Eleanor Catton – Het woud van Birnam

Hoe groen kun je zijn

Nieuw-Zeelandse eco-thriller over een groepje guerilla-boeren en een miljardair.

Het Birnam Wood in Schotland kreeg zijn bekendheid door het toneelspel Macbeth van Shakespeare, waarin heksen Macbeth waarschuwen dat hij pas bang moest worden wanneer het bos naar zijn kasteel Dunsinane Hill zou marcheren. Wat op een dag gebeurde, toen een vijandig leger takken van de bomen sneed en die als camouflage gebruikte om het kasteel te bestormen.

Camouflage genoeg in Eleanor Cattons nieuwe roman, die is vernoemd naar een ecologische groep mensen die aan guerilla-boeren doen, dat wil zeggen dat ze gewassen verbouwen op land dat niet van hen is: Birnam Wood. De groep wordt min of meer geleid door Mira, een ietwat onverschrokken, maar egocentrisch meisje. Haar rechterhand is Shelley, die op het punt staat de groep te verlaten omdat ze genoeg heeft van het gekoeioneer van Mira.

Het verhaal speelt in Nieuw-Zeeland, maar hun tegenspeler is een Amerikaan, de puissant rijke Robert Lemoine, die in Nieuw-Zeeland een grootse schat aan zeldzame delfstoffen ontdekt die hij probeert in het geheim te delven. Hiervoor heeft hij met een heel scala aan hi-tech een groots camouflageplan opgezet, een rookgordijn, waarin hij ook Birnam Wood betrekt, wanneer hij de nieuwsgierige Mira tegenkomt. Hij is zo’n man die alle gebeurtenissen met al zijn geld en slimheid weet om te buigen voor eigen gebruik.

Dan is er nog de Birnam Wood-afvallige Tony, die een tijdje in Mexico had gezeten om journalistieke stukken te schrijven, die echter minachtend werden weggezet als gaande over armoede-toerisme. Wanneer Mira, waarmee hij vlak voordat hij vertrok een nacht iets had, aankondigt dat ze gaat samenwerken met Lemoine, ruikt hij een goed artikel en geheel in junglestijl met kleding in camouflagekleur dringt hij het speelterrein van de roman binnen.

Dat is de Korowaibergketen, met aan de voet een oude schapenboerderij, bij het plaatsje Thorndike. Daar was net een dodelijke aardverschuiving, zodat het gebergte verboden gebied werd en Lemoine er het rijk alleen kreeg voor zijn duistere zaken. Om alles uit te sluiten wil hij de boerderij, die te koop staat, kopen van Owen Darvish, net geridderd voor zijn inspanningen op het gebied van natuurbehoud. Maar ook Mira heeft belangstelling voor de boerderij: een prima plek voor Birnam Wood om illegaal te boeren. Zo komen de twee elkaar tegen en begint het spel.

Het verhaal is niet alleen spannend, maar ook vermakelijk in die zin, dat alle partijen, links, rechts, groen of rijk, ervan langs krijgen van Catton. Niet alleen de rijke Lemoine die denkt de wereld te kunnen kopen, maar ook de leden van Birnam Wood krijgen regelmatig naar het hoofd geslingerd dat ze zwakkelingen zijn, die niet met hart en ziel achter hun zaak staan, maar er zijn omdat je nu eenmaal voor de natuur en tegen de rijken moet zijn. Zonder na te denken een leider achterna lopen. Zelfs Tony, de enige die de waarheid achterhaalt, komt er niet zonder kleerscheuren vanaf, maar wordt uitgemaakt voor een opportunist die tegen elke prijs roem wil verkrijgen. Het is maar de vraag waarin Catton zelf staat, want ook de schijnheilige Darvish en vrouw komen er niet fraai vanaf en al helemaal niet de Nieuw Zeelandse regering.

Alle partijen zeggen iets te doen voor het milieu, maar zelfs het werk dat Birnam Wood doet, is afhankelijk van geld, dus van omkoping. Hoe makkelijk dat gaat, zien we in dit verhaal waar de zogenaamde natuurbeschermer en geridderde sir Darvish bijvoorbeeld een pesticide bedrijf heeft en Lemoine een bedrijf heeft dat is gespecialiseerd in drones, die boven het gehele verhaal hangen. Niet echt helemaal groen. Niets is groen in deze roman.

Macbeth had nooit gedacht dat de bomen van het bos zich tegen hem konden keren. Tegenwoordig zijn er nog maar twee bomen over in het ooit zo fiere Woud van Birnam, waarvan eentje zelfs uit de tijd van Shakespeare kan stammen. Het is als het lot van de aarde: onuitroeibaar geacht, maar de mens doet zijn best het onmogelijke waar te maken.

We hebben even moeten wachten op de nieuwe roman van Eleonor Catton, na haar prachtige, haast Victoriaanse roman over een goudzoekerstadje: Al wat schittert. Het won de Booker Prijs van 2013. Het verhaal was deels astrologisch bepaald, speelde in 1866 en de hoofdstukken werden almaar kleiner. Deze keer niet van die mooie huzarenstukjes, maar een regelrechte eco-thriller in de tegenwoordige tijd, met een hoop venijn naar alle kanten. Een heerlijk sarcastische ‘page-turner’, dat Al wat schittert weliswaar niet naar de kroon steekt, maar toch een perfect boek is om helemaal in weg te duiken, met het nodige voer voor discussies.

Eleanor Catton – Het woud van Birnam (Birnam Wood, vert. Gerda Baardmans en Jan de Nijs), Ambo/Anthos 2023

Leestips
Van dezelfde schrijfster:
Al wat schittert
Spanning in de bossen:
Liz Moore – De stem uit het bos
Eco-boeken:
Rachel Kushner – Creation Lake
Michael Christie – Greenwood
David Guterson – Onze Lieve Vrouwe van het woud
Ron Rash – Serena
Jonathan Franzen – Schokgolven
Frank Schätzing – De zwerm
Ilija Trojanow – Smeltend ijs
Robert Menasse – Kentering
Linkse activisten:
Peter Carey – Amnesie
Nathan Hill – De nix
Lisa St Aubin de Terán – Otto
Ingrid de Bétancourt – Woede in het hart