Tomas Bannerhed – Waar de vogels vliegen

Daar is vader

Zweedse roman over 12-jarige jongen en de problemen met zijn vader.

Veengebieden, boerenbedrijven, stugge kleigrond, stof, sneeuw, onweer, meertjes en vooral veel vogels. Dit is het landschap waarin deze bijzonder sfeervolle roman zich afspeelt. In een dunbevolkt Zweeds landschap in de jaren zeventig-tachtig, waar sommige boeren met hun tijd meegaan en steeds meer land kopen om met nieuwe landbouwmachines sneller en efficiënter te kunnen verbouwen.

Niet de vader van de twaalfjarige Klas, die met zijn ouders en zijn jongere broertje Göran op de boerderij ‘De Afzondering’ woont. Zijn vader Agne doet zoals zijn voorvaderen het nog deden: bijna alles met de hand zaaien, aardappels poten, koeien melken. Een enkele machine helpt, maar het werk blijft zwaar.

Agne vindt dat Klas vaker met het werk moet helpen; hij moet tenslotte het familiebedrijf overnemen en dus zal hij zo vroeg mogelijk alles moeten leren. Agne komt eigenlijk ook best wat handen te kort op de boerderij, maar dat zal Klas een zorg zijn. Hij vlucht weg in het vogelrijk, leert vogels en hun geluiden kennen, slaat er boeken over op na en is hard op weg om een vogelexpert te worden.

Klas vlucht niet alleen de natuur in omdat hij niet op de boerderij wil werken. Zijn pessimistisch geaarde vader bederft regelmatig de sfeer van het leven op de boerderij, wat zijn moeder soms tot wanhoop drijft. Agne ziet overal naderende rampen: droogte die weldra zijn gewassen zal doen sterven, koude, wind, onweer; de natuur zit vol met gevaren voor het boerenbedrijf. Angstvallig noteert Agne elke dag de barometerstanden, temperatuur en andere weersomstandigheden; het is duidelijk: Agne kampt met psychologische problemen.

Op een dag komt Klas Veronica tegen, het nieuwe meisje in de buurt. Tot zijn verbazing wil ze wel met hem meekomen om vogels te spotten. Zijn leven maakt een draai, het jongetje wordt een puber en worstelt met de liefde.

Maar Klas’ grootste gevecht is hoe hij met zijn vader moet omgaan: moet hij hem haten, moet hij een goede zoon spelen om de goede vrede te bewaren, moet hij medelijden met hem hebben, kan hij weg blijven lopen? Zijn kleinere broertje verschanst zich bij het minste geruzie in zijn kamer, zijn moeder doet immer verwoede pogingen de lieve vrede te bewaren en bakt koekjes, kookt lievelingsgerechten, maakt het huis gezellig, maar het mag allemaal niet baten. Agne verplaatst zijn bed naar de stookkelder en begint midden in de nacht te werken op zijn schroothoop die centraal op het erf steeds groteskere vormen aanneemt.

Vanaf de eerste bladzijden wordt je het platteland opgetrokken, zie je uit over het onbarmhartig veenlandschap, maar is ook het geluk tastbaar wanneer Klas een speciale vogel hoort of het nest ontdekt van een zeldzame watervogel. De sfeer thuis is niet altijd zo slecht. Soms zijn er kleine familie-uitjes of momenten wanneer de koektrommel de ronde doet en het gezin gelukkig lijkt. Zo beroerd is Klas’ leven nou ook weer niet en het is daarom dan ook niet het verhaal dat dit boek sterk maakt, maar vooral de sfeer en de stijl waarin het verhaal wordt verteld: vol met kleur en beeldende impressies.

Het verhaal wordt verteld door Klas zelf, die nog te jong is om alles te verklaren wat er gebeurt en te onzeker en onwetend wanneer hij er op uit trekt met Veronica. Zo heeft hij geen idee wat hij wordt geacht te doen wanneer hij alleen met haar is. Klas is bang voor het zwarte oog boven zijn bed en tijdens onweer is het de kans op brand die hem wakker houdt. Fantasie en werkelijkheid lopen regelmatig door elkaar, de afloop van gebeurtenissen wordt soms weggelaten, net zoals het niet duidelijk is hoe ver heen zijn vader is, waarom Veronica is vertrokken en of zijn broertje nu erg jong is of een beetje simpel. Terwijl de sfeer thuis meestal somber is, zijn de scènes in de natuur van een heerlijke luchtigheid en die afwisseling tezamen met de ietwat naïeve kijk op de wereld van Klas, maken dit boek zo speciaal.

Deze debuutroman kreeg in 2011 de belangrijkste literatuurprijs van Zweden (de August Prijs). Het is een mooi geschreven roman over hoe een jongetje worstelt met zijn puberteit en over zijn gevecht om de liefde voor zijn vader.

Tomas Bannerhed – Waar de vogels vliegen (Korparna, vert. Maydo van Marwijk Kooy), De Geus 2013

Leeslinks
Scandinavische plattelandsromans:
Jonny Halberg – De grote overstroming
Per Petterson – Heimwee naar Siberië
Gemengde gevoelens over vaders:
Domenica Starnone – De straat der klachten
Richard Russo – Schadevolle jaren
Peer Engels – Tinnen schreeuw
Najat El Hachmi – De laatste patriarch
Marie Hermanson – Paddenstoelen voor Madeleine
Marina Lewycka – Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne
Steve Toltz – Een fractie van het geheel