De baby
Ierse roman over een getrouwde Ierse vrouw en vreemdgaan.
De Ierse schrijver en journalist Colm Tóibín woont en werkt zowel in Amerika als in Ierland, zijn geboorteland. Wat we in zijn werk terugvinden. Behalve een uitstapje naar Griekenland, waar zijn hervertelling van de mythe van Klytaimnestra speelt (Het huis van de namen), een paar excursies naar Spanje (Een lange winter, De lege familie), spelen de andere romans meestal in zijn geboorteland Ierland (Nora en Het lichtschip van Blackwater) of pendelen op en neer tussen Ierland en Amerika (Brooklyn en Long Island). Dan zijn er nog zijn romans over de schrijvers die hem na aan het hart liggen: De meester, over Henry James in Londen en De tovenaar, over Thomas Mann, die wat meer grenzen overtrekt in Europa en Amerika.
De meeste romans van Tóibín spelen rondom het thema familie. Waarin natuurlijk niet alles gaat zoals het zou moeten gaan. Van de heftige Griekse mythologie, de kinderrijke familie van Thomas Mann tot de zacht sudderende romans over een weduwe of een terugkerende emigrante. Het hart van de roman betreft veelal vrouwen wiens familie uit elkaar dreigt te vallen. Of al uit elkaar zijn gevallen door ruzie of dood. Een ander terugkerend thema in Tóibíns werk is Ierland en emigratie.
Long Island, Tóibíns laatste roman, gaat over de Ierse Eilis Lacey die in Amerika getrouwd is met Tony Fiorello, een Italiaanse immigrant met een familiebedrijf. Ze hebben twee kinderen en wonen met andere familieleden op een kluitje in een doodlopende steeg in Long Island. Eilis is al bekend uit Tóibíns roman Brooklyn uit 2009. Waarin ze naar Amerika emigreert, Tony ontmoet, teruggaat naar Ierland voor de begrafenis van haar zus en daar verliefd wordt op Jim Farrell.
Jaren later, de kinderen al bijna volwassen, reist Eilis wederom terug naar Ierland. Ook de kinderen komen kennis maken met Enniscorthy, waar hun moeder en grootmoeder vandaan komen. Het kleine stadje heeft een traditionele keten van pubs waar veel van het leven zich afspeelt. In dit verhaal speelt ook een fish & chips bedrijfje mee. Maar ook hier draait het weer om de familie: Eilis verhouding met haar moeder, haar kinderen, haar man en zijn familie. Eilis zal wederom een nieuw pad in haar leven moet kiezen. Of niet?
Colm Tóibíns verhalen over de Ierse vrouwen Nora en Eilis zijn wat mat van kleur. Geen sensationele ontwikkelingen, maar een langzame opbouw van gevoelens en situaties, een gesjouw van heuvel op en heuvel af, en weer een heuvel op en weer een heuvel af, waarbij de personages keuzes moeten maken, of juist daarvan afzien. Bij sommige lezers kruipt het verhaal onder de huid, terwijl bij mij juist het ongeduld het won. Ik kan me herinneren dat ik niets op had met Nora, en nu kon ik me niet identificeren met Eilis en haar leven (Ik heb Brooklyn niet gelezen). Ik had ook al geen sympathie voor Nancy, ooit Eilis beste vriendin. Ik begreep niet veel van de norse moeder van Eilis, een pedante grootmoeder, niet aardig voor haar dochter maar wel voor haar kleinkinderen. De enige met wie ik meevoelde was de man in het verhaal: Jim.
Toíbíns schrijven is correct maar zonder felle kleuren, met net niet genoeg kracht om je helemaal het verhaal in te trekken. En wanneer de karakters dan ook al niet van de pagina’s spatten, blijft er een zekere afstand tussen het verhaalen de lezer. Een afstand die bijvoorbeeld niet bestond in zijn romans Het huis van de namen en De tovenaar.
Toch weet Tóibín met deze stijl van schrijven genoeg mensen te boeien. Het vorige boek over Eilis, Brooklyn, was een regelrechte bestseller en haalde de longlist van de Booker Prize. Ik moet toegeven dat een klein beetje nieuwsgierigheid me wel bekruipt naar hoe Eilis en Tony elkaar ontmoette en hoe Eilis haar huwelijk geheim wist te houden, toen ze voor even terug was in Enniscorthy.
Colm Tóibín – Long Island (Long Island, vert. Nadia Ramer), De Geus 2024
Leestips:
De voorloper van Long Island:
Brooklyn
Van dezelfde schrijver:
De tovenaar
Het huis van de namen
Nora
Het lichtschip van Blackwater
Twee vriendinnen en de liefde:
Sally Rooney – Prachtige wereld, waar ben je
Vreemdgaan:
Benoîte Groult – Zout op mijn huid
Marita van der Vyver – Koud opgediend
Christian Gailly – De nacht