Zsuzsa Bánk – De zwemmer

Verloren in Hongarije

Duitse roman over zwerftocht door Hongarije van vader en twee kinderen die door hun moeder zijn verlaten.

Katalin heeft niet veel herinneringen aan haar moeder, alleen de foto’s die haar vader Kálmán keer op keer bekeek. Haar moeder vertelde altijd sprookjes die haar kleinere broertje Isti oprecht geloofde. Maar op een dag verliet moeder haar man en kinderen, zonder afscheid te nemen. Ze nam de trein naar het Westen en leefde daar verder met haar vriendin Vali.

De vader van Katalin verkocht hun huisje en trok met de kinderen op weg naar zijn moeder naar verschillende familieleden, verspreid wonend door Hongarije. Ze nestelden zich bij vreemden, maar altijd was er weer wat waardoor ze verder trokken. Katalin en Isti misten hun moeder en hoopten nog lang dat ze weer terug zou komen. Vooral Isti had het er moeilijk mee en kon hierdoor moeilijk afscheid nemen. Hij ontpopte zich als een fanatiek zwemmer toen ze aan een groot meer woonden. Waarna hij het water weer moest missen.

Zsuzsa Bánk werd in 1965 geboren in Frankfurt (Duitsland). Haar ouders waren in 1956 uit Hongarije gevlucht. De roman speelt net na deze datum, toen Hongarije de strijd tegen de Russische communisten verloor en het land langzaam instortte. Het boek eindigt met de dood van Jan Palach, die zich in 1968 in brand stak tijdens de Praagse Lente toen de Russen Praag binnenvielen om tegen te gaan dat Tsjechoslowakije onder leiding van Dubcek een te vrije socialistische koers zou varen, net als in het verleden Hongarije dat onder Nagy had geprobeerd.

Katalin’s moeder was gevlucht omdat ze een communistisch leven niet zag zitten. Ze liet haar kinderen ontredderd achter en de vader zo verloren, dat hij niets beter wist als doelloos door het land zwerven, van het ene familielid naar het andere.

Katalin en haar broertje Isti moesten zich telkens aanpassen aan nieuwe gezinnen. Aan Manci in de grijze stad Boedapest, aan tante Zsófie, haar man Pista, hun pianospelende zoon Jenó, aan tante Ásti en oom Zoltán wiens herinneringen waren vervaagd en hun dochter Virág die leefden aan het meer, aan hun oma Anna “in het dorp waar het altijd rook alsof het geregend had zonder dat het geregend had”.

Af en toe bezocht grootmoeder van moeders kant de familieleden. Ze bracht nieuws over hun moeder die intussen in een fabriek in Duitsland werkte. Dan viel er een stilte tussen de kinderen en liep vader het huis uit.

De jeugd wordt vanuit het meisje Katalin verteld in een langzaam tempo, alsof het één grote vakantie is. De kinderen passen zich aan, hebben weinig contact met hun vader, hoewel hun grootste angst is dat hij hen ook op een dag in de steek zal laten. Van school is geen sprake, van enig familieleven net zo min.

Slechts even lijkt de zon te gaan schijnen en is het of Katalin, Isti en hun vader een plek hebben gevonden. Aan het meer waarlangs op de bergen druiven groeien en oom Zoltán steeds minder vergeet wie ze zijn. Hoelang dit geluk heeft geduurd laat de schrijfster in het midden, het kunnen enige jaren zijn geweest. Maar ook dan komt er een eind aan het geluk en reizen de drie verder als losgeslagen bootjes die weer vrij zijn geraakt uit het riet.

Vooral Isti trekt zich steeds meer in zichzelf terug. Hij hoort dingen spreken die niemand anders hoort en wanneer hun vader hen eenmaal heeft leren zwemmen, kan hij ’s winters met moeite uit het water worden gehouden.

Hoewel de schrijfster Hongarije slechts kent van familiebezoeken, ademt de roman een prachtig tragische sfeer uit van een kleurloos land dat zich moet plooien naar andermans wensen. De tragiek wordt niet zozeer benoemd, maar is wel op de achtergrond aanwezig. Zowel de karakters als het landschap ondergaan gelaten de seizoenen en hun geschiedenis. Dit is de kracht van deze debuutroman waarin Zsuzsa Bánk in eenvoudige bewoordingen en in een strak ritme een prachtig jeugdlandschap heeft geschapen. De roman ontving in Duitsland reeds meerdere kleine literaire prijzen zoals in mei 2003 de Bettina-von-Arnim Prijs.

Zsuzsu Bánk – De zwemmer (Der Schwimmer, vert. Nelleke van Maaren) De Bezige Bij 2003

Leeslinks

Van dezelfde schrijfster:
Slapen doen we later
Nog twee ouderloze kinderen op drift in de familie:
György Konrád – Geluk
Over het leven van een Hongaarse vluchteling:
Agota Kristof – Gisteren
Een groots boek over Hongarije:
Péter Esterházy Harmonia Cælestis
Over een vlucht uit Armenië:
Erika de Vasconcelos – Gezwegen
Over een Amerikaans meisje dat met haar vader ‘vlucht’:
Mitch Cullin – Getijdenland