Een hondenleven in het Walhallah
Een sprookje over de Rode Hond van Karratha, West-Australië.
Tally Ho behoorde eerst aan Jack en Maureen Collins. Maar de Red-Cloud kelpie met de dikke rossige vacht en barnstenen ogen vond dat hij aan niemand toe behoorde en gedroeg zich als was hij gelijk aan de mens. Hij bezag de wereld als één groot avontuur en kwam bij de mensen om zich te laten verzorgen en om te eten, waarna hij weer de wereld introk om op onderzoek uit te gaan.
Nadat Jack en Maureen naar Dampier waren verhuist, trok Tally Ho nog verder de wereld in en kwam John tegen, buschauffeur bij de mijn Hamersley IJzer. Zo kwam het dat Tally Ho de Rooie werd en hij een levenslang abonnement kreeg op het vervoer door die streek, want de hond op de zitplaats achter de bestuurder werd een geheel geaccepteerd beeld voor de ruige mijnwerkers in die streek. En niet alleen bussen kon de Rooie nemen, hij reed mee met treinen, vrachtauto’s en wachtte op de weg tot hij een auto herkende om er dan voor te springen voor een lift. Alleen Nancy Grey lukte het de ereplaats in de bus met hem te delen en iedereen, behalve dan de beheerders van het caravanpark, wist dat een bordje ‘Honden verboden’ niet gold voor de Rooie, want de Rooie was een hond van iedereen. En zo kwam het dat onder het bronzen monument van de Rooie kwam te staan: “Man, ik ben overal geweest.”
De Engelse schrijver Louis de Bernières kwam in 1998 het monument van De Rooie tegen even buiten Dampier (West-Australië), waarop hij research ging plegen naar de verhalen die over deze beroemde hond de ronde deden. De rooie hond is Bernières interpretatie van het leven van deze legendarisch rode hond die leefde van 1971 tot 1979.
Het werd een soort Australisch sprookje, of een mythe, net wat u wilt. Met zijn bekende luchtigheid die hij al toonde in zijn vorige in Nederlands vertaalde boeken Kapitein Corelli’s mandoline en Het vrouwenleger van señor Vivo, bewijst Bernières wederom dat hij een begenadigd verteller is met dit kleine prachtige ingetogen verhaaltje. Geen magisch of politiek realisme deze keer, maar sprookjes-realisme over een bijna reeds mythische hond met op de achtergrond het leven in de Australische bush: barbeque’s en bier, ruige mijnwerkers en boeren die schieten op alles wat er beweegt.
Bernières is een kattenbezitter, maar weet zich goed in te leven in het leven van een hond, hoewel hij het niet kan nalaten ook de kater Rosso in het boekje te introduceren. Misschien is het maar goed dat hij met zo’n totaal ander boekje uitkomt na zijn grote succes van Kapitein Corelli’s mandoline (dat inmiddels in 2001 is verfilmd), omdat de verwachtingen van zijn fans hooggespannen waren over een eventueel te verschijnen boek dat zich op Cyprus zou afspelen.
Na zijn eerste romans die zich in Zuid-Amerika afspeelden (De oorlog van Don Emmanuel’s edele delen, Het lastige kroos van kardinaal Guzman en Het vrouwenleger van señor Vivo), sloeg het Griekse verhaal over Kapitein Corelli, wat zich op het eiland Kefalonië afspeelt, in als een bom. Voor Bernières heeft het Zuid-Amerikaanse magisch realisme echter afgedaan als “dat is voorbij” en noemt hij zijn Griekse bestseller nu “Captain Gorilla’s Mandarin”. (interview BBC Knowledge, 15-01-2001)
Daarom misschien nu deze kleine Australische vertelling om wat aan de verwachtingen tegemoet te komen. Geen magistrale Corelli-achtige roman, maar een mooi, integer sprookje voor jong en oud, dat bovendien prachtig is uitgegeven met onderhoudende tekeningen van Alan Baker.
Louis de Bernières – De rooie hond (Red dog. An Australian story), De Arbeiderspers, 2001
Leeslinks
Hoe de rode hond in Dampier kwam:
Blauwe hond
Van Louis de Bernières:
Nog zoveel om voor te leven
Het stof dat van dromen valt
Een partizanendochter
Vogels zonder vleugels
Kapitein Corelli’s mandoline
De oorlog van don Emmanuels edele delen
Het vrouwenleger van señor Vivo
Het lastige kroost van kardinaal Guzman
Over een circushond:
Ludovic Roubaudi – Circusmannen
Een ander mooi geïllustreerd sprookjes-achtig boekje:
Erlend Loe – Maria & José
Verhalen over andere honden:
Byambasuren Davaa – De grot van de gele hond
Joost Pot – Sneeuw in september
Een sprookje uit Noord-Siberië:
Juri Rytchëu – Teryky
Een heel oud verhaal uit China:
David Kherdian – Aap. De reis naar het westen