Assia Djebar – De verdwenen vrouw

Vrijheid is duur

Semi-autobiografische Algerijnse roman over een verzetsheldin.

In 1976 komt de schrijfster voor het eerst bij de dochters van Zoulikha, een verzetsheldin van Césarée, de geboorteplaats van de schrijfster. Als ze Hania, Zoulikha’s oudste dochter bezoekt, waar ook de jongere zus Mina uit Algiers is, merkt ze dat de gesprekken zeer emotioneel zijn, ondanks dat Zoulikha al sinds 1958 verdwenen is.

Zoulikha werd in 1916 geboren in de Algerijnse Sahel. Als eerste Moslim meisje uit haar streek behaalde ze haar schooldiploma en toen werd ze door de kolonisten al de ‘anarchiste’ genoemd, omdat ze opkwam voor de Algerijnse bevolking. Ze trouwde driemaal; haar eerste man ging er na een ruzie vandoor naar Frankrijk, waar hij verdween. Uit dit huwelijk werd Hania geboren. Haar tweede man scheidde ze omdat hun politieke ideeën uiteen liepen. Dit huwelijk schonk haar een zoon, El Habib, die ze echter bij haar man achterliet en die voor het verzet koos en kort na de dood van haar derde man verdween. Tenslotte haar derde man, die na een reis naar Egypte het vuur voor de revolutie opliep, maar wat ook zijn dood betekende. Uit dit huwelijk werd Mina geboren, en de moed voor Zoulikha om zich in te zetten voor een vrij Algerije.

De verdwenen vrouw is een lyrisch relaas over een Algerijnse verzetsheldin. De ik-persoon, de schrijfster, beschrijft soms zeer minutieus haar ontmoetingen met de dochters van Zoulikha. Niet alleen de dochters worden gehoord, maar ook een kaartenlezeres, dame Lionne, die Zoulikha door dik en dun steunde en een tante, Dame Ouda, in wiens huis Zoulikha altijd welkom was.

De eigenlijke geschiedenis begint met een uitgebreid relaas van Dame Lionne, over de moord op de 3 broers Saadoun. Het verhaal wordt vaak onderbroken door de beschrijving hoe de vertelster en toehoorster, in dit geval Mina, gedurende dit gesprek waren. En zo wordt elk verhaal verteld. Door deze onderbroken vertellingen en door de uitgebreide beschrijvingen hoe de dames de verhalen vertellen, raakt het uiteindelijke verhaal van Zoulikha soms een beetje op de achtergrond.

Hoewel de schrijfster zo een sfeervolle beschrijving geeft van de vrouwen die na Zoulikha’s verdwijning achterbleven, is het soms iets té lyrisch. Het resultaat is echter wel dat het niet zozeer een boek is over de heldin Zoulikha, maar een boek is geworden over hoe de mensen met de verdwijning van een geliefd persoon omgaan. En hoe de ik-persoon voorzichtig ondervragend aan een portret van Zoulikha kwam, een vrouw die tenslotte al 20 jaar geleden was verdwenen.

Ook zijn er enkele hoofdstukken die uit naam van Zoulikha zijn geschreven. Deze beschrijven haar aanhouding, het emotionele weerzien met Mina in de bergen en tenslotte haar dood. Deze hoofdstukken doen eerder poëtisch aan.

Assia Djebar, pseudoniem voor Fatima-Zohra Imalayen, heeft een indrukwekkend oeuvre op haar naam, bestaande uit niet alleen romans, maar ook poëzie, korte verhalen en films. Haar onderwerpen zijn allemaal semi-autobiografisch en haar werk gaat voor het grootste deel over moslimvrouwen. Djebar is een voorvechtster voor de rechten van de (moslim)vrouw, schrijft vaak over het verschil tussen een vrouw die Westers is opgevoed en de traditioneel opgevoede vrouwen en de geschiedenis van Algerije. Hoewel de schrijfster in het begin in het Frans schreef, is ze ook een studie klassiek Arabisch begonnen om haar ouderlijke taal beter te beheersen en om ook in die taal te schrijven. De lijst met gewonnen prijzen is indrukwekkend. Ze ontving o.a. in 1997 de Yourcenar Prijs en in 2000 de Friedenspreis des Deutschen Buchhandels.

Door de niet rechttoe rechtaan geschreven geschiedenis, is De verdwenen vrouw geen historische roman te noemen. Het is een sfeervol portret over vrouwen in Algerije.

Assia Djebar – De verdwenen vrouw (La femme sans sépulture, vert. Jan Versteeg), De Geus, 2004

Leeslinks
Van dezelfde schrijfster:
Het verloren woord
Van een andere Algerijnse schrijfster:
Malika Mokeddem – De blauwe mensen
Een vrouwelijke odysseus, N’zid
Over vrouwen in Iran:
Fariba Hachtroudi – Oevers van bloed
Gina B. Nahai – Het noodlotskind
Freidoune Sahebjam – De gestenigde vrouw
Over een Afrikaanse vrouw:
Kuwana Haulsey – Rode maan