Barbara Kingsolver – De gifhouten bijbel

Naar het hart der duisternis

Over een Amerikaanse predikantenfamilie die in de jaren ’60 naar de Belgische Kongo verhuist.

Afrika wordt wel het donkerste continent van de wereld genoemd en de rivier en het land Kongo, in het hart van duister Afrika, keren regelmatig in romans terug. De beroemdste roman rond de rivier Kongo is van Joseph Conrad: Hart der duisternis. Jef Geeraerts beschreef een bloedige periode tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van de Kongo (en Mozambique) in Gangreen, Emmanuel Dongala schreef over kindsoldaten tijdens een meer recentere oorlog in Johnny, valse hond. En dan is er nog een groots boek over die donkere Kongo, alleen is ditmaal het geweld naar de achtergrond verbannen.

Congo-Kinshasa, de huidige naam van dit land, werd volgens Wikipedia al tienduizend jaar geleden bevolkt. Het Koninkrijk Kongo was dan ook eens een uitgestrekt land met rijkdom en cultuur. De ineenstorting van dit welvarende koninkrijk begon met de slavenhandel, toen zowel Europeanen als Arabieren het land plunderden om inwoners weg te voeren naar verre oorden, waar ze onder erbarmelijke omstandigheden te werk werden gesteld. Omdat Europeanen dachten dat zij een superieure beschaving hadden, vonden ze – naast economische redenen – dat Afrika maar onderworpen moest worden aan hun gezag. In 1885 werd op de Koloniale Conferentie van Berlijn Afrika verdeeld onder de Europese landen en werd de Kongo toebedeeld aan België, toen geregeerd door Koning Leopold II, die deze nieuwe toevoeging aan zijn rijk de Kongo-Vrijstaat noemde.

Missionarissen en zendelingen konden vervolgens op steun van Europa rekenen en bleven massaal proberen Afrikaanse zieltjes te winnen voor het christendom. Decennia later reizen er nog steeds zendelingen naar Afrika om het woord Gods te verspreiden in de Afrikaanse jungles. De gifhouten bijbel van Barbara Kingsolver is het verhaal over een Amerikaanse predikantenfamilie die in 1959 afreist naar de Kongo. Het is een fictief verhaal, met een stukje echte geschiedenis op de achtergrond: de onafhankelijkheidsstrijd, het regiem van Patrice-Emery Lumumba en de door de Verenigde Staten en België gesteunde militaire coup die de dictator Joseph-Désiré Mobutu aan de macht bracht.

Barbara Kingsolvers boeken houden altijd een sociaal statement in. Haar hart gaat uit naar immigranten, arme arbeiders, alleenstaande moeders en ook voelt ze zich betrokken bij milieukwesties. In dit boek over de Kongo – waar ze tijdens haar jeugd een korte tijd met haar ouders woonde – is het wel duidelijk aan wiens kant ze staat: ze schildert het arme Kongolese volk af als mensen die dicht bij hun hart en de natuur leven. De conflictsituatie met een prediker die zijn god boven alle Afrikaanse goden wil plaatsen, heeft ze dan ook grotesk uitgewerkt.

Nathan Price is een autoritaire predikant met donderende stem, die ervan is overtuigd dat hij in korte tijd alle inwoners van het dorpje Kilanga zal kunnen dopen. In zijn kielzog reizen zijn vrouw Orleanna, en dochters Rachel, Leah, Adah en Ruth May. Deze vijf vrouwen zijn de vertelsters van het verhaal.

