Volg het hart
Algerijnse roman over een onmogelijke liefde en de burgeroorlog.
Yasmina Khadra is het pseudoniem van de Algerijnse militair Mohammed Moulessehoul, die reeds vanaf zijn negende jaar naar de militaire academie werd gestuurd en die vervolgens 36 jaar in het leger bleef. De bloedige onafhankelijkheidsoorlog, die duurde van 1954 tot 1962, waarin de Algerijnen zich losmaakten van de Franse kolonisten, zette een grote stempel op de Algerijnse geschiedenis. Moulessehoul kreeg tijdens zijn dienstjaren echter te maken met een burgeroorlog, tussen de regering en islamitische groeperingen die aan de macht wilden komen.
Het is verbazingwekkend dat een man met een glanzende militaire carrière – hij klom op tot commandant en verliet het leger in 2000 – zo’n prachtig proza kan schrijven over zijn land, zonder haat, juist met bijzonder veel liefde. Als iemand ziet wat voor ellende oorlogsgeweld kan veroorzaken, is het wel een militair en je vraagt je af hoe deze man het zo lang kan hebben volgehouden in het leger. Liefde voor zijn land, dat is zeker, maar misschien ook wel de ontdekking van de literatuur en het schrijven ervan. Het werd zijn uitlaatklep, en zijn eerste werk werd al in 1984 gepubliceerd, onder pseudoniem, omdat schrijvers eigenlijk in het vak thuishoren die tegen de wapens moeten zijn, zoals hij zelf schreef in zijn autobiografie L’écrivain uit 2001.
“Iedereen die een oorlog overleeft, is op de een of andere manier een verrader.” Misschien is deze zin uit Wat de dag verschuldigd is aan de nacht wel kenmerkend voor deze Algerijnse schrijver en voor deze roman, die gaat over een Algerijnse jongen die opgroeit met half-Franse vrienden en wanneer de bevrijdingsoorlog uitbreekt, geen kant weet te kiezen. Sterker nog, hij kan ook al niet kiezen wat zijn hart hem ingeeft. Met de onafhankelijkheidsoorlog op de achtergrond, is Wat de dag verschuldigd is aan de nacht op de eerste plaats een prachtig verhaal over een hartverscheurende liefde.
Het boek begint met Younes als klein jongetje, wiens straatarme ouders hun boerderijtje vaarwel moeten zeggen en naar de stad Oran gaan om te proberen daar te overleven. Younes’ vader trekt het echter niet en staat met pijn in het hart zijn zoon af aan zijn kinderloze broer, een apotheker die met een Française is getrouwd.
Zo begint er een nieuw leven voor Jonas, zoals hij nu heet. Zijn vader, moeder en zus verdwijnen met de naam Younes in de armoede en Jonas verhuist later – na de eerste tekenen van politieke onrust – met de apotheker en zijn vrouw naar een klein welvarend stadje op het platteland, Rio Salado, dat veel weg heeft van het paradijs. Jonas raakt er dik bevriend met drie Frans-Algerijnse jongens, met wie hij zijn jeugd onbekommerd zal doorkomen.
Komen er vrouwen in het spel, dan heeft de vriendschap het hard te verduren. Zo ook met Jonas en zijn vrienden. Met de eerste liefdes raakt bovendien het land langzaam maar zeker in de ban van de onafhankelijkheidsoorlog, en ook het geïsoleerde Rio Salado zal niet door het geweld gespaard worden, net zoals de vrienden van Jonas.
Ondanks dat Jonas als klein kind van de bittere armoede had geproefd, lijkt hij, wanneer hij ouder wordt, die harde wereld van ontbering en onderdrukking volledig te zijn vergeten. Zijn hart komt pas een beetje in opstand wanneer een vriend van hem zijn bediende, Jelloul, als een slaaf behandelt. En ook dan pas beseft Jonas dat zijn Arabische afkomst afsteekt tegen de Franse afkomst van zijn vrienden.
Khadra kruipt diep in de huid van Jonas, maar vertelt tegelijkertijd op passionele wijze over zijn land, het verscheurde Algerije. Over de mensonterende sloppenwijken in Oran, tegenover de decadente, drukke boulevards waar de cafés altijd overvol zaten, over een stadje dat zich uit de greep van de woestijn had weten te worstelen met wijnvelden en waar het leven ver van de grote steden onaanraakbaar voor het geweld leek te zijn, over slaperige kustplaatsjes waar de zee de zomerse hitte verdraagzaam maakte, over een oorlog die een ogenschijnlijk idyllische samenleving wreed vernietigde.
Vriendschap, liefde en oorlog zijn de ingrediënten voor een onweerstaanbaar mooi boek. Maar niet alleen inhoudelijk is het boek aantrekkelijk, Khadra’s prozaïsche woorden zijn doordrenkt met een grote liefde voor zijn land én het leven.
Yasmina Khadra – Wat de dag verschuldigd is aan de nacht (Ce que le jour doit à la nuit, vert. Floor Bosboom), De Geus 2011
Leestips
Over Algerije
Tahar Djaout – De wachters
Malika Mokeddem – De blauwe mensen
Een Algerijnse ode op de taal:
Kamel Daoud – Zabor
Onmogelijke liefdes:
Michael Crummey – Illusies
Laura Esquivel – Rode rozen en tortilla’s
Wayne Johnston – Kolonie van onvervulde dromen
Sofie Oksanen – Zuivering
Orhan Pamuk – Het museum van de onschuld
Alain Claude Schulzer – Een volmaakte kelner
Ye Zhoayan – Nanjing 1937, een liefdesgeschiedenis
Kamila Shamsie – Huis in brand