Wie van de drie
Zweedse roman over een drieling, die uit elkaar was gedreven.
Het zijn geen leuke gebeurtenissen die Clara, Mathilde en Sebastian uit elkaar hebben gehaald. Of was het tijd voor de drieling om ieder hun eigen weg te gaan? Sebastian neemt een baan aan in Londen in een wetenschappelijk instituut voor onderzoek naar het brein, Mathilde gaat naar Berlijn, waar ze een vriend heeft die een dochtertje heeft, voor wie ze een moeder probeert te zijn. Clara heeft haar journalistenbaan verloren en heeft ervoor gekozen om naar het Paaseiland te gaan waar ze een artikel wil schrijven over een soort milieugoeroe, die denkt dat de wereld weldra zal vergaan. Alle drie zijn ze onzeker en horen over elkaar via het weinige contact dat ze met hun moeder hebben. Hun vader is al langer uit beeld en schijnt nu met een Duitse te zijn. Sebastian is getraumatiseerd door de zelfmoord van zijn vriendin, Mathilde heeft synesthesie, is bipolair en moet op haar tenen lopen om vader en dochtertje te vriend te houden, Clara heeft een heleboel angsten, maar gaat deze met opgeheven hoofd tegemoet.
De wereld waarin ze leven wordt met een tikje sarcasme beschreven. Het wetenschappelijk instituut waar veel met dieren wordt geëxperimenteerd, wordt geleid door een man, gek op cakejes, maar met een dubbele agenda. Sebastian raakt verzeild in een relatie met een patiënt die de wereld plat ziet en heeft een collega, die complotdenker en lekker gek is.
Clara raakt bevriend met een suïcidale vrouw en een man die beweert geen sekteleider te zijn, maar wel wordt gevolgd door een handjevol alternatievelingen. Daartussen een blinde fotograaf met voorspellende krachten.
Mathilde heeft moeite met kleuren en moet alle zeilen bijzetten om haar leven met het kind in goede banen te leiden.
Het is hun moeder die de boel op scherp zet: zij biecht eindelijk op dat een van de drieling niet van haar is, maar ze weet niet wie het wisselkind is. Waarop de drie kinderen, met toch al geen sterk zelfvertrouwen, allen denken dat zij het buitenbeentje zijn. De vraag is of de twee zussen en broer ooit nog bij elkaar gaan komen.
Stof genoeg voor een wervelende roman, waarin een heleboel gebeurt en waar elk hoofdstuk een cliffhanger heeft. Het verhaal vertrekt in vliegende vaart met Sebastian en zijn relaties en met Clara op het Paaseiland, waarna ook Mathilde, weliswaar met minder ruimte, wordt geïntroduceerd. Het verhaal dendert voort en langzaam worden meerdere verhaallijnen aan elkaar geknoopt, tot ze een grote brij vormen.
Misschien raak je het spoor op het einde bijna bijster, er wordt dan ook wel wat van de lezer gevraagd, maar het verhaal heeft inmiddels een groot soap gehalte: onderhoudend en spannend. Een heerlijk luchtige roman, die tussen serieuze onderwerpen zoals het einde van de aarde, dierenproeven en synethesie laveert. Het soap-niveau is het ontstegen dankzij de recht-voor-z’n-raap fraaie stijl van schrijven. Een heerlijk boek om in weg te duiken.
Amanda Svensson – Een systeem zo magnifiek dat het verblindt (Ett system så magnifikt att det bländar, vert. Kim Liebrand), Wereldbibliotheek 2021
Leestips
Soapachtige romans:
Andrew Sean Greer – De glorieuze reis van Arthur Less
Denis Thériault – De eenzame postbode
Olivier Bourdeaut – Wachten op Bojangles
Olivier Bourdeaut – Zout
Emma Straub – Badgasten
Romain Puértolas – De wonderbaarlijke reis van de fakir die vastzat in een Ikea-kast
Michael Frayn – Skios
Erlend Loe – Gelukkig getrouwd
Apen als proefdier:
T.C. Doyle – Praat met mij
Karen Fowler – Totaal door het dolle heen
Milieuroman:
Michael Christie – Greenwood
Paaseiland:
Jennifer Vanderbes – Paaseiland