Terwijl Nathan als een stampende olifant in de porseleinkast van het dorp tekeer gaat, zonder zijn fouten ooit in te zien en zonder resultaat te boeken, maken de vrouwen een metamorfose mee. In het begin proberen ze het Afrikaanse leven nog te modelleren naar hun Amerikaanse levenswijze, maar ze zien al snel in dat dat vechten tegen de bierkaai is: hoe primitief de dorpelingen uit Kilanga ook lijken, alles wat ze doen heeft een functie. Alleen de oudste dochter is misschien zo koppig als haar vader; Rachel blijft naar de luxe van Amerika verlangen en blijft de inheemsen belachelijk maken door ze te vergelijken met hun Amerikaanse tegenvoeters. Ruth May is de jongste en past zich hierdoor ook het snelste aan; zij sluit als eerste vriendschap met de immer rondzwermende kinderen van Kilanga. De tweeling Leah en Adah vormt het scharnier in het gezin: Leah gelooft heilig in haar vader en stelt alles in het werk om onder zijn aandacht te komen, totdat zij op een dag inziet dat zijn werk niet alleen nutteloos maar ook beledigend is. Adah, met beperkingen, is de filosoof en probeert al snel de Afrikaanse ziel te doorgronden.

Orleanna heeft de rol van beschouwer gekregen. Zij kijkt terug naar hun dramatische tijd in Afrika, waarin ze vertelt over de dagelijkse beslommeringen en de langzame val van de familie Price.

Het boek verhaalt over het donkere, mysterieuze oerwoud, waar je soms rebellen of pygmeeën en anders wel gevaarlijke dieren kon tegenkomen, over de bewoners met hun rafelige maar bonte kleding, de vele inheemse gebruiken en mythen, stortbuien, droogte en de haast bijbelse straf van het mierenleger. Maar ook over de verhoudingen in een gezin met een autoritaire vader, waar moeder in stilte de kant van haar kinderen moest kiezen. Over het arrogante westerse denken dat zich superieur acht boven – in hun ogen – armere landen en over de geschiedenis van een Afrikaans land. De kleuren en geuren springen van de bladzijden, maar ook de emoties, humor, liefde, wanhoop, schuldgevoelens en verlangen.

De karakters die steeds verder uiteenlopen, maken het verhaal er alleen maar beter op: de heerlijk sarcastische Rachel die om te ontsnappen aan de modder van de jungle een drastisch besluit neemt, de vechtlustige Leah die het leven in Afrika helemaal onder de knie wil krijgen, alsof ze geen blanke is, Adah die de taal gebruikt om dichterbij haarzelf en Afrika te komen en die bitter teleurgesteld in haar moeder raakt, Ruth May, de onbezonnen vlinder die voor altijd zal achterblijven in Kilanga en Orleanna, die hartverscheurende beslissingen moet nemen.

Niet alleen het verhaal is prachtig, én de woorden, én de onderhoudende beeldtaal, maar ook de boeiende zienswijze die Kingsolver er op nahoudt over Afrika. Dit is een boek dat liefde voor Afrika predikt, een kleurrijk continent met extreme tegenstellingen, maar met een duurzame cultuur, zo oud als de wereld. Dit is een boek van hoog literair niveau: onderhoudend, sarcastisch, dramatisch en zo rijk aan beeldspraak. Dit is een ander verhaal over het hart der duisternis – tenslotte gaat ook Nathan helemaal los in de rimboe – en verdient een ereplek naast Joseph Conrad’s Hart der duisternis.

Barbara Kingsolver – De gifhouten bijbel (The poisonwood bible, vert. Maaike Post, Arjen Mulder en Han Meijer), Prometheus 1999

Leestips
Van dezelfde schrijfster:
Demon Copperhead
Het schildpadmeisje
Varkens aan de hemel
Over de Kongo:
Paul Lomami-Tshibamba – Ngando
Joseph Conrad – Hart der duisternis
Jef Geeraerts – Gangreen
Emmanuel Dongala – Johnny, valse hond
Over een andere priester in Afrika
André Brink – De bidsprinkhaan
Over duister Afrika:
Maryse Condé – Segou
Je aanpassen aan Afrika:
Tony d’Souza – Witman
Leven in oorlogszuchtig Afrika:
Aminatta Forna – De duivel danste op het water
Moses Isegawa – Abessijnse kronieken
Over een priester in Groenland:
Kim Leine – De profeten in de Eeuwigheidsfjord