Richard Yates – Revolutionary Road

Dromen in 1955

Vergeten Amerikaanse roman uit de jaren 60 over zeden en normen uit de jaren 50.

Het boek begint met de opvoering van het toneelstuk The petrified forest waarin April de hoofdrol speelt en eindigt met een drama welke oorzaken echter al veel verder in het verleden van de hoofdpersonen liggen.

Frank en April Wheeler wonen in een buitenwijk in Connecticut. Frank werkt in New York bij een bedrijf waar hij eigenlijk geen klap hoeft uit te voeren. April blijft thuis bij hun twee kinderen, verveelt zich min of meer als huisvrouw en ergert zich aan het leven in een buitenwijk. Eigenlijk voelt ze zich te goed voor de buren en hun nieuwe vrienden zoals de Campbells. Net zoals Frank is ze bang om te kleinburgelijk over te komen. Zij zijn anders en kunnen wat met hun leven.

Daarom komt April op een dag met een oplossing om hun toekomst te gaan verbeteren en uit hun saaie buitenwijkse dilemma te komen. Het zal Frank een kans geven om zichzelf te herontdekken. Maar Frank komt er opeens achter dat er meer in zijn werk zit dan hij al die jaren had vermoed. En dan gebeurt er nog iets wat een serieuze bedreiging voor hun nieuwe enthousiaste plannen vormt.

Revolutionary Road is de debuutroman, gepubliceerd in 1961, van een Amerikaanse auteur die eigenlijk een beetje in een vergeethoekje is geraakt. Richard Yates’ schrijverscarrière nam een vlucht met de publicatie van deze eerste roman, waarna er meer successen volgden tot zijn roman Disturbing the Peace (1975) niet goed werd ontvangen. Toch presteerde hij het daarna om weer met een succesvolle roman te komen: The Easter Parade (1976). Maar het succes van Revolutionary Road werd door zijn andere acht romans, korte verhalen en theaterscripts nooit overtroffen en geldt als zijn meest succesvolle roman. De auteur stierf in 1992.

Revolutionary Road werd het jaar dat het uitkwam genomineerd voor de Amerikaanse National Book Award, net zoals het welbekende Catch 22 van Joseph Heller. Niemand weet precies waarom de schrijver, door zoveel andere schrijvers op handen gedragen, bij het publiek in vergetelheid geraakte.

Yates’ stijl van schrijven is juist zeer publieksvriendelijk. Geen ingewikkelde verhaallijnen of opgesierde toontjes, zijn toon is kristalhelder en gaat over heel gewone mensen waarin iedereen wat van zichzelf herkent. Een rechttoe rechtaan verhaal over een stel in een buitenwijk op Revolutionary Road in Connecticut nabij de sprankelende stad New York in het jaar 1955.

Geloven we de recensie van Orville Prescott uit de New York Times van 10 maart 1961, dan zijn het de hoofdpersonen die een beetje gestoord zijn. Andere kritieken prijzen het boek echter om zijn satirische kijk op de Amerikaanse maatschappij van de vijftiger jaren waarin luxe zijn opmars deed, mensen de stad uit wilden en op zoek gingen naar nieuw geluk in buitenhuizen, een tijd waarin veel nieuwbouwwijken ontstonden. Een benauwende tijd waarin de mensen met grote ogen naar de buren keken en de roddelmachines op volle toeren draaiden.

De hoofdkarakters Frank en April Wheeler kwamen uit de stad en voelden zich eigenlijk een beetje te goed ten opzichte van al die andere forenzen die dagelijks de trein deelden met Frank of de huismoeders die naast April bij de scholen stonden. Ze geloofden dat ze meer in zich hadden dan de suffe baan bij Knox Business Machines van Frank of de huistaken van April. Daarom besloten ze wat aan de dagelijkse sleur te doen en maakten een plan voor een nieuwe toekomst. Maar zoals eerder in hun leven pakt dit altijd anders uit dan gepland.

Door Yates’ heldere schrijven merk je in het begin niet dat je een fascinerend verhaal in wordt getrokken. Het gaat niet om de ruzies die om de haverklap uitbreken tussen de Wheelers. De oorzaken van hun onenigheid liggen veel en veel dieper en hebben een deel van hun wortels in de tijdsgeest waarin je in Amerika deed wat men dacht dat bij je paste. Geen individuele zoektocht, maar een verlangen naar een algemeen beeld dat toen al gecreëerd werd door de commercie en mensen met geld. Zoals April vroeger dacht: “Ik heb altijd gedacht dat er ergens een groep gouden mensen zou bestaan en wanneer ik ze zou tegenkomen zou ik een van hen blijken te zijn.” Helaas komt zij van een koude kermis thuis.

Het is dankzij een criticus van de Boston Review die het boek enkele jaren geleden ‘herontdekte’ dat er nu een Nederlandse vertaling is verschenen. De kracht van het boek schuilt in zijn simpelheid en herkenbaarheid. Ondanks dat het meer dan 40 jaar geleden werd geschreven en gepubliceerd, lijkt het boek nu een universele waarde te hebben gekregen, want wat is er veranderd in onze en de Amerikaanse maatschappij? Mensen kiezen voor een gezin, geld verdienen en huisje kopen. Slechts weinigen durven te kiezen voor de minder platgetreden paden om hun eigen dromen te verwezenlijken.

Yates is een meester in zijn karakteropbouw. Geen helden of anti-helden. Hij schrijft over door-de-weekse mensen met hun dromen over meer zijn. Kleine dromen met grote gevolgen. Hij haat zijn karakters niet, maar legt ze ook niet in de watten. Wat een zeer interessant boek oplevert. Deze vergeten Richard Yates kan vergeleken worden met zijn idolen Ernest Hemingway en Fitzgerald.
Uitgegeven met een voorwoord van de Nederlandse schrijver Thomas Verborgt.

Richard Yates – Revolutionary road (Revolutionary Road, vert. Marijke Emeis) De Arbeiderspers 2003

Leeslinks
Moderne zedenschetsen van Amerika:
Jay McInerney – Het goede leven
Jonathan Franzen – De correcties
Een andere nominatie voor de National Book Award van 1961:
Joseph Heller – Catch 22
Een ander ‘vergeten’ boek uit de jaren 60:
Thomas Savage – Het geweld van de hond
Over een Nederlandse huisvrouw:
Heleen van Royen – De ongelukkige huisvrouw