Saul Bellow – Ravelstein

Schrijf, en gij zult sterven

Roman over liefde en dood.

Abe Ravelstein is een beroemde Amerikaanse professor in politieke filosofie. Wanneer hij op aanraden van zijn vriend Chick op populaire wijze zijn zienswijze in boekvorm uitbrengt, raakt hij de jackpot en stroomt het geld binnen, wat zeer nodig is, gezien Ravelstein een voorliefde heeft voor de allerduurste kleding en graag op grote voet leeft.

Behalve in Chicago, waar zijn thuishaven is, verblijft hij graag in Parijs, in een zeer duur hotel en omringt hij zich de hele dag met mensen of met telefoons via welke hij van alles op de hoogte kan blijven. Politiek, cultuur; zijn leerlingen en oud-leerlingen staan in nauw contact met hem en houden hem op de hoogte van allerlei nieuwe ontwikkelingen in de politiek, tot de allerlaatste roddels.

Maar Ravelstein is in de nadagen van zijn leven, houdt van jongens, en heeft het HIV-virus opgelopen. Zodoende krijgt hij steeds meer kwaaltjes en ziekten en verzwakt hij zienderogen. Chick, die in dagelijks contact met de meester staat, wordt uitverkoren om Ravelsteins biografie te schrijven. Naarmate Ravelstein meer het bed houdt, nemen zijn sociale contacten toe, en ook de gesprekken met Chick.

Wanneer Ravelstein tenslotte gestorven is, en de leegte die hij achterlaat, zichtbaar wordt voor Chick, die ook al op leeftijd is, lukt het Chick niet om aan de biografie te beginnen. Hij stelt het uit en uit. Zijn vrouw Rosamunde haalt hem over mee naar een Caraïbisch eiland te gaan: misschien dat dat hem inspiratie geeft. Maar alles wat Chick daar vindt is een ernstige visvergiftiging, dat hem op het randje van de dood brengt. Wanneer hij tenslotte toch nog weer helemaal beter wordt, beseft hij dat wanneer hij de biografie van Ravelstein zou voltooien, er niets meer tussen hem en de dood zal staan.

Saul Bellow is een zeer geliefde Amerikaanse schrijver, met veel boeken die in de literaire prijzen vielen. Ravelstein werd met open armen ontvangen gezien Bellow al in zo’n tien jaar geen boek meer had gepubliceerd. Mede door zijn leeftijd van dik over de tachtig, vond iedereen dit een grote prestatie. De verrassing nam nog meer toe door de inhoud van het boek: Abe Ravelstein vertegenwoordigt duidelijk zijn vriend Allan Bloom, professor in de politieke filosofie, die in 1992 is overleden. Bloom verdiende zijn grootste sporen met het schrijven van het boek The closing of the American mind, dat hij op aanraden van Saul Bellow had geschreven, waarin hij de 60-jaren cultuur van Amerika hekelt, als zijnde het begin van het einde. Dat werd hem niet door iedereen in dank afgenomen, net zoals in Ravelstein de publicatie van Ravelsteins boek hem vijanden verschafte.

Toch waren sommige mensen niet helemaal gelukkig met het portret van Abe Ravelstein/Allan Bloom. Wordt Allan Bloom hier niet al te bloemrijk afgeschilderd? En daarbij, Allan Bloom was homo en stierf aan aids, een gegeven dat nog niet algemeen bekend was. In Ravelstein is het Nikki, de mooie Aziatische jongen die de vaste partner van de meester was. Weliswaar levend op de achtergrond, had hij de meeste rechten op Ravelstein. Maar meer krijgen we niet te horen over deze relatie.

Saul Bellow heeft zelf enkele jaren geleden op het randje van de dood gelegen door een soort vergiftiging, waar hij weer helemaal bovenop gekomen. Daarom geeft dit boek te denken. Is het een excuus voor de schrijver tegenover zijn goede vriend Allan Bloom, dat de biografie nog steeds niet klaar is, of is dít de biografie?

Maar het boek gaat niet alleen over Ravelstein. Hoewel de ik-persoon in het boek alle moeite doet een portret van de grote meester te maken, komen er ook veel verhalen over Chick zelf te voorschijn. En al beschrijft hij hoe de meester over zijn huwelijk dacht, het is vooral zijn eigen huwelijksleven dat daardoor voor de lezers uit de doeken wordt gedaan. Door het voortdurende vergelijk van Ravelsteins en Chicks mening, krijgen we zowel van Ravelstein als van Chick een duidelijker beeld. Of dit een autobiografisch gegeven is, is niet duidelijk. Wel is het zeker dat Chick leefde in de schaduw van de flamboyante excentrieke man Ravelstein, en Saul Bellow een zekere adoratie koesterde voor Allan Bloom. En het is zeker dat dit boek een groot eerbetoon is aan de vriendschap tussen twee mannen. Genoeg stof voor de Bellow-liefhebbers dus.

Los gezien van al deze gegevens omtrent de schrijver is het boek mooi geschreven, maar bij vlagen wel erg omslachtig. Het verhaal is eigenlijk geen verhaal. Slechts door het aaneenrijgen van alle anekdotes komen we tot een ‘verhaal’, als het al een verhaal is en geen statement, of biografie.
Het lijkt wel geschreven voor stevige literatuurkenners omdat er voortdurend met klassieke schrijvers en andere filosofisch/politieke theorieën wordt gegooid. Dat maakt het boek wel tot een ‘niet-zo-makkelijk te-lezen’ boek. Maar voor de filosofie-liefhebber moet dat geen probleem zijn.

Saul Bellow – Ravelstein, Bert Bakker, 2000

Boekenlinks
Onder professoren:
Philip Roth – De Menselijke Smet
John Williams – Stoner
Zadie Smith – Over schoonheid
Denis Johnson – De naam van de wereld
Over vrienschap:  
Sándor Márai – De gloed
Hanya Yanagihara – Een klein leven
Siri Hustvedt – Wat me lief was
Bariş Biçakçi – Radeloos als we waren
John Harstadt – Max, Mischa & het Tet-offensief
Elena Ferrante – De Napolitaanse romans