Ryu Murakami – De Karaokeoorlog

Prettig gestoord boek

Japanse roman over twee vriendenclubjes en wraak.

Wie de vorige, in het Nederlands vertaalde roman van Ryu Murakami In de misosoep heeft gelezen, weet waar hij aan begint wanneer hij het boek De karaokeoorlog openslaat. Ryu Murakami, de Japanse Chuck Palahniuk, wordt in Japan op handen gedragen en zijn boeken hebben veel prijzen gewonnen. Kijkt men naar de titels, die een beetje de inhoud dekken, dan begrijpt men waarom: Murakami houdt de moderne maatschappij nauwlettend in de gaten en levert met zijn boeken keer op keer kritiek op de strakke waarden en normen van een land waar uit de pas lopen uit den bozen is.

Geen wonder dat de hoofdpersonen in het boek De karaokeoorlog verdeeld zijn in twee groepjes mensen die geen deel uitmaken van de gelukkigste kant van de samenleving. De groep die totaal aan de zelfkant van de maatschappij staat, bestaat uit jongens, bij toeval bij elkaar gekomen vrienden, die totaal gestoord met elkaar omgaan wanneer ze elkaar treffen bij een van hen thuis: meestal zelf eten en drinken meenemen, voor zichzelf uit pratend zonder dat de anderen luisteren, uitgelaten lachen om niets, hysterisch worden wanneer ze een overbuurvrouw begluren en als hoogtepunt van de avond, wanneer de drank hun tongen heeft losgemaakt, een karaokesessie (met verkleedpartij) op een verlaten strand. Het andere groepje bestaat uit dames op gevorderde leeftijd, oba-sans – onaantrekkelijke, suffige tantes (Ik denk dat deze vertaling ongeveer de lading dekt van dit Japanse woord, zoals het in dit boek is gebruikt) – die hun huwelijken hebben zien stranden en gefrustreerd zijn omdat ze denken dat ze nooit meer aan de man raken, zodat ze zich nutteloos en verveeld voelen. Zij vormen een groepje omdat ze alle zes toevallig dezelfde achternaam Midori dragen.

Ze beschouwen het leven als zinloos en inhoudsloos en zo zijn dan ook hun bijeenkomsten, die pas opfleuren wanneer geweld zijn intrede doet. Een van de jongens steekt zomaar zijn mes in een langslopende vrouw, die overlijdt. Het is toevallig een van de dames van de Midoriclub, en haar vriendinnen zinnen vervolgens op wraak. Niet veel later geven ze de messentrekker een koekje van eigen deeg. Waarop de jongens weer terugmeppen, de dames sterker geschut inzetten en de allerlaatst overlevende jongens de ultieme wraak nemen.

Het is een hilarisch verhaal dat steeds gewelddadiger wordt, een kenmerk voor deze schrijver die zijn verhalen regelmatig verfilmd ziet worden. Om echt alle kritiek uit het boek te kunnen halen, moet men misschien wel bekend zijn met de Japanse maatschappij. Maar hoe de jongens bijvoorbeeld over een lelijke studente denken, spreekt boekdelen over de wreedheid die mensen elkaar aan kunnen doen, wat overal in de wereld hetzelfde is. De karaokeoorlog is een bizar verhaal, van sterk uitgelichte mensen aan de rand van de samenleving. Deze overdrijving is de charme van een boek over een uiterst gestoorde wraakactie.

Rye Murakami – De karaokeoorlog (vert. uit het Engels: Marga Blankestijn), De Arbeiderspers 2012

Leestips
Van dezelfde auteur:
In de misosoep
Jong zijn in Japan:
Mieko Kawakami – Het gele huis
Sayaka Murata – Buurtsupermens
Hitomi Kanehara – Slangen & Piercings
Chinese moderne literatuur:
Yin Lichuan – Fucker
Wraak:
Yo Kyung Rang – Tong
Marita van der Vyver – Koud opgediend
Over de Amerikaanse nul-generatie:
Bret Easton Ellis – Minder dan niks
Bret Easton Ellis – De figuranten
De Amerikaanse Ryu Murakami:
Chuck Palahniuk – Fight club
Chuck Palahniuk – Snuff