“Zo gaat dat hier”
Familieroman over een Frans/Marokkaans gezin in Marokko in de jaren ’45 – ’55.
In deze onzekere tijden waarin weer fel wordt gedemonstreerd tegen racisme, is dit een passend verhaal over hoe om te gaan met cultuurverschillen. De wereld is niet verdeeld in wit en zwart, of rijk en arm. Ertussen zitten oneindige nuances, waarin individuen hun dromen proberen te verwezenlijken. Ook al werkt hun huidkleur niet altijd mee, ze vinden de kracht om verschillen te overbruggen. Terwijl veel Nederlands-Marokkaanse schrijvers het hebben over hun integratie in de westerse cultuur, is hier een verhaal over een Française in Marokko. Er zijn veel Franse schrijvers met een Noord-Afrikaanse afkomst die over de onafhankelijkheidsoorlog en/of vrouwenrechten hebben geschreven.
Familieverhalen vormen een uitgelezen bron voor geschiedenis en zijn de ruggengraat van menige roman. Leïla Slimani is een Marokkaans-Franse schrijfster, journaliste en diplomaat, die opgroeide in een Franstalig gezin in Marokko. In twee eerdere boeken – In de tuin van het beest (2014) en Seks en leugens (2017) ageert ze tegen de heersende dubbele seksuele moraliteit in Marokko. Haar tweede roman, Een zachte hand (later De perfecte oppas en bekroond met de Prix Goncourt 2016), gaat over een meisje die de kinderen waarop ze past vermoordt. In haar vierde roman keert Slimani terug naar de familieschoot: Mathilde is gebaseerd op verhalen van haar grootmoeder.
Het is het eerste deel van een trilogie Het land van de anderen, dat speelt in de periode van 1945 tot 1955. Het tweede deel zal spelen in de periode van 1971 -1981 en het derde deel zal de jaren 2005 tot 2015 beslaan.
De oorlog is voorbij, Europa likt zijn wonden. Mathilde, een meisje uit de Elzas, werd verliefd op Amine, een Marokkaanse soldaat. Wonder boven wonder keurt haar vader hun huwelijk goed en zo volgt Mathilde Amine naar zijn vaderland. De verwachtingen van een exotisch sprookjesland worden de bodem ingeslagen wanneer het pasgetrouwde stel bij Amines moeder intrekt in Meknès. Amine pakt al snel het ritme van het leven van een Marokkaanse man op: uitgaan zonder vrouw; die behoort in de keuken. Na enige tijd vertrekken Mathilde en Amine naar een verlaten familielandgoed. Vruchtbare grond, uitgestrekte velden met graan en groene boomgaarden, dat zijn de verwachtingen. Maar het land blijkt kaal en onhandelbaar, net zoals het huis een haast onbewoonde hut is. Maar zowel Amine als Mathilde zetten de schouders eronder om hun dromen te laten uitkomen.
Het is vooral Amine die strijd levert met de grond en zijn gewassen. Ze krijgen twee kinderen, Aïcha en Selim, waarvoor Mathilde alle tijd heeft om ze op te voeden: haar plaats is thuis. Mathilde, opgegroeid in westerse luxe, vecht tegen de armoede, maar ook om haar plaats in Amines familie en de Marokkaanse tradities, waarin de vrouw een minderwaardige rol heeft. Mathilde moet een weg vinden om uit haar eenzaamheid te komen, om zichzelf te blijven en toch ook haar huwelijk overeind te houden. Door haar kruidenkennis en een beetje medische ervaring, groeit ze uit tot een soort plattelandsdokter, die liever haar kennis gebruikt, dan de lokale bijgelovigheid haar werk te laten doen.
Op de achtergrond speelt een steeds grimmiger wordende opstand tegen het Franse kolonialisme in Marokko, waardoor de steden onveilig worden. Totdat ook de strijd het platteland bereikt en Mathilde en Amine een kant moeten kiezen.
Op het eerste gezicht zijn er veel clichés te verwachten in dit boek: een Franse vrouw tussen de Marokkanen, die moeite heeft haar vrijheid in te leveren, om zich te onderwerpen aan de mannencultuur. Daarbij moet ze zich aanpassen aan het armoedige leven op een eenzaam platteland. Deze thema’s zijn echter mild verpakt in veel anekdoten, die zich aaneenrijgen tot één verhaal. Alles wordt spelenderwijs gebracht, met de nodige verrassingen.
Vooral de vrouwen krijgen Slimani’s volledige aandacht: naast Mathilde in de hoofdrol, is er Amines moeder Mouilala, die haar grip verliest op Amines broer Omar, die steeds dieper het verzet induikt. Er is Amines zusje Selma, die een moderne vrouw wilt worden en zich wilt ontdoen van de vrouwonvriendelijke tradities. En dan is er Mathildes dochter Aïcha, die moet zien klaar te komen met haar Frans-Marokkaanse afkomst en de armoede.
Eenmaal begonnen in het boek, weet het verhaal, hoe recht-door-zee het ook is geschreven, je toch te pakken. De clichés worden gladgestreken door de uit het leven gegrepen scènes, waarbij niet altijd alles op scherp staat en er regelmatig water bij de wijn wordt gedaan. Net zoals een huwelijk een kwestie is van geven en nemen, is ook integratie een zaak van accepteren en vechten. Uit welke cultuur je ook komt, we worstelen allemaal met onze dromen en de barrières die hiervoor geslecht moeten worden. Dit is het verhaal over een familie die zichzelf met waardigheid staande probeert te houden in een verdeelde wereld.
Mathilde heeft niet de emoties en de liefde voor een land, zoals Yasmina Khadra deze beschrijft in het hartverscheurende Wat de dag verschuldigd is aan de nacht, een verhaal over een Algerijnse jongen die opgroeit bij Frans-Algerijnse stiefouders, ten tijden van de Algerijnse opstand tegen het Franse kolonialisme. Slimani’s verhaal, waarin duidelijk ook het thema van vrouwenonderdrukking speelt, suddert ietwat voort, waarbij de spanning pas aan het einde een beetje oploopt.
Maar toch belooft Mathilde een mooie trilogie, waarin we meer over Marokko en haar inwoners leren, en vooral over hoe een gemengd gezin de geschiedenis probeert te overleven. In deze roerige tijden zeker een mooi en makkelijk te lezen boek.
Leïla Slimani – Mathilde (La guerre, la guerre, la guerre, vert. Gertrud Maes) Nieuw Amsterdam 2020
Leestips
Het tweede deel van Slimani’s trilogie Het land van de anderen:
Kijk ons dansen
Verhalen over Marokko:
Ben Tahar Jelloun – De schrijver
Over de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd:
Yasmina Khalad – Wat de dag verschuldigd is aan de nacht
Algerijnse schrijfsters over vrouwenrechten en de onafhankelijkheidsstrijd:
Malika Mokaddem – De blauwe mensen
Assia Djebar – De verdwenen vrouw
Over een Romeinse huisvrouw in de jaren ’50:
Alba de Céspedes – Verboden schrift
Opgroeien in Rhodesië:
Alexandra Fuller – We gaan niet naar de hel vannacht