Hanya Yanagihara – Notities uit de jungle

“Lost”

Amerikaanse roman over een professor en zijn wetenschappelijke ontdekking op een onbekend eiland.

Zo lees je nooit boeken waarin wetenschappelijk wordt geëxperimenteerd, en zo lees je er twee in één week: Totaal door het dolle heen van Karen Joy Fowler en Notities uit de jungle van Hanya Yanagihara. Het zijn twee verrassend mooi geschreven en originele verhalen die eigenlijk niet onderdoen voor elkaar, hoeveel ze ook van elkaar verschillen.

Veel mensen dromen ervan om op een eiland te wonen, het liefst ver weg van alles en iedereen. Eind 19de eeuw bestond er in Duitsland een beweging, die predikte dat men terug naar de natuur moest. Sommige mensen volgden de raad letterlijk op, lieten de nieuw opkomende industrie achter en verdwenen naar verre oorden, het liefst omgeven door water. Het prachtige boek Imperium van Christian Kracht, vertelt er meer over. Ook een Duitse dokter nam met zijn geliefde zijn intrek op een van de Galapagos-eilanden. Hoe hun idylle werd verstoord, kun je lezen in Het roestvrijstalen paradijs, van John Treherne, of nakijken in de fascinerende documentaire Satan came to Eden.

Eilanden spreken tot onze verbeelding. Ook ik ben gegrepen door de eilandromantiek, dus trok het boek van Hanya  Yanagihara me als een magneet aan. Yanagihara heeft zelfs de moeite genomen om een eigen eiland te creëren. Haar verzonnen eilandengroep I’vua, die centraal staat in haar debuutroman Notities uit de jungle, ligt ergens in Oceanië en kijkers van de tv-serie Lost kunnen zich daar ongetwijfeld heel wat plaatjes bij voorstellen.

I’vua bestaat uit droomeilanden. Niet vol met witte stranden en wuivende palmen, maar een paradijs voor wetenschappers: het is onwaarschijnlijk wat er allemaal leeft en groeit op Ivu’ivu, een eilandje waarop volgens de inwoners van naburige eilanden een vloek rust. De jungle met zijn duizenden kleuren groen bestaat uit snel groeiende planten en bomen, sommige met merkwaardig eetbare vruchten zoals de manama, die vaak met erin krioelende rupsen en al wordt gegeten. Er leven talloze onbekende insecten en dieren, waaronder de vroege aapsoort vu’aka, die als een delicatesse wordt beschouwd, net zoals er de vreemdste paddestoelen te vinden zijn. Maar het eiland staat vooral bekend om zijn mythische schildpad, de opa’ivu’eke, een heilig dier dat vroeger de boodschapper was tussen de god van het eiland en die van de zee. Toen de mensheid de goden minder gehoorzaamden was er een man die een schildpad at en daarvoor werd gestraft: zijn lichaam kreeg het eeuwige leven.

Het eeuwige leven is ook al zo’n droom van veel mensen. Maar oneindig lang op de wereld verblijven is niet altijd een geschenk, het is eerder een straf. Zo ook voor de man die een opa’ivu’eke at: zijn lichaam bleef jong, maar zijn geest takelde zover af, dat hij op het laatst niet meer wist hoe hij moest lopen, eten en slapen. Volgens de I’vuanen dwaalt Manu’eke nog steeds rond en is hij het laatst gezien op Ivu’ivu. Deze kleurrijke verhalen over een mysterieus eiland vormen de intrigerende achtergrond van Notities uit de jungle.

Het verhaal gaat namelijk over professor Norton Perina, een middelmatige wetenschapper die de kans krijgt mee te mogen op expeditie naar het onbekende eiland Ivu’ivu. Het zal hem wereldberoemd maken en een Nobelprijs opleveren. Deze verhaallijn is losjes gebaseerd op Nobelprijswinnaar Carleton Gajdusek, een Amerikaanse onderzoeker die kinderen uit zijn onderzoeksgebieden adopteerde en later werd veroordeeld wegens kindermisbruik.

Het boek begint met enkele krantenartikelen over de veroordeling van Norton Perina wegens kindermisbruik. Het daaropvolgende verhaal is zijn biografie die hij in zijn cel schreef, aangevuld met voetnoten van zijn assistent en redacteur Ronald Kudobera. En zo komen we bij het eigenlijke verhaal: over Perina en de eigenaardige groep eilandbewoners, waarvan een deel door de jungle dwaalt als gehypnotiseerde dromers. Perina raakt ervan overtuigd dat deze mensen het geheim van het eeuwige leven hebben en doet er alles aan om dat wetenschappelijk te bewijzen.

