José Saramago – De tocht van de olifant

De Olifant van Wenen

Portugese roman over de reis van Maximiliaan II, koning van Bohemen, die een olifant meenam over de Alpen.

Eeuwenlang kon men in Wenen nog sporen vinden van de Indiase olifant Soliman, die op 18 oktober 1553 even buiten Wenen stierf. Naast allerlei gedenktekens met zijn beeltenis erop, waarvan de meeste door de eeuwen zijn verloren gegaan, maakte de burgemeester van Wenen met botten van Soliman een stoel die nu nog te zien is in het rariteitenkabinet van de Stiftsbibliotheek van Kremsmünster.

De Olifant van Wenen werd in 1551 door Jom Joâo III van Portugal geschonken aan zijn neef, Maximiliaan II, de Habsburger koning van Bohemen. Omdat Maximiliaan aan het hof van Spanje verbleef, werd de olifant eerst naar Spanje gebracht door een Portugese legereenheid, waarna de olifant werd opgenomen in de stoet van Maximiliaan, die met vrouw, kinderen en hofhouding afreisde naar huis, naar Wenen.

Deze gebeurtenis heeft José Saramago aangezet tot het schrijven van een schitterende roman, waarbij hij teruggaat naar de tijd toen koningen met enorm gevolg in pracht en praal door het land trokken, zoals ook de koninklijke stoet van Dom Joâo V, koning van Portugal, die in de 18de eeuw in Saramago’s eerste succesvolle roman Memoriaal van een klooster door Portugal trekt om de bouw van een kathedraal te komen controleren.

Met De tocht van de olifant zijn we echter nog enkele eeuwen vroeger in de geschiedenis beland, bij Dom Joâo III, die in de 16de eeuw een origineel cadeau moest verzinnen. Zijn vrouw kwam op het idee kwam om hun geschenk uit India, de olifant Salomon, naar het Spaanse hof in Valladolid te sturen, waar Maximiliaan verbleef.

En zo gaat olifant Salomon op reis met zijn kornak Subhro, een legertje Portugese soldaten om hem te beschermen en een klein legertje burgers die voor zijn eten moeten zorgen. Bij de grens naar Spanje voegt zich daar dan nog een legertje Oostenrijkse soldaten bij, die orders hadden gekregen de olifant veilig naar het Spaanse hof te begeleiden.

Vanuit Valladolid gaat Salomon, omgedoopt tot Soliman, met zijn kornak, omgedoopt tot Fritz, mee met het koninklijke gevolg van Maximiliaan dat door Spanje, via zee naar het Italiaanse Genua, en dan over de Alpen naar Wenen reist. Het moet een bonte tocht geweest zijn: van rijk uitziende koninklijke koetsen, soldaten in blinkend harnas te paard, kleurrijk voetvolk en bedienden en dan te midden van die koninklijke praal een grote olifant, een dier door niemand uit die noordelijke streken ooit gezien.

De Portugese schrijver José Saramago echter is communist en atheïst en moet niets hebben van koninklijke rijkdom en kerkelijke zwendelaars. Net als in Memoriaal van een klooster gaat hij tussen de regels door lekker tekeer tegen de machthebbers. De pracht en praal van de koninklijke stoet gaat al snel ten onder tijdens de eerste regenbui, waarin ook het praalkleed dat Soliman luister gaf, wordt opgeborgen en later naar een kardinaal wordt gezonden, die er weer mee kan pronken.

Naast de olifant Salomon/Soliman is het zijn kornak Subhro die niet alleen de hoofdrol in de roman vervult, maar ook de kleine rebel en het geweten van Saramago is: de kleine Indiase man, die weet dat hij in één tel zijn leven kan verspelen wanneer hij de koning tegen de haren instrijkt, vindt op onderhoudende manieren zijn eigen waardigheid.

En zo is deze curieuze reis, langs vredige dorpjes waar de bewoners hun huizen invluchtten bij het zien van een olifant, via havens waar een ieder meer de olifant bewonderde dan de koning, over de Alpen waarvan de bergtoppen en steile ravijnen waren verdwenen onder een deken van sneeuw, weer opnieuw leven ingeblazen en voor altijd vereeuwigd door een prachtig verhaal waarin wordt verteld over hoe Salomon werd geprezen om zijn wonderen en hoe hij het leven van een klein meisje redde.

Geen boek van José Saramago is zo licht van onderwerp en van toon. Hij jongleert met de vertelstijl en de woorden, hij spot, hij lacht, hij ontroert. Een verhaal waarop de olifanten van Hannibal jaloers moeten zijn, een verhaal om in één zucht uit te lezen.

José Saramago – De tocht van de olifant (A Viagem da Elefante, vert. Harrie Lemmens), Meulenhoff 2009

Leeslinks

Van dezelfde auteur:

Memoriaal van een klooster
Het verzuim van de dood
Alle namen
Hellebaarden

Over een olifant aan het Ottomaanse hof:

Elif Shafak – Stad aan de rand van de hemel