Een onterecht vergeten cowboy-verhaal uit de jaren zestig
Verrassende Amerikaanse roman uit 1967 over 2 ranchers in Montana rond 1920.
Tijdens het castreren van de koeien, net zoals bij de andere werkzaamheden op de Burbank-ranch, is Phil de enige die geen handschoenen draagt. Zijn broer George wel, hij is voorzichtig en lang niet zo stoer als Phil die degene is die alles kan: dingen uit ijzer smeden, boeken lezen, schaken, met de mannen omgaan. Wanneer stugge George in de buurt van de mannen komt die voor hen werken op de ranch, vallen de gesprekken stil, of maken de mannen zich uit de voeten.
De weduwe Rose Gordon en haar zoon Peter beheren de herberg De Rode Molen in Beech, waar de ranchers met hun kuddes voor of na het zakendoen de beest uit komen hangen en feest komen vieren. Volgens Phil is Peter een watje en hij is daarom ook pissig op George omdat die steeds vaker naar Rose gaat. Hij pest hem met het truttige weduwe-vrouwtje dat absoluut geen partij is voor de zo rijke Burbank-familie. Op een dag komt Rose toch op de Burbank-ranch wonen. En komt Peter zijn zomervakantie op de ranch doorbrengen. Phil trekt zijn plan om de weduwe en haar zoon weg te pesten. Maar alles loopt natuurlijk anders dan hij verwachtte, want Peter is weliswaar een stille jongen, maar lang niet zo stom als hij zich voordoet. En Phil blijkt ook niet te zijn zoals hij zich uitgeeft.
Mooi verhaal over twee broers en een weduwe met haar zoon dat reeds in 1967 in Amerika werd gepubliceerd. In het nawoord van een nieuwe Amerikaanse uitgave (Back Bay Books, 2001) beschrijft Annie Proulx het boek als een landschapsroman. Het speelt zich af in de ruige natuur van Montana op een ranch rond 1920. Je zou het ook cowboy-literatuur kunnen noemen omdat het over cowboys, indianen en veeboerderijen gaat.
De schrijver, Thomas Savage, is opgegroeid op een ranch in Montana. Zijn moeders familie had een schapenranch en na haar scheiding trouwde ze een man met een koeienranch. Maar niet alleen het ranch-leven is autobiografisch. De broer van Savage’s moeders tweede man, Ed, staat model voor Phil. Savage’s moeder speelde piano, zijn moeders ouders staan model voor de oudere Burbanks en zo zullen er nog wat biografische gegevens zijn, die in ieder geval te lezen zijn in Savage’s autobiografische roman I Heard My Sister Speak My Name. In het nawoord maakt Annie Proulx hier allemaal gewag van en geeft tevens een analyse van het verhaal.
Het thema van het boek is de sluimerende homoseksualiteit, misschien een reden waarom het boek in de zestiger jaren niet is aangeslagen. Hoewel pas aan het einde van het boek het verhaal op zijn plek valt en het thema naar voren komt, staat, achteraf gezien, het boek bol van symbolen: het verhaal begint met het castreren van vee en met de consumptie van stierenballen. Ook later komen er niet zachte beschrijvingen van o.a. sadistische spelletjes met kleine dieren zoals eksters, konijnen en andere velddieren. Wat maakt dat dit boek juist geen ‘watje’ is en het onderstreept ook nog eens het ruige leven op een ranch.
Want niet alleen de verrassende en goed in elkaar gezette ontknoping maakt het verhaal sterk: de verhaallijnen zijn strak en summier opgezet en voeren langzaam de spanning op. De karakters zitten psychologisch goed in elkaar. De schrijfstijl is zeer beeldend en geeft een pakkende beschrijving van de natuur in Montana en het ranchleven rond 1920. Het is een wonder dat dit boek geen Amerikaanse klassieker is geworden en in het vergeetkastje is geraakt, of dat het nog niet verfilmd is. Een verrassend mooi boek dat je na een keer lezen meteen opnieuw wil lezen.
Thomas Savage – He geweld van de hond (The Power of the Dog, vert. Peter Bergsma), De Geus, 2003
Leestips
Van dezelfde schrijver:
Koningin van Idaho
Homeseksualiteit in Amerika:
Rebecca Makai – Een stralende toekomst
Uit de kast komen:
Margaret Mazzantini – Schittering
Hanya Yanagihara – Naar het paradijs
Een ander ‘cowboy’-boek:
Mark Spragg – De vrucht van steen
Kent Haruf – Het avonduur
Een ruige paardenroman:
Cormac McCarthy – Al die mooie paarden
Meer Amerikaanse landschapsliteratuur:
Melinda Haynes – Krijtstad
Jean Vautrin – Het jaar van de orkanen
Annie Proulx – De laatste troef
Een ander ‘vergeten’ boek uit de jaren 60:
Richard Yates – Revolutionary Road
Een bestseller over een Amerikaanse paardenranche:
Nicholas Evans – De paardenfluisteraar