Jennifer Saint – Elektra

Claire Heywood – Dochters van Sparta
Madeline Miller – Galatea

Vrouwen uit de mythen getild

Twee verhalen over vrouwen van Sparta en Mykene, en één over een tot leven gewekt beeld.

Het lijkt een nieuwe rage om Griekse mythes opnieuw leven in te blazen. Vooral schrijfsters vinden het belangrijk vrouwen achter de grote Griekse helden een stem te geven. Ik krijg soms de indruk dat het een beetje goedkoop is om zo’n verhaal uit te diepen; de verhaallijn ligt immers vast en al wat je moet doen is tussen de lijnen invullen, waar dan vooral vrouwelijke gevoelens zwaar de boventoon voeren, zoals die van een moeder, zus of dochter. Wat kan uitmonden in een overkill aan vrouwelijk geneuzel.

Er zijn genoeg schrijvers die een interessante invulling aan een mythe hebben gegeven, ze zijn alleen steeds moeilijker te vinden tussen de popie-jopie verhalen over de vrouwen van Troje, Sparta en Mykene. Madeline Miller is wat mij betreft kampioen in mythologische vertellingen: ze heeft een prachtige vertelstem die helden en goden op prachtige wijze weer tot leven wekt, zoals in Lied voor Achilles en in Circe. Een andere favoriet van mij is Klare lucht zwart van David Vann, een bloedstollend, maar liefdevol portret van de ongelukkige Medea.

De meeste mythen zweven rond de oorlog van Troje. De verhalen over Klytaimnestra, Agamemnon en hun kinderen, die hun hele leven overhoop zagen gegooid worden door deze bloederige heldenoorlog, lijken nog populairder geworden dan de verhalen over het strijdperk zelf, of over de stad Troje.

Barry Unsworth hield zich in de onderhoudende Koningsliederen alleen bezig met Agamemnon die zijn dochter Ipighenia offerde om het verzamelde Griekse leger op weg naar Troje te krijgen. Dat drama sprak kennelijk veel schrijvende dames aan: recentelijk kwamen bij uitgeverij Orlando twee boeken uit die min of meer het verhaal van Klytaimnestra, vrouw van Agamemnon, vertellen, die wraak zweert na de dood van haar dochter. Terwijl Colm Toibin enkele jaren geleden al de hele familie prachtig onder handen nam in zijn boek Het huis van de namen. En nog heel veel jaren daarvoor publiceerde Jacqueline Zirkzee haar visie op het koningshuis van Mykene (Mykene).

Jennifer Saint vertelde recentelijk het verhaal van Ariadne (Ariadne), een niet zo bij iedereen bekend verhaal, waarom het prettig was het boek te lezen. De rechttoe rechtaan stijl van schrijven was een beetje saai, net zoals de wijze waarop het verhaal was geïnterpreteerd. Kennelijk heeft Saint de smaak te pakken, want nu komt de schrijfster met alweer een mythe: Elektra. Elektra was de jongste dochter van Klytaimnestra, zusje van Ipighenia. Ook Kassandra, een koningsdochter uit Troje, komt aan het woord in het boek (een stem die niets aan het verhaal toevoegt), maar het gros van het verhaal draait om Klytaimnestra. Net zoals het verhaal van Claire Heywood: Dochters van Sparta, waarin naast Klytaimnestra haar zus, de schone Helena, wordt uitgelicht. In deze boeken worden de vrouwen als slachtoffers beschouwd en hoe ze een speelbal zijn van de mannen. Net zoals in Ariadne.

Pat Barker schreef over vrouwen in het Griekse legerkamp in Troje (De stilte van de vrouwen), waarvan het merendeel als oorlogsbuit tot slavin was gemaakt. Ze duwt de vrouwen niet per se in een slachtofferrol, maar probeert hun rol wel sterker te maken in de geschiedenis. Jammergenoeg heeft Pat Barker echter niet de gave, zoals Madeline Miller, om er interessante literaire karakters van te maken. Margaret Atwood gaf al heel wat jaren geleden stem aan Penelope (Penelope), die zoveel jaren op haar man, de in Troje moe gestreden Odysseus, moest wachten. Een mooie interpretatie van deze grote schrijfster.

Het was geen succes om twee boeken rond een zelfde thema te lezen. Ik werd moe van de dochters van Sparta en van Elektra en haar familie. Zonder een elektriserende schrijfstijl of een verrassende inbreng ging het omturnen van Klytaimnestra in een sympathieke vrouw – in mijn ogen beslist een foute dame – niet alleen tegen mijn gevoelens in, maar ik vond het vooral saai leesvoer, zeker Heywood’s verhaal waarin de vrouwen niets anders om handen kregen dan spinnen en weven.

Misschien was ik ongeduldig omdat ik het nieuwste boek van Madeline Miller, Galatea, als toetje had bewaard. Dit boek kwam ook recentelijk uit bij Orlando. Na de saaie verhalen uit voornamelijk Mykene was ik zo blij om in een Miller-boek te beginnen. Het boek eindigde echter al na een dertigtal pagina’s. Als een teleurgesteld kind controleerde ik of het daadwerkelijk om een korte novelle ging en ja, dat mooie verhaal over het tot leven gekomen standbeeld, was kort maar krachtig. En o zo mooi. Ik kende de mythe niet van Galatea en Pygmalion, en ook al had ik het verhaal al wel gekend: je kunt nooit genoeg verhalen van Madeleine Miller lezen. Deze schrijfster kan zelfs van Klytaimnestra nog een levendige en interessante vrouw maken, iets waar de andere auteurs toch nauwelijks in zijn geslaagd.

Madeline Miller – Galatea (Galatea, vert. Jacqueline Smit en Noa Tims), Orlando 2022
Claire Heywood – Dochters van Sparta (Daughters of Sparta, vert. Ine Willems), Orlando 2022
Jennifer Saint – Elektra (Elektra, vert. Saskia Peterzon-Kotte), Orlando 2022

Leestips:
Madeline Miller – Een lied voor Achilles
Barry Unsworth – De koningsliederen
Colm Toíbín – Het huis van de namen
Vrouwen in de Griekse mythen:
Claire Heywood – Dochters van Sparta
Madeline Miller – Galatea
Madeline Miller – Circe
Jennifer Saint – Ariadne
Pat Barker – De stilte van de vrouwen
David Vann – Klare lucht zwart
Margaret Atwood – Penelope
Jacqueline Zirkzee – Mykene