Louis de Bernières – Vogels zonder vleugels

Een roep om vrede

Epische Engelse vertelling over een klein dorpje in Anatolie ten tijden van de val van het Ottomaanse rijk.

We hebben er lang op moeten wachten, maar hij is er dan: de opvolger van de beroemde roman Kapitein Corelli’s mandoline. Bernières’ eerste romans vormden een trilogie over Zuid-Amerika, waar hij de kleine strijdvelden zoals de drugsoorlogen in Colombia (Het vrouwenleger van señor Vivo), een burgeroorlog in een imaginaire Zuid-Amerikaanse staat (De oorlog van Don Emmanuels edele delen) en de terreur van een religieuze bende (Het lastige kroost van kardinaal Guzman) beschreef. Hij plaatste deze historische drama’s in veelal persoonlijk romantisch getinte verhalen zoals over de leraar die op kruistocht tegen de drugsmaffia gaat, over een corrupte kapitein in een losgeslagen leger of over een fanatieke geestelijke.

Toen Bernières uitgeschreven was over Zuid-Amerika, ging hij naar Griekenland en schreef hij een verhaal met als achtergrond een wat groter historisch drama: de Tweede Wereldoorlog. Kapitein Corelli’s mandoline speelt op Kefalonia, een romantisch verhaal temidden van oorlog en aardbevingen.

Vogels zonder vleugels is weer een stapje verder. Het speelt nog meer naar het Oosten en ten tijden van een zeer gecompliceerde oorlog: de burgeroorlog die het Ottomaanse Rijk uiteindelijk ten val zou brengen.

Het grootste thema van het boek is de strijd tussen de Turken en Grieken die zonder al te veel moeite eeuwenlang naast elkaar leefden in het Ottomaanse Rijk. Hoe zoveel vriendschapsbanden opeens op konden houden te bestaan, wordt je een beetje duidelijk wanneer je deze roman leest.
De bewoners van het kleine dorpje Eskibahce in Anatolie spelen de hoofdrol. Maar ook Mustafa Kemal, die later de vader aller Turken werd, Atatürk, krijgt een historische rol. Tussen alle turbulente gebeurtenissen die de bewoners overkomt beschrijft Bernières in aparte hoofdstukken de opkomst van een man die in Salika werd geboren, het huidige Thessaloniki. Hij hield niet van godsdienst, wist ook de staat van de godsdienst te scheiden toen hij eenmaal de Turkse staat stichtte, maar hij heeft nooit kunnen voorkomen dat op godsdienstige grond niet alleen veel Grieken en Armeniërs gedeporteerd werden, maar ook op grote schaal vermoord.

De afgrijselijke moordpartijen en de brand in Smyrna (1922), het huidige Izmir, waarbij voor de ogen van een internationale vloot duizenden Grieken werden afgeslacht of het leven lieten, is misschien het meest bekende uit deze periode. Toch gingen er veel meer brute moorden en beestachtige ethnische zuiveringen aan vooraf. Rusland en de Balkanlanden dreven op hardhandige wijze al hun moslims terug naar het Ottomaanse Rijk. En het Griekse leger, dat gestuurd was in de stille hoop weer een Byzantijns rijk te kunnen stichten, bestond uit allesbehalve lieverdjes. De droeve gebeurtenissen in Smyrna waren in wezen een logisch gevolg van frustratie en woede. En tegelijk het definitieve einde van de multiculturele samenleving die het Ottomaanse Rijk was.

Vogels zonder vleugels is het verhaal van dorpsbewoners die een vredige samenleving hadden. De moslims brandden af en toe een kaarsje voor de Heilige Maagd Maria en de christenen vroegen de imam net zo goed om raad. Toen de oorlog het dorpje bereikte en er orders kwamen dat de christenen, die voor het gemak Grieken werden genoemd, het dorp moesten verlaten, begrepen de dorpelingen er niets van. Hoe moest het met al die vriendschappen? En wat moesten ze met nieuwe burgers, weliswaar moslims, maar die uit Griekenland kwamen?

Er zijn veel romans verschenen over de ethnische zuiveringen uit deze tijd. Maar Bernières zou Bernières niet zijn als hij in deze historische barre tijd geen menselijk drama zou scheppen. Het is het verhaal van de kleurrijke dorpelingen die hun zonen naar de oorlog zagen gaan, die hun buren zagen afgevoerd worden. Het is het verhaal van vriendschappen en liefdes die smartelijk ten onder gingen.

