André Brink – De bidsprinkhaan

Kupido Kakkerlak

Zuid-Afrikaanse roman over de eerste missionaris van Hottentotse afkomst.

Het lijkt ongelooflijk, maar de persoon met de buitengewone naam Kupido Kakkerlak heeft echt bestaan. Zijn leven wordt gedeeltelijk beschreven in een artikel van V.C. Malherbe, die onderzoek deed naar het 18de en 19de eeuwse leven in Zuid-Afrika. Onder de titel The Life and Times of Cupido Kakkerlak (uit: ‘Journal of South African History 20:3’, 1979) schreef ze over de eerste Hottentot die als missionaris werd ingezegend.

In haar relaas begint het leven van Kupido Kakkerlak echter pas wanneer hij rond de 40 is en zich laat dopen. De Zuid-Afrikaanse schrijver André Brink was nieuwsgierig geworden na het lezen van het artikel en pleegde meer onderzoek. Hij las over de missionarissen Van der Kemp en Read, die Kupido Kakkerlak onder hun hoede hadden genomen, en ook over de te recht-door zee zijnde voorganger Robert Moffat, die de ondergang van Kupido Kakkerlak indirect bewerkstelligde.

De vroegere romans van André Brink hadden vooral een anti-apartheid thema. Twee ervan, Looking on darkness en A Dry White Season, werden in Zuid-Afrika verboden. In zijn latere werk is Brink echter gefascineerd geraakt door het koloniale verleden van Zuid-Afrika. In De bidsprinkhaan heeft hij een geheel leven voor Kupido Kakkerlak gecreëerd.

Want Kupido Kakkerlak was van een stam van de Hottentotten en groeide op met het geloof in Afrikaanse goden zoals Heitsi Eibib. Omdat zijn moeder hem voorspelde dat een adelaar hem op een dag mee zou nemen, wist Kupido Kakkerlak dat hij zou moeten reizen. Hij trok op met marskramer Servaas Ziervogel, erna vestigde hij zich op een boerderij van een blanke boer, hij trouwde met een vrouw van een andere stam, en trok weer verder, deels omdat Zuid-Afrika onveilig was wegens inheemse opstandelingen.

Ondanks dat Kupido Kakkerlak getrouwd was, kon hij het niet laten zich regelmatig vol te gieten, een goed partijtje te vechten en vooral de vrouwen achterna te gaan, wat hem regelmatig in de problemen bracht. Toen hij op een dag over het Christelijke geloof hoorde die zonden kon witwassen, raakte Kupido Kakkerlak gefascineerd door de Christelijke leer die werd uitgedragen door missionaris Van Kempen en zijn helper Read. Hij schoof zelfs zijn Afrikaanse geloof en Heitsi-Eibib opzij, om zich helemaal te wijden aan de God van de blanken.

Het mooie aan André Brinks verhaal is dat deze schrijver zich helemaal heeft ingeleefd in de simpele ziel van Kupido Kakkerlak. Die het wonder van een spiegel gebruikte om gesprekken met God te hebben, die het papier dat praatte zonder mond, leerde te ontcijferen door te leren lezen en schrijven. Die in het ergste geval een brief aan God schreef om zijn hart te luchten.

André Brink heeft van Kupido Kakkerlak een mythische figuur gemaakt. Hij kon een ster van de hemel plukken, hij zorgde voor vuurwerk toen hij de eerste keer met zijn vrouw sliep, hij had een magische kracht om dieren te vangen tijdens de jacht.

Maar Kupido Kakkerlak was geen god of tovenaar, maar meer een speelbal van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis en die van de Christelijke Kerk. In zijn laatste brief aan God schrijft hij dan ook dat hij zeer teleurgesteld is dat God niet naar hem heeft willen luisteren en neemt hij beleefd afscheid: “… maar nu is het Woord op en moet ik voorbij het Woord komen. Dus kom ik vandaag Afscheid nemen en zeggen ik ga weg”.

Het aandoenlijke leven van Kupido Kakkerlak speelt tijdens een woelige periode waarin dan weer de Engelsen en dan weer de Nederlanders het voor het zeggen hadden in Zuid-Afrika. Boeren kwamen in opstand, net als Afrikaanse stammen, die werden verdreven van hun grondgebied.

Voor de zwarte Afrikaners was het praktisch onmogelijk om te integreren in een blank leven. Ondanks dat sommige missionarissen predikte dat zwart en blank gelijk waren, was de realiteit heel anders. En ook al werd Kupido Kakkerlak de eerste missionaris van Hottentotse afkomst, niet alle priesters geloofden in deze bekering.

En zo heeft André Brink zijn zoveelste verhaal tegen de apartheid geschreven. Ook al speelt dit eind 18de eeuw. Een prachtig haast magisch realistisch verhaal over een man die de blanke God weer inruilde voor de Afrikaanse goden.

André Brink – De bidsprinkhanen (Praying Mantis, vert. Rob van der Veer), Meulenhoff, 2006

Leestips
Van dezelfde schrijver:
Zandkastelen
De spiegel
Over de geschiedenis van Zuid-Afrika:
Dan Sleigh – Stemmen uit zee
Zakes Mda – Het rode hart