Stephen Fry – Mythos

Griekse godengids

Geschiedenis van de Griekse mythen.

Stephen Fry is een markante schrijver (én acteur, filmer en presentator), die al sinds zijn jeugd is geïnteresseerd in de Griekse mythen. Adriaan van Dis had een sympathiek interview met hem, waardoor mijn nieuwsgierigheid naar zijn nieuwste boek Mythos meteen werd gewekt. Het belandde hoog op mijn verlanglijstje.

In het boek, eenmaal opengeslagen, bleek echter weinig nieuws te staan: tot mijn verbazing kende ik het gros van de verhalen die erin stonden. Ik wist niet dat ik al spelenderwijs zo veel van de wereld van de Griekse mythen had geleerd, die ik regelmatig aanhaal in mijn columns over het Griekse eiland Lesvos.

Ik had gehoopt dat Fry met een onderhoudende interpretatie zou komen, de godenverhalen zou verbinden met de huidige tijd, zijn humor er in zou laten doorklinken. Maar helaas: ik vond alles maar saai verteld. Mythos leest als een semi-wetenschappelijk boek, waarin geduldig het verhaal wordt verteld, met eventuele uitleg over wanneer een mythe aan de oorsprong van een woord of begrip staat. Het boek bestaat uit korte hoofdstukken over verschillende goden, sommige verhalen in elkaar overlopend, beginnend bij het begin van chaos waaruit Gaia en Ouranos kwamen, en tenslotte eindigend met bekende verhalen van halfgoden, zoals Arachne, Echo of Arion. Fry’s heerlijke humor komt er maar mondjesmaat aan te pas. Voor iemand die de mythen kent, wordt het boek al gauw vrij saai, daar de inhoud bekend is en de schrijverij behoorlijk droog, gelardeerd met talrijke namen en voetnoten. Zo saai zelfs, dat ik het niet heb uitgelezen.

En dat terwijl zoveel schrijvers Griekse mythen of Olympische Goden als onderwerp van hun boek hebben genomen om er hun eigen verhaal van te maken. Met regelmatig een prachtig resultaat en voor de lezer een veel leukere manier om zich de mythen eigen te maken. Ik vraag me af waarom Fry deze uitdaging niet is aangegaan, maar het heeft gelaten bij een boek dat hoogstens voor middelbare scholieren wat leerzaam leesplezier kan opleveren.

Neem bijvoorbeeld het boek Goddelijk huishouden van Marie Phillips. Die heeft de Olympische goden in een oud, vervallen huis midden in hedendaags Londen geplant, waar ze hondenuitlater, seksclubeigenaar of goochelaar zijn. Ze laat hun specifieke karakters naar voren komen in allerhande hilarische scènes, voor de lezer beslist een onderhoudend feest.

Colm Toíbín schreef een mooi verhaal over Orestes, wiens moeder Klytaimnestra zijn vader Agamemnon had gedood, nadat die zijn zus Iphigenia had geofferd aan de goden (Het huis van de namen). Margaret Atwood schreef een hartstochtelijk verhaal over het lange wachten van Penelope, vrouw van Odysseus (Penelope), Jeanette Winterson interpreteerde het verhaal van Atlas en Herakles op haar eigen wijze (Zwaarte), net zoals Madeline Miller een prachtig loflied voor Achilles schreef (Een lied voor Achilles).
Mijn meest favoriete verhaal komt van David Vann over Jason (van het gulden vlies) en Medea: Klare lucht zwart, een schitterend en wreed epos over de thuisreis van Jason die Medea meevoert. Medea, groots, grimmig en eenzaam.

Wanneer je deze (en nog veel meer) verhalen hebt gelezen over het Griekse godendom, dan steekt Fry’s Mythos hier wel erg bleekjes bij af. Er zijn genoeg informatieve boeken die de Griekse goden op een rijtje hebben gezet, daar heeft Fry vrij weinig aan toegevoegd.

Stephen Fry – Mythos (Mythos, vert. Henny Corver, Ineke van den Elskamp, Pon Ruiter en Frits van der Waa), Thomas Rap 2018

Leeslinks

Van Stephen Fry:

Speelbal
Geschiedenis schrijven

Over mythen:

Karen Armstrong – Mythen

Griekse Mythen herverteld:

Madeline Miller – Circe
Margaret Atwood – Penelope
Alessandro Baricco – De Ilias van Homeros
Michel Faber – Het vuurevangelie
Madelin Miller – Een lied voor Achilles
Lawrence Norfolk – In de gedaante van een beer
Victor Pelevin – De helm der verschrikking
Ali Smith – Meisje ontmoet jongen
Colm Toíbín – Het huis van de namen
Barry Unsworth – De koningsliederen
David Vann – Klare lucht zwart
Jeanette Winterson – Zwaarte
Jacqueline Zirkzee – Mykene
Daniel Mendelsohn – Een odyssee