Aki Ollikainen – Een zwart sprookje

Het donkere Finland spreekt

Finse roman over een donkere familiegeschiedenis en een mysterieus moeras.

Witte honger is de titel van de eerste roman van deze Finse schrijver. Het is een prachtig geschreven verhaal, maar het onderwerp is heftig: het speelt tijdens de laatste Europese hongersnood rond 1867. De titel van de tweede roman zegt het al: ook hier hoeven we niet veel vrolijkheid te verwachten, daar het om een zwart sprookje gaat. Nu zou ik deze roman niet echt als een sprookje betitelen: het begint niet met “er was eens…” en behalve een soort heksengenootschap, is er geen sprookjeselement in te vinden.

De kleur zwart is wel goed gekozen, want het is een gitzwarte vertelling. Het gaat over een telg in een familie, die in een zware dip zit: vrouw en kind hebben hem verlaten en behalve de drank vindt hij niet veel meer in het leven. Hij heeft het wel geprobeerd: in de auto waarin hij zijn geboortestreek bezoekt, ligt een script voor een roman over zijn familie. Die moet voltooid worden. Hiervoor moet hij het Tattarisuo moeras bezoeken, een plek waar zich vroeger dranksmokkelaars ophielden, waaronder zijn opa.

Het verhaal begint (en eindigt) met een krantenknipsel over dit moeras, waar diverse menselijke resten zoals armen, handen en vingers werden gevonden. Onduidelijk was het waar die vandaan kwamen. En zo begint het verhaal rond 1932, het jaar van het krantenknipsel en via stappen heen en verder terug in verschillende tijden worden we geïnformeerd over dranksmokkelaars, sociale onrust, arbeiders, communisten en fascisten: een ratjetoe aan mensen die enkele roerige tijden van de Finse geschiedenis heelhuids proberen door te komen, zoals de Finse burgeroorlog die ging tussen de rode socialisten en de witte conservatieven. Maar ook de Russische inval en de Tweede Wereldoorlog worden genoemd. Omdat de personages niet allemaal met de neus in dezelfde politieke richting staan, geeft dit een extra dimensie aan het verhaal. Want vaders zijn niet blij, wanneer hun zonen hen niet volgen naar de slagvelden. En wie weet de charme te weerstaan van het nationaal socialisme? Of de arbeiders die om vrijheid roepen, wanneer je zelf geen rooie cent hebt en je afhankelijk bent van dranksmokkel?

Hoe waar is de legende over het Tattarisuo moeras, dat er op zijn bodem een schatkist moet staan, terwijl er regelmatig ledematen in het water dobberen? De eerste verteller wil al deze vragen beantwoorden, maar wordt gehinderd door zijn alcoholisme. Zijn roerige familiegeschiedenis geeft genoeg aanleiding tot depressiviteit en zo is het uiteindelijk de schrijver die het verhaal dan maar vertelt.

Ik had wat moeite met wie is wie, maar wanneer je eenmaal leest, zijn de woorden van Ollikainen zo sterk en aanlokkelijk dat het moeilijk is op te houden, ook al is het niet direct duidelijk wie de verteller is. Net zoals in zijn eerste roman zet deze Finse schrijver tegenover een hoop ellende, een prachtige beeldtaal neer, die de sombere omgeving weer helemaal goed maakt. Een ravenzwarte vertelling, maar o zo mooi geschreven.

Aki Ollikainen – Een zwart sprookje (Musta satu, vert. Annemarie Raas), Ambo/Anthos 2018

Leestips
Van dezelfde schrijver:
Witte honger
Een ander sprookje uit Finland:
Juhani Karila – De jacht op het snoekje
Een andere zwarte bladzijde uit Finland:
Petra Rautiainen – Land van sneeuw en as
Nog meer verraad uit het hoge noorden:
Sofi Oksanen – Zuivering
Jaan Kross – De kring van Mesmer