Zodra hier woorden over uitlekken in de wetenschappelijke wereld, duikt natuurlijk iedereen op dit nieuws en worden hordes mensen er op uitgestuurd om deze wetenschap te bevestigen en te bemachtigen. Het eens zo onbedorven Ivu’ivu, waar de mensen in alle rust hun eigen cultuur in stand konden houden, wordt onder de voet gelopen door de Westerse wereld en verandert in een van die eilanden zoals overal op de wereld: uitgebuit door toerisme en pseudo-wetenschap. En Perina? Hij adopteerde een massa I’vuaanse kinderen en een ervan betekende zijn ondergang.

Het is een fascinerend verhaal over een professor, die niet te vertrouwen is. Hij is zo vol van zichzelf, dat hij niet in de gaten heeft hoe onsympathiek zijn verhalen overkomen: hij is lui, vol kritiek op collega’s, onbeschoft of onbehouwen en vol met zelfmedelijden. Het zijn notities die werden geredigeerd door zijn assistent (en voorzien van de nodige voetnoten) en die er hier en daar vast nog wel een schepje bovenop heeft gedaan. Zo is het portret ontstaan van een mopperende professor die uit alle macht de lezer aan zijn kant probeert te krijgen.

Het verhaal staat bol van verschillende thema’s. Zo worden er regelmatig sneren uitgedeeld naar onze consumptiemaatschappij die de natuur naar de kloten helpt.  Yanagihara was lange tijd reiscorrespondent van een tijdschrift en het moet haar veel plezier hebben opgeleverd om zich af en toe eens heerlijk te laten gaan over hoe toerisme werelden kunnen veranderen. Een ander thema, kindermisbruik en homoseksualiteit, loopt als een meer onzichtbare draad door het verhaal, zie bijvoorbeeld de onthutsende ontdekking dat kindermisbruik op Ivu’ivu niet als een kwaad, maar als een ritueel werd gezien. Bovendien was Perina meer dan gefascineerd door Tallent, de man die de wetenschappelijke expedities leidde. Zijn afkeer van Tallents assistente Eva spreekt ook boekdelen. En dan doet Perina ook nog eens de nodige dierproeven, waarbij hij niet onder banken of stoelen steekt, dat het doden van muizen hem helemaal niets doet.

Ik vond het heerlijk om me te kunnen onderdompelen in de wonderlijke wereld van Ivu’ivu, en later in die van professor Perina, die het was gelukt om een bekende wetenschapper te worden en een kroostrijk huis te onderhouden. Niet alle boeken over wetenschappers stelen mijn hart. Zo vond ik het boek Over schoonheid van Zadie Smith maar saai, net zoals het zo bejubelde boek Stoner van John Williams niet een van mijn favorieten werd. Norton Perina is echter een krachtig personage, om wie je ondanks alles toch gaat geven. Tot je het einde van het boek leest en je beseft dat hij je al die tijd flink om de tuin heeft weten te leiden. Petje af voor zo’n prachtig en rijk boek.

Hanya  Yanagihara – Notities uit de jungle (Inger Limburg en Lucie van Rooijen), Nieuw Amsterdam 2015

Leestips
Van dezelfde schrijfster:
Naar het paradijs
Een klein leven
Over wetenschappelijke experimenten:
Amanda Svensson – Een systeem zo magnifiek dat het verblindt
T.C. Boyle – Praat met mij
Karen Joy Fowler – Totaal door het dolle heen
Hans den Hartog Jager – Maltus
De wetenschappelijke wereld:
Bonnie Garmus – Lessen in chemie
Tussen mens en dier:
J.M. Coetzee – Dierenleven
Experimenteren op een eiland:
Christian Kracht – Imperium
John Treherne – Het roestvrijstalen paradijs
Wetenschappers op het Paaseiland:
Jennifer Vanderbes – Paaseiland
Terug naar de natuur:
Henry D. Thoreau – Walden
Op reis door de jungle:
Peter Drehmanns – Het Wezen
Isabel Allende – De stad van de wilde goden
David Grann – De verloren stad Z
Overleven in de Afrikaanse jungle:
Barbara Kingsolver – De gifhouten bijbel