Jennifer Nansubuga Makumbi – Kintu

Niet meer tegen het hoofd slaan

Oegandese roman over een familievloek.

Kintu is in het Engels geschreven voor Afrikaanse lezers, zonder concessies aan Europese lezers. De Afrikaanse termen en woorden, die karakter geven aan de roman, worden niet verklaard, maar – zoals de schrijfster zelf al hoopte – de betekenis is makkelijk af te leiden uit de context. De roman geeft een fraai beeld van het leven in Oeganda, waar veel verschillende volkeren wonen, met elk hun eigen zeden en wetten.

Wanneer je een Afrikaanse familieroman induikt, krijg je te maken met heel wat karakters. Makumbi heeft het in die zin overzichtelijk gemaakt, dat ze het boek in zes delen heeft verdeeld: de verhalen over vijf familieleden en een reünie, waarin de familie en de verhalen samenkomen. Ook al gaat de Kintu-familie gebukt onder een vloek, zodat er veel mensen te vroeg sterven, het blijft een hele menigte mensen die op de reünie samenkomen, van stamoudsten tot de nieuwste telgen. Zij gaan proberen een einde te maken aan de Kintu-vloek, uitgesproken door een gekwetste man naar aanleiding van een bijzonder ongelukkig voorval, dat Kintu Kidda overviel, de oervader van deze omvangrijke Oegandese familie. Sindsdien worden er veel tweelingen geboren, maar raken mensen ongewoon vaak verward, plegen zelfmoord, worden ziek of worden vermoord.

Het boek begint met de bizarre moord op Kamu, in Kampala in 2004. Dat kan je dus overkomen wanneer je een lid bent van de Kintu-familie. Waarna het eerste deel volgt, terug naar 1750, toen Oeganda nog Buganda heette en waar de vorsten elkaar voortdurend naar het leven stonden. Kintu Kidda, gouverneur van de verre provincie Kuddu, gaat met zijn gewapende gevolg op reis naar de nieuwe koning, om eer te betuigen. Tijdens de dagenlange reis overdenkt Kintu zijn situatie met de hele rits vrouwen die hij heeft, waarvan de tweeling hem het meeste zorgen baart, maar ook het meest aan het hart ligt. Nnakato is zijn grote liefde, de jongste van de tweeling. Babirye is de andere helft, die Kintu het liefst niet in zijn huishouden zag, maar toch gedwongen werd te trouwen, omdat de traditie dat nu eenmaal zo wilt. Het is op deze reis dat het kwaad geschiedt, alhoewel toen niemand in de gaten had, dat dit het begin was van een generatie-lange familievloek.

Daarna gaan we terug naar 2004 en volgen de verhalen van de door haar overleden tweelingzus gestalkte Suubi, de christelijke prediker Kanani, de onzekere Isaac Newton en Miisi met zijn dromen. Ze kennen wel wat oude familieverhalen en een vage referentie naar een vloek, maar geen van allen zijn ze zich bewust dat die vloek daadwerkelijk over hun leven hangt. Afrika is een continent waar verhalen oraal worden doorgegeven. Overgebracht door ouderen of door dromen, krijgen ze mythische proporties, die meer als sprookjes worden gezien, dan als waar gebeurd.

Het is de reünie die de verschillende delen bij elkaar brengt. En laat zien dat de oude tradities nog steeds diep geworteld zijn in de Oegandese maatschappij. Ook al willen de vier Kintu-afstammelingen niet geloven dat er zoiets bestaat als een familievloek, wanneer ze alle verhalen horen, werken ze mee om de vloek te breken.

Op de achtergrond speelt de geschiedenis van Oeganda, ook al is de koloniale tijd met opzet ruim overgeslagen, omdat volgens Makumbi dat maar een speldenprik was in de geschiedenis van het land. Het schrikbewind van Idi Amin en de daarop volgende guerillaoorlog komen wel in beeld, maar zonder een al te groot impact op het verhaal te hebben.

Alles is gericht op de Kintu-familie, wiens geschiedenis doorloopt tot in onze tijd, waarin ook mobieltjes, dj’s en andere moderniteiten zijn verschenen in het Oegandese leven. Maar de schrijfster blijft terugkijken naar oude zeden en tradities, alsof het oude Afrika niet vooruit is gekomen in de geschiedenis. Een groot verschil met De rook die dondert van Namwali Serpell, een fascinerende roman over het wel en wee van vier generaties Zambianen, waar wel het accent ligt op veranderingen en een Afrika dat steeds meer kan wedijveren met de westerse wereld.

De rook die dondert heeft zo’n indruk op me gemaakt, dat mijn verwachtingen van Kintu misschien te hoog gespannen waren. Het is een mooi epos, maar een beetje tam. Daar waar Serpell met veel gedonder en geraas door de familieverhalen zwiert, poogt Makumbi alle levens netjes op een rijtje te krijgen, om de lezer te overtuigen van het bestaan van de familievloek, zonder al te veel grote omhalen. Net als bij Serpell, heb je ook bij dit boek een familieboom nodig, om je een weg te banen door het grote aantal ouders, grootouders, zussen en broers. In elk nieuw deel, maak je weer kennis met een andere tak van de familie, wat best wat inspanning vergt, zeker wanneer je niet gewend bent aan Afrikaanse namen.

Toch is ook Kintu een onderhoudende familieroman vol mooie verhalen en een interessant portret van Oeganda. Bij gebrek aan meer (vertaalde) literatuur mag het dan ook best wel Dé roman van Oeganda heten.

Jennifer Nansubuga Makumbi – Kintu (Kintu, vert. Josephine Ruitenberg), Cossee 2020

Leestips
Dé Afrikaanse roman:
Namwali Serpell – De rook die dondert
Tussen de oude en de nieuwe wereld:
Paul Lomami-Tshibamba – Ngando
Zakes Mda – Het rode hart
Nog meer literatuur uit Afrika:
Gurnah Abdulrazak – Hiernamaals
Akwaeke Emezi – Zoetwater
Chigozie Obioma – De verboden rivier
José Eduardo Agualusa – Het labyrint van Luanda
Abraham Verghese – De heelmeesters
Amadou Hampâté Bâ – In het voetspoor van vertellers
Emmanuel Dongala – Johnny, valse hond
Chinua Achebe – Termietenheuvels in de savanna
Ben Okri – Onmetelijke rijkdom