Mehmetcik mag zijn vriendje Karatavuk niet vergezellen naar het leger wanneer mannen opgeroepen worden. Als christen moet hij dienst nemen in een soort werkkamp. De beeldschone Philotei zal haar verloofde, de herdersjongen Ibrahim, niet meer terug herkennen wanneer hij terugkeert uit de oorlog. Ali de Sneeuwdrager, die met vrouw en kinderen en zijn ezel in een holle boom woont, zal zo arm als hij is een prachtig cadeau doen aan Polixeni wanneer de christenen moeten vertrekken. De bevallige Leyla zal haar minnaar, pasja Rustem Bey, in de steek laten, ook al hielden ze zoveel van elkaar.

Vogels zonder vleugels is een triest boek. Met veel hartverscheurende details over de verschrikkingen van de oorlog. En een poging om de ingewikkelde machtsverhoudingen uit die tijd bloot te leggen. Over het gekonkel door staatshoofden, over het stiekeme verlangen naar macht, over gemeen politiek spel. Zoals Iskander de Pottenbakker zegt in het eerste hoofdstuk: “Ik geef de schuld aan de Frankische mensen, en ik geef de schuld aan potentaten en pasja’s van wie ik de naam waarschijnlijk nooit zal kennen, en ik geef de schuld aan mannen Gods van beide geloven, en ik geef de schuld aan al diegenen die hun soldaten toestemming hebben gegeven om zich als wolven te gedragen, en tegen hen hebben gezegd dat dat noodzakelijk was en nobel.”

Vogels zonder vleugels is grimmiger dan Kapitein Corelli’s mandoline. Misschien omdat we zoveel herkennen in die oude tijd die lijkt op de tijd van nu: samenlevingen dreigen weer het slachtoffer te worden van machinaties waar het volk niets mee te maken heeft. Ingeklemd tussen Amerika en moslim extremisten, afhankelijk van de grillen van politici die er allemaal een eigen agenda op na houden, overgeleverd aan fanatiekelingen die de godsdienst en het arme volk gebruiken om aan macht te komen. De hoofdstukken over Kemal Atatürk waarin het politieke gekonkel enigszins wordt uitgelegd spreken boekdelen.

Het dorp van Iskander de Pottenbakker, van Philotei, Rustem Bey, Ali de Sneeuwdrager en al die anderen spreekt op een andere manier tot de verbeelding dan de relatie van Pelagia en de Italiaanse Kapitein Corelli in het dorp in Kefalonia. 

Misschien mist Vogels zonder vleugels de prachtige passie tussen twee mensen zoals die tussen Pelagia en kapitein Corelli. Maar de zoete herinneringen aan de goede oude tijd die de eigenaresse van een Kefalonisch taverne opdist over haar leven in Anatolie, de hartstollende verhalen van Karatavuk over de loopgravenoorlog aan het front, de bekentenissen van Philotei die in stilte haar verloofde aanbad, ze vormen een episch verhaal dat net als Bernières’ vorige bestseller wederom een groot publiek zal trekken. 

Het Zuid-Amerikaanse magisch realisme is verdwenen. Daarvoor in de plaats een haast Turks verhaal dat enigszins lijkt op de stijl van Orhan Pamuk (Ik heet Karmozijn en Sneeuw) en Ahmet Altan (De secretaris). En het is een boek met heel veel informatie.

Vogels zonder vleugels is een anti-oorlog roman. Het predikt niet alleen vrede en verdraagzaamheid tussen verschillende bevolkingsgroepen, het laat tevens zien hoe onzinnig en barbaars oorlog is. Zeker in deze tijden een stem die eigenlijk veel luider gehoord moet worden.

Louis de Bernières – Vogels zonder vleugels (Birds without wings, vert. Tinke Davids) De Arbeiderspers, 2004

Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
Nog zoveel om voor te leven
Blauwe hond
Het stof dat van dromen valt
Een partizanendochter
Kapitein Corelli’s mandoline
De rooie hond

De Zuid-Amerikaanse triologie:
Het vrouwenleger van señor Vivo
Het lastige kroost van kardinaal Guzman
De oorlog van don Emmanuels edele delen

Nog meer boeken over Turkije en het Ottomaanse rijk:
Orhan Pamuk – Sneeuw
Orhan Pamuk – Ik heet Karmozijn
Ahmet Altan – De secretaris
Over het leven in Smyrna:
Mara Meimaridi – De heksen van Smyrna
Over een andere bevolkingsgroep die uit Turkije werd verdreven:
Antonia Arslan – Het huis met de leeuweriken
Over de verschrikkingen van oorlog:
Erich Marie Remarque – Van het Westelijk front niets nieuws
Joseph Heller – Catch 22