IJskoude lovestory
Het verhaal van de eerste premier van de Canadese provincie Newfoundland, Joe Smallwood.
Joe Smallwood komt uit een arm gezin uit St. Johns in Newfoundland. Al van kinds af aan neemt hij zich voor iemand te worden die geschiedenis schrijft. Hij probeert meer naam te maken in New York, maar wanneer daar het socialisme verbleekt tegenover het kapitalisme en hij aan lager wal is geraakt, besluit hij terug te gaan naar Newfoundland, waar hij een voetreis onderneemt langs de spoorbaan om de spoorbaanwerkers voor het socialisme te winnen. Terug in St. Johns bekeert hij zich tot het liberalisme. Hij krijgt hij ook een radioprogramma. Wanneer er weer een Engelse regeringscommissie wordt ingesteld en richt een vissersvakbond op. Uiteindelijk dient de politieke strijd zich aan voor Newfoundland om voor zelfstandigheid te kiezen, of voor aansluiting bij Canada. Smallwood is voor aansluiting en wint de eerste verkiezingen.
Tijdens zijn veel bewogen carrière stuit hij telkens weer op Fielding, een dochter van een arts uit St. Johns, die hij van school kende, en ook journalist is. De twee, hoewel aangetrokken tot elkaar, blijven met elkaar botsen. Eind goed, alles goed, zul je misschien denken, maar dat gaat in Newfoundland niet zo.
Het deels historische verhaal speelt zich af in twee verhaallijnen. De politieke lijn: de geschiedenis van Newfoundland en de romantische lijn: Smallwood – Fielding. Het boek is een merkwaardige mengeling van die twee lijnen. De politieke geschiedenis van Smallwood is historisch, Fielding echter is pure fantasie. De stukken politiek, waaronder ook de tussen-hoofdstukken met pure historie, zijn zwaar en soms langdradig. Daar tussendoor zwiert de romantische lijn van Smallwood – Fielding, die steeds fijner en uitgesponnen raakt, die een boeiende romance vormt. Je vraagt je af waarom deze lijn werd geschreven: om de geschiedenis van Newfoundland wat op te luchten, of werd de geschiedenis juist gebruikt als omlijsting van de romance.
Smallwood komt niet altijd even sympathiek over. Hij zet werkelijk alles opzij ten behoeve van zijn carrière, verraadt Fielding, verlaat het socialisme omdat het liberalisme een betere toekomst heeft, heeft een reusachtig bord voor zijn kop wat betreft menselijke relaties. De echte Smallwood was, dankzij zijn politieke strijd voor aansluiting bij Canada, hoewel een legende, ook geen populair figuur. Maar Johnston heeft hem niet helemaal de grond ingeboord. Hij blijft enigszins menselijk en zeker tijdens zijn barre tochten, zelfs sympathiek. Zijn tegenpool Fielding daarentegen, wiens persoon fictief is, houdt zich op de vlakte wat betreft de politiek, trekt zich niets aan van de partijpolitiek, maar blijkt, hoe stoer ze zich ook voordoet, uiteindelijk een hele gewone vrouw, gewond door de geschiedenis.
De stijl van het boek, Smallwoods verhaal, afgewisseld door stukken uit het dagboek van Fielding en stukken van Fieldings beknopte geschiedenis van Newfoundland, geven het verhaal weliswaar telkens een adempauze en nieuwe perspectieven, maar Fieldings beknopte geschiedenis is zo droog en zo saai, dat ik me afvraag wat hun functie is, behalve om weer te geven hoeveel gekissebis er tussen Newfoundland en Engeland was, voor ze zich aansloten bij Canada. De enige stukjes daarvan die voor de lezer leuk kunnen zijn, zijn sommige uitdrukkingen die ontstaan zijn vanuit de geschiedenis van al die komende en gaande Engelse premiers, maar ook deze zijn weer zo specialistisch, dat ze misschien alleen grote waarde hebben voor de echte Newfoundlanders.
Het boek kent echter ook veel mooie episodes. Het laatste huis waar het hele gezin Smallwood intrekt, de reis die Smallwood meemaakt met de robbenjagers, zijn tocht langs de spoorlijn en zijn tocht langs de kust om de vissers te bekeren. Misschien ligt de ziel van Johnston zelf wel in deze wilde landschappen. Heimwee naar het ruige New Foundland, waar de schrijver vandaan komt. Nu woont hij echter al een tijdje in Canada.
Zowel Fielding als Smallwood zijn journalist, Johnston zelf ook. Dat verklaart misschien ook de aanwezige geschiedenis van kranten die verschijnen en weer opgedoekt worden. Maar voor mij blijft het boeiendste deel van dit boek de prachtige romance, die steeds meer vorm aanneemt, vol verrassingen blijkt, en een waardig einde heeft. Zeker hierdoor is het een mooi boek. Wie niet van politiek houdt, bijt zich even door die korte passages. Het verhaal hangt er gelukkig niet vanaf.
Wayne Johnston – Kolonie van onvervulde dromen, (vert. M. Gossie), De Geus 2000
Leestips:
Van dezelfde schrijver:
De hoeder van het paradijs
De zeevaarder van New York
Een ander liefdesverhaal uit Newfoundland:
Michael Crummey – Illusies
Nog meer literatuur zich afspelend in Newfoundland:
Micheal Crummey – Rivierdieven
E. Annie Proulx – Scheepsberichten
of Nova Scotia:
Alister MacLeod – Geen groot verlies
Over de Transatlantische Kabellegging:
John Griesemer – Signaal en ruis