Thomas Mann – De toverberg (1924)

Zeitgeist

Duitse klassieker over een jongen in een Zwitsers sanatorium.

Thomas Mann leefde van 1875 tot 1955, wat een bewogen tijd was in Europa. Hij was de enige van zijn schrijvende familie (broers en zoon), die zijn werk in 1929 geprezen zag met de Nobelprijs. Deze kreeg hij voor zijn debuutroman De Buddenbrooks, een robuuste familieroman over de ondergang van een rijk koopmansgeslacht uit Lübeck. Vervolgens schreef hij Tonio Krüger (1903) en Dood in Venetië (1911), waarna hij begon aan De Toverberg.

In eerste instantie wilde hij van De Toverberg een soort parodie maken op Dood in Venetië, een verhaal dat gaat over de decadentie van de Duitse cultuur. Maar na een bezoek aan zijn vrouw die enige tijd doorbracht in een Zwitsers sanatorium, werd het sanatoriumleven de spil van het verhaal. Ook de Eerste Wereldoorlog had er zijn invloed op: na de oorlog reviseerde Mann het verhaal compleet en pas in 1924 werd het gepubliceerd. Vervolgens publiceerde hij nog Joseph und seine Bruder (1932-1942) en Doktor Faustus (1947). Zijn laatste roman Die Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull bleef onvoltooid.

Zijn twee misschien wel belangrijkste romans De Buddenbrooks en De Toverberg worden gekenmerkt door een behoorlijk gedetailleerde tijdsgeest. De Buddenbrooks speelt grotendeels in de jaren 1835 tot en met 1877 en met De Toverberg maken we een sprong naar de volgende eeuw, want deze roman speelt in het decennium voor de Eerste Wereldoorlog.

In zijn debuutroman maken we kennis met 3 generaties Buddenbrooks, die de graanfirma ‘Johann Buddenbrook’ beheren in de hanzenstad Lübeck. Niet alleen zijn midden 19de eeuw de Duitse Staten in beweging, ook revolutionaire ideeën van de arbeidersklassen steken de kop op zodat de bourgeoisie langzaam maar zeker steeds meer verworvenheden moet prijsgeven. De stijve adel moet plaatsmaken voor handelsfamilies die snel geld verdienen op minder orthodoxe manieren. Het boek staat bekend als het beste portret van de Duitse bourgeoisie in de 19de eeuw.

Ook in de tijd waarin De toverberg speelt is niet alleen Duitsland, maar heel Europa in beweging. We staan aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. In het verhaal over de jonge koopmanszoon Hans Castorp, die voor drie weken een neef in een Zwitsers sanatorium gaat bezoeken, maar er uiteindelijk zeven jaar blijft, vinden we naast de belangrijkste personages in het verhaal de Italiaanse humanist Settembrini, de reactionaire monnik Naphta die neigt naar het nihilisme en de Hollandse meneer Peeperkorn, die er maar wat op los leeft. Deze drie personages met hun duidelijke en sterk uiteenlopende meningen over de maatschappij zijn een spiegel van de tijd vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Ze reflecteren de geest van die rommelende tijd en zorgen dat de jonge Castorp zich een eigen mening over de wereld kan vormen.

Terwijl De Buddenbrooks een rasechte familiesaga is, is De Toverberg niet alleen een ontwikkelingsroman, maar wordt ook een ideeënroman genoemd, omdat er zoveel lagen en complexe thema’s in zitten, wat maakt dat deze sanatorium-roman veel ontoegankelijker is dan De Buddenbrooks.
De familiesaga is een onderhoudende voortgang van de gebeurtenissen rond de Buddenbrooks. De Toverberg levert echter vele pagina’s gefilosofeer, dat menige lezer kan afschrikken. Toch is dit verhaal uiteindelijk het meest bejubelde boek van Thomas Mann geworden. De ironie die hij in al zijn werken gebruikt, heeft hij in dit boek tot grote hoogte weten te brengen. Ook het gegeven van een sanatorium, waar in wezen niet veel gebeurt, behalve dat de patiënten rondhangen en met elkaar converseren, maar waarover Mann een meer dan een vuistdik boeiend boek heeft weten te schrijven, draagt bij aan de erkenning dat De toverberg een knap staaltje literatuur is.

Thomas Mann – De toverberg, 1924 (Der Zauberberg, vert. Pé Hawinkels), De Arbeiderspers, 2018.
Thomas Mann – De Buddenbrooks, 1901 (Buddenbrooks, Verfall einer Familie, vert. Thomas Graftdijk), De Arbeiderspers 2018.