Een queeste dwars door Turkije
Turkse roman over een zoektocht naar identiteit.
Wanneer ik terugkijk op het werk van Orhan Pamuk, weet ik dat Het nieuwe leven niet een van zijn nieuwste werken is. Terwijl Pamuk aanving met een redelijk conventionele roman, Meneer Cevdet en zonen (1982), waren de romans die daarna volgden van redelijk filosofische aard, soms wel wat zweverig en wat abstract, zoals De witte vesting (1985), Het zwarte boek (1990) én Het nieuwe leven (1995). Ze vormden niet alleen een zoektocht naar de Turkse identiteit, maar ook een zoektocht van de schrijver naar zijn stijl.
Bij Ik heet Karmozijn (1998) beginnen er al veranderingen in het werk te komen: meer spanning, kleurrijker en meer verhaal. Dan schrijft Pamuk een van zijn eerste meesterwerken: Sneeuw (2002). Een prachtig, sfeervol verhaal over de melting pot Turkije, waar nog steeds de verscheurde identiteit van het land – traditioneel en modern, oost en west – het hoofdonderwerp van is.
Bij zijn tweede meesterwerk, Istanbul: herinneringen en de stad (2003), krijgt de Turkse identiteit gezelschap van nog een thema dat op de voorgrond zal treden in Pamuks werk: nostalgie, een onderwerp dat hij weet te vervolmaken in zijn derde meesterwerk en liefdes-epos Het museum van de onschuld (2009).
Het nieuwe leven lezen is dus een stap terug in Pamuk’s literaire ontwikkeling: filosofisch, soms wat langdradig, geen soepel verhaal. Wel laat het boek een nieuw aspect van de Turkse maatschappij zien: het reizen per bus door het land en de vele ongelukken op de Turkse wegen.
Maar het gaat er allemaal om dat student Osman bezeten raakt door een boek dat hij in handen zag van een mooie studente. Wanneer hij hetzelfde boek even later bij een boekenstalletje kan kopen, twijfelt hij geen moment en schaft het aan. Met het boek als aanleiding kan hij later kennismaken met Canan, de mooie studente, die hem niet precies kan uitleggen waarom het boek, getiteld ‘Het nieuwe leven’, zijn lezer in een ijzeren greep neemt. Canan’s vriend Mehmet is ook in de ban van het boek en beweert zelfs dat het boek gevaarlijk is: meerdere volgelingen zijn al verdwenen. Wanneer Mehmet zelf op een dag verdwijnt na een mysterieuze schietpartij, besluit Osman op zoek te gaan naar Het nieuwe leven, de auteur van het boek en naar Mehmet. Later sluit Canan zich bij hem aan. Ze reizen per bus kriskras door het land, overleven bloederige ongelukken en komen nader tot elkaar. Voor Osman is de reis moeilijk: zijn obsessie voor het boek lijkt steeds meer te worden overgenomen door de verliefdheid op Canan.
Tijdens deze queeste dwars door Turkije, komen de tegenstellingen weer tot uiting van de moderne en oude tijd. In de stadjes die ze kruisen heerst meestal nog het oude leven en zijn veel mensen bang voor westerse invloeden, die evengoed hun leven insluipen, ook al is dat onder het mom van een Turkse kopie. Het zijn vooral de koopmannen die staan te trappelen om de nieuwe wereld te introduceren.
De busritten en de ingeslapen stadjes worden sfeervol neergezet door Pamuk, maar echte passie mis ik toch in dit boek. Net zoals Osman en Canan zonder plan door het land reizen, lijkt het verhaal ook doelloos rond te draaien, zonder een sterke verhaallijn. De zoekende Osman krijgt pas echt een sterk karakter in het latere boek Sneeuw als de dichter en journalist Ka die naar het verre Kars reist om de zelfmoorden van de hoofddoekmeisjes te onderzoeken, of als de verteller Kemal in Het museum van de onschuld, waarin deze meer dan geobsedeerd raakt door een onbeantwoorde liefde.
Het nieuwe leven is als een voorproefje voor Pamuk’s latere boeken, met herkenbare thema’s, bevlogen woorden, maar niet zo’n sterk verhaal.
Orhan Pamuk – Het nieuwe leven (Yeni Hayat, vert. Veronica Divendal), De Bezige Bij, 2013
Leestips:
Van dezelfde schrijver:
De nachten van de pest
De vrouw met het rode haar
Meneer Cevdet en zijn zonen
Ik heet Karmozijn
Sneeuw
Istanbul: herinneringen en de stad
Het musem van de onschuld
Een Amerikaanse queeste naar identiteit:
Jack Kerouac – Op weg