Het ontstaan van een barmhartige Samaritaan
Engelse roman over een man die in de 17de eeuw alleen een winter op het ijs doorbrengt.
Het is 1616 en de winter staat voor de deur in het hoge noorden, in Spitsbergen. De walvisvaarder Heartsease is klaar om weg te varen, de boot volgeladen met walvisvlees, traanolie en pelzen van zeehonden. De bemanning is bedrukt, want ze laten één man aan wal achter op het walvisstation: Thomas Cave die de weddenschap is aangegaan dat hij de ijskoude, lange winter kan overleven.
En zo blijft er een man over te midden van het noordelijke donker, sneeuwstormen, het fonkelende ijs, ijsberen en zijn eigen spoken uit het verleden. Want Thomas Cave nam de weddenschap niet zonder reden aan: misschien was hij er aan toe om in zijn eentje zijn leven op een rijtje te zetten.
Het verhaal over Thomas Cave wordt begonnen en beëindigd door Thomas Goodlard, in 1616 een scheepsjongen op de Heartsease, die sympathie voor de ruwe zeebonk Cave heeft opgevat. In de jaren 40 vertelt hij nog steeds over de Engelsman die alleen de winter trotseerde tussen het ijs en de sneeuw. Want zelfs toen Goodlard al lang en breed de scheepvaart vaarwel had gezegd en een zakenman was geworden, bleef het beeld van Thomas Cave hem bij. Vooral het beeld van de man die hij was geworden.
De eenzaamheid van Thomas Cave is niet zomaar het verhaal over een overwintering op het ijs. Het is het verhaal van een man die gebroken door verdriet zijn leven een andere wending geeft.
Jarenlang werkte Cave op de walvisvaart, maar de winter op het ijs heeft hem veranderd. Wanneer de Heartsease terugkomt, beseft hij wat de mensen de ongerepte natuur aandoen, wat ze de zee aandoen door zulke grote vissen af te slachten, kortom: speelde het verhaal niet in de 17de eeuw, dan zou je denken dat Greenpeace een bezoekje aan Thomas Cave had afgelegd.
Het verhaal over Thomas Cave blijft echter niet steken in de overwintering. Goodlard vertelt hoe het Cave verder is gegaan, ver van de kou en de ijsberen en walvissen, maar wel nog steeds in grote eenzaamheid.
De eenzaamheid van Thomas Cave is de debuutroman van de Engelse schrijfster Georgina Harding, die voor haar boek nooit naar het ijs is afgereisd, maar alleen research deed in de bibliotheek. Toch weet ze de barre winter en alle ontberingen van Thomas Cave beeldend te beschrijven: het mysterieuze noorderlicht, de ijsberenjacht, de spookbeelden die het enige levende gezelschap vormen dat Cave heeft.
Ooit moet er echt een Engelsman hebben bestaan die eeuwen geleden deze overwintering overleefde. Harding heeft van hem geen held gemaakt, maar een eenzame zeebonk die stilletjes zijn eigen verdriet moest verwerken en vervolgens zo nuchter als het maar kon de wereld inkeek en daar waar nodig was zijn handen uitstak: de winter veranderde hem in een moderne Samaritaan.
De roman is mooi van beeld en van taal en is een genot om te lezen voor degenen die houden van stille romans. Het bevat geen grootse avonturen, maar het is een verhaal over hoe een ogenschijnlijk doodse natuur het levensvuur in een mens kan aanwakkeren.
Georgina Harding – De eenzaamheid van Thomas Cave (The Solitude of Thomas Cave, vert. Lilian Schreuder), Anthos, 2007
Leeslinks:
Over de eenzaamheid op het ijs:
Christoph Ransmayr – De verschrikkingen van het ijs en de duisternis
Andrea Barrett – De reis van de Narwhal
Juri Rytchëu – Teryky