Annemarié van Niekerk – Om het hart terug te brengen

Roadtrip door Zuid-Afrikaanse herinneringen

Zuid-Afrikaanse memoires over leven in een land met liefde, geweld en apartheid.

Mijn Nederlandse familie werd gespleten, toen bekend werd dat een oudere nicht van mij lid was van het ANC. Zonder dat ik erg veel afwist van Zuid-Afrika, was ik wel voor het ANC, omdat het de apartheid uit Afrika wilde verbannen. Mijn ouders, vooral mijn ouderwetse vader, bestempelde mijn nicht echter als een terrorist en haar naam mocht amper nog genoemd worden in ons gezin. Het scheelde niet veel of haar moeder, de lievelingstante van mij, mijn zusje en broer, die op en neer pendelde naar Zuid-Afrika, waar mijn nicht in 1985 in de gevangenis terechtkwam, werd ook uit onze levens verbannen, maar op de een of andere manier toonden mijn ouders clementie, en raakte de tante niet helemaal uit de gratie.

Deze familieperikelen waren niets in vergelijking met wat de blanke Zuid-Afrikaanse Annemarié van Niekerk heeft meegemaakt met haar vader, toen de liefde haar in de armen van een zwarte man dreef. Denzel. Het moet een hartverscheurende periode zijn geweest, toen ze heftige brieven van haar vader ontving waarin hij op allerlei manieren haar van haar zo geliefde Denzel probeerde af te weken.

Dat is niet het enige drama in haar leven. Een ander groot drama was de moord op een goede vriend van haar, Ruben Gouws, die samen met zijn achtentachtig-jarige moeder Tannie Hermien, op een mooie zaterdagavond gruwelijk werd vermoord tijdens een roofoverval.

Ze begint haar boek met deze kleurrijke moeder en zoon, die in een kleine gemeenschap alle achting van de buurtbewoners hadden: Ruben als leraar van de plaatselijke school waarin hij vooral probeerde onderwijs toegankelijk te houden voor de arme kinderen, en tannie Hermien was al heel lang de uitbaatster van een lokaal winkeltje en stond voor iedereen klaar met een bakkie koffie en een praatje.

Zodra Annemarié van de moorden hoorde in augustus 2015, vertrok ze vanuit Nederland naar Zuid-Afrika om afscheid te nemen van deze goede vriend. Het wordt een sentimentele reis door haar leven. Zich haar jeugd herinnerend in Port Elisabeth, maar ook die andere reis, toen haar vader haar naar Imtata bracht, waar ze aan de universiteit van Transkei haar eerste baan als docent literatuur had gekregen. Annemarié had geen haat-liefde relatie met haar vader, maar zodra ze oud genoeg was om vragen te kunnen stellen, begon ze zijn uitgesproken meningen regelmatig te bevragen.

Ook haar relatie met de zwarte Denzel komt uitgebreid aan bod. De apartheid was officieel net afgeschaft toen ze Denzel leerde kennen, maar die tijd staat bol van raciale incidenten. Zowel Annemarié als Denzel hadden literaire studies gedaan en bezochten congressen, lezingen en gingen om met andere Zuid-Afrikaanse schrijvers, wat een ander interessant aspect van het boek is.

Het boek draait feitelijk om drie mannen: haar vader, Ruben en Denzel. Maar er is nog een andere belangrijke partij: Zuid-Afrika. Wat er ook aan verschrikkelijks plaatsvindt in dit zo geplaagde land, het is een bloedmooi land. Annemarié besteedt veel aandacht aan de landschappen waar ze tijdens haar roadtrips doorheen komt, zo beeldend beschreven, met eventueel een historische aantekening, dat je regelmatig een gevoel krijgt van: o, dat wil ik zien. Maar ook kinderliedjes, gedichten en een speech van Nelson Mandela spreken voor zich. Het is duidelijk dat Annemarié, ook al woont ze sinds 2004 in Nederland, in dit droevige land haar hart heeft liggen.

Af en toe staat ze dan ook stil bij haar identiteit: als witte vrouw én als Afrikaner. Ze oordeelt niet, maar vertelt en geeft rapporten over misdaadcijfers, filosofische ideeën hoe het grote geweld in Zuid-Afrika kan zijn ontstaan en hoe te stoppen. Ze laat je niet in het duister en daagt je uit haar land te begrijpen. Ook al is dat moeilijk voor iemand die niet tijdens apartheid is opgegroeid.

Op de een of andere manier ontmoet ik regelmatig mensen uit Zuid-Afrika op het Griekse eiland waar ik mijn hart aan heb verloren. Er wordt weinig, of oppervlakkig gepraat over hun thuisland. Zwarte vrienden heb ik ze nooit zien meenemen. Vaak vraag ik me af hoe hun leven moet zijn geweest, daar een aantal van hen Zuid-Afrika definitief is ontvlucht wegens het geweld, terwijl andere vrienden de Griekse zon weer verruilen voor een schitterend Zuid-Afrikaans landschap.

Om het hart terug te brengen geeft op een heleboel vragen antwoord. Annemarié’s boek geeft mij, die nog nooit in Zuid-Afrika is geweest, een verhelderende blik op dit land waar schoonheid en geweld hand in hand gaan. Ik begin eindelijk een heel kleine beetje te begrijpen hoe het moet zijn geweest om op te groeien in het land dat ik in de jaren ‘80 verafschuwde wegens apartheid. Ook al zal ik nooit of te nimmer het gevoel kennen om in een instabiele omgeving op te groeien of te wonen. Om het hart terug te brengen is een aangrijpend en leerzaam boek vol liefde en vergeving. In het nawoord noemt Annemarié haar boek auto-fictie: een combinatie van autobiografie en fictie. Zelfs de uitgebreide appendix staat vol interessante dingen en maakt het boek nog aantrekkelijker. Het was me een waar genoegen dit mooie boek te hebben gelezen.

Annemarié van Niekerk – Om het hart terug te brengen (vert. Jaap Goegebeure), Atlas Contact, 2021

Leestips
Over Zuid-Afrika:
Ingrid Winterbach – Roerige tijden
Opgroeien in Afrika:
Ronelda S. Kamfer – Compoun
Eben Venter – Dans aan het einde van de dag
Gillian Slovo – Rood stof
Troy Blacklaws – Jongen uit de Karoo
Barbara Trapido – De witte aap
Alexandra Fuller – We gaan niet naar de hel vannacht
Over Zuid-Afrikaanse apartheid:
Nadine Gordimer – Word wakker
Damon Galgut – De belofte