Pat Barker – De stilte van de vrouwen

Uit het stof van Troje

Engelse hervertelling over de vrouwen van Troje, gevangen door de Grieken.

In de Griekse mythologie is, naast de godinnen, weinig plaats voor vrouwen. Ze komen in de meeste verhalen slechts voor als dochter of als vrouw ván. Indirect hadden ze wel degelijk invloed. Zo ontstond de meest bezongen oorlog uit de oudheid, die van Troje, door een ruzie om een vrouw. Eigenlijk zat Aphrodite hier achter, de godin van de liefde, die tijdens een schoonheidswedstrijd Paris, zoon van koning Priam van Troje, omkocht. Wanneer hij voor haar stemde, zou zij hem de mooiste vrouw van de wereld geven. Dat was Helena, de vrouw van Menelaus, broer van Agamemnon, koning van Mycene. Toen de verliefd gemaakte Helena stiekem met Paris naar Troje was geslopen, brak de Trojaanse oorlog uit om Helena terug te halen.

Homeros beschrijft een deel van die jarenlange strijd in zijn Ilias, waarin veel grootheden uit de oudheid voorkomen, allen bekend om hun eigen mythen, zoals Odysseus, Achilles, Ajax, Agamemnon, Menelaus en Nestor. Ook de Romeinse dichter Vergilius eerde deze mythische oorlog in zijn Aeneis.

Toch komen ook vrouwen aan bod in de Trojaanse literatuur: de Griekse dichter Euripides schreef in 415 v.Chr. het stuk Vrouwen van Troje, waarin het lot wordt beschreven van de na de val van de stad gevangengenomen koningin Hekuba, weduwe van koning Priam, en haar dochters Cassandra, Andromache en Polyxena.

De Engelse schrijfster Pat Barker, bijna een veteraan van oorlogsromans, heeft zich nu ook over deze mythische oorlog gebogen, om een stem te geven aan de vrouwen in het legerkamp van de Grieken, dat jarenlang was genesteld tussen de zee en de muren van de belegerde stad Troje.

Als vertelster heeft ze voor een niet zo heel bekende vrouw gekozen: Briseïs. Zij was een prinses in Lyrnessos, dat door de Grieken werd ingenomen en vernietigd, enige tijd voordat het nabij gelegen Troje zou vallen. Ze werd als oorlogstrofee aangewezen aan Achilles, de held die in die tijd – mogen we de oude schrijvers geloven – de mooiste en sterkste man in de omgeving was. Briseïs is daarvan niet onder de indruk: Achilles had tenslotte haar man en meerdere broers van haar gedood. Bij de inname van haar stad had ze nog een kans om van de stadsmuren te springen, maar ze koos voor het leven en dus kon ze niet anders dan het bed delen van Achilles en wijn schenken tijdens de feestelijke avonden.

In het eerste gedeelte van het verhaal wordt de Ilias min of meer gevolgd: het leven in het kamp dat al negen jaar aan de zee lag te versloffen, bracht genoeg spanningen met zich mee. Net als Helena, speelde Briseïs een cruciale rol in de strijd. Zij was het onderwerp van een ruzie tussen Achilles en Agamemnon. Agamemnon pikte Briseïs namelijk in, waarop Achilles weigerde nog verder te vechten. Dat had dramatische gevolgen, die echter wel uiteindelijk tot de val van Troje leidden. Wanneer Troje brandt, de meeste Trojaanse mannen afgeslacht en de vrouwen afgevoerd, volgt het verhaal min of meer het stuk van Euripides.

Pat Barker is een door de wol geverfde schrijfster, die zich laat leiden door de geschiedenis. En dat merk je. Ze zal gedegen onderzoek hebben gepleegd, ook naar het leven in het Griekse kamp en de rol van de vrouwen. Als vrouw zelf heeft ze de rest zo’n beetje ingevuld: Briseïs haat Achilles, maar langzaam sluipt er toch een beetje liefde in (Stockholmsyndroom). Je kunt niet zeggen dat Barker een interessante vrouw van Briseïs heeft gemaakt: gelaten, maar politiek correct, draagt deze tot slavin geworden prinses haar lot. Terwijl de dramatische gebeurtenissen uit de klassieke literatuur feilloos worden gevolgd, is Barker er niet in geslaagd om met wat fantasie haar hoofdpersoon, Briseïs, tot grotere hoogten te brengen. Hoe lauw is Briseïs’ reactie bijvoorbeeld bij de dood van Patroclus en bij die van Achilles. Briseïs komt niet als een echte passionele vrouw van de pagina’s, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Achilles, die in het boek Een lied voor Achilles van Madeline Miller spetterend tot leven komt. Ook het verhaal over Agamemnon en zijn familie is vele malen levendiger beschreven door Colm Toíbín in Het huis van de namen.

Madeline Miller geeft met haar eigen interpretatie het vrouwzijn in de mythische tijd ruim baan in haar prachtige roman over de niet zo bekende nymf Circe (Circe), die hierdoor uit het mythische stof is gehaald en menig lezer voor altijd zal bijblijven. En wat te zeggen van Medea, die als een vechtende kenau alles uit de kast haalt om wraak te nemen in Klare Lucht Zwart. Ook zij heeft een onuitwisbare indruk gemaakt, dankzij deze schitterende roman van David Vann.

Net zo saai als Stephen Fry wat Griekse mythen op een rijtje zette in zijn boek Mythos, zo vlak is deze hervertelling van Barker, die weinig buiten de geschreven banen is gegaan. Barker had een lichtende ster van Briseïs kunnen maken, tussen al die beroemde, strijdende mannen. Nu zakt Briseïs weer terug in de dikke lagen stof rondom de Trojaanse oorlog.

Pat Barker – De stilte van de vrouwen (The Silence of the Girls, vert. Eefje Bosch), Ambo/Anthos 2019

Van dezelfde schrijfster:
Over de grens
Vrouwen en helden:
Jennifer Saint – Ariadne
Madeline Miller – Circe
Goed geslaagde hervertellingen van Griekse mythen:
David Vann – Klare Lucht Zwart
Madeline Miller – Een lied voor Achilles
Colm Toïbin – Het huis van de namen
Daniel Mendelsohn – Een odyssee
Over de Trojaanse oorlog:
Alessandro Baricco – De Ilias van Homerus
Jacqueline Zirkzee – Mykene
Barry Unsworth – De koningsliederen