooral in Helsinki, met zijn heerlijk klinkende straatnamen, koele meren, kaneelbroodjes, Smirnov-vodka, Koskenkorva-brandewijn en zoete bessenwijnen.
Verslavend geschreven
De trilogie begint bij een einde: dan is Pirkko moeder, dochter en partner en is haar vader eindelijk klaar met het leven. En zo rollen we wel meer heen en weer in de tijd, een trekje van deze boeken die je bij de les houdt, maar vooral ervoor zorgt dat het verhaal al heen en weer schuivend geen moment verveelt.
Pirkko speelt ook met het vertelperspectief, regelmatig zelfs in één paragraaf: van de ik-verteller naar een neutrale derde verteller, wat de nodige diepte geeft in het verhaal en zo ook meer uitdrukking kan geven aan hoe de hoofdpersoon zich voelt, soms met tegenstrijdige gevoelens. Want herinneringen kunnen vaag zijn en hoeven niet altijd naar waarheid verteld te worden.
Verder valt het veelvuldig gebruik van wit-regels op, die een bos vol zuurstof geven aan het verhaal. Even een hap adem voordat je verder gaat met de zin in een volgende alinea. Het biedt daardoor ook ruimte aan poëtisch gevormde zinnen. Een heerlijk ritme dat bijna net zo verslavend werkt als de stijl van Hilary Mantel in haar Cromwell-verhalen (ook al is die juist tegenovergesteld: met zinnen zonder pauzes, waarbij de woorden over elkaar heen struikelen).
Unieke schrijfster
Pirkko’s unieke en prikkelende schrijfstijl geeft de inhoud nog meer kracht en zorgde ervoor dat ik niet kon stoppen met lezen, iets wat me niet meer gebeurde sinds het lezen van de Napolitaanse romans van Eleni Ferrante. Deze autofictie gaat over een prachtige vrouw die temidden van alcohol, studenten, ouders en geliefden, met veel moeite een plek in het leven kon veroveren en nu te boek gaat als een van Finlands grootste schrijvers.
Pirrko Saisio – De Helsinki-trilogie: De kleinste gemene veelvoud (Pienin yhteinen jaettava), Tegenlicht (Vastavalo), Afscheid (Punainen erokirja), vert. Annemarie Raas, De Geus 2024
Leestips
Opgroeien:
Tezer Özlü – De kille nachten van de jeugd
Ronelda S. Kampfer – Compoun
Akwaeke Emezi – Zoetwater
Marieke Lucas Rijneveld – De avond is ongemak
Lea Ypi – Vrij. Opgroeien aan het eind van de geschiedenis
Transgenders:
Hengameh Yaghoobifarah – Ministerie van Dromen
Elif Shafak – 10 minuten 38 seconden in deze vreemde wereld
Arundhati Roy – Het ministerie van opperst geluk
Anita Nair – De wreedheid van het hart
Opgroeien in een rood nest:
Christos Chomenidis – Niki
Een beetje Finse geschiedenis:
Petra Rautiainen – Land van sneeuw en as
Aki Ollikainen – Een zwart sprookje
Witregels:
Cynan Jones – De wetten van water