T.C. Boyle – Verloren nachten

Vrijheid kent zijn grenzen

Amerikaanse roman over een Californische hippiecommune die naar Alaska verhuist.

Het is 1970 en Star woont al enige tijd in de commune van Drop City in Noord-Californië. Ze is er aangekomen samen met haar vriend en oud klasgenoot Ronnie, die zichzelf nu Pan noemt. Het motto van de commune is “Vrede, vriend, we zijn allemaal broeders en zusters”. Wat inhoud dat er vrije seks is, dat een ieder zich mag aansluiten en iedereen doet wat hij wil.

Maar Star is toch tot de conclusie gekomen dat ze niet zo dol is op vrije seks en wil niet meer met iedereen het bed in. Ook heeft ze bepaalde gevoelens toe naar Ronnie die behalve met haar het regelmatig met Merry en Lydia doet. Tot de dag dat Marco zijn intrede doet in Drop City en haar vanuit zijn zelfgebouwde boomhut uitnodigt bij hem te komen.

In het weekend komen er de toeristen, waarvan enkelen blijven hangen. Ook komt er op een dag een groepje gekleurde jongens aan met hun zwarte muziek en gitaren. Ook zij blijven er wonen: Drop City staat open voor iedereen ongeacht hun kleur.

Maar in het blijde leventje van dansen, eten, drinken en drugs komen langzaam scheurtjes. De wc’s voldoen niet meer en niemand die mee wil helpen nieuwe wc’s aan te leggen zodat langzaam maar zeker het hele terrein één grote poepdoos wordt. Als er op een nacht een 14-jarig meisje wordt verkracht, worden de eerste mensen gesommeerd op te stappen. Maar het einde van Drop City lijkt pas echt in zicht wanneer de grondlegger en stilzwijgende goeroe Norm een ongeluk krijgt en vervolgens te horen krijgt dat het terrein ontruimd gaat worden. Daarom oppert hij het plan om Drop City te verhuizen naar de hut van zijn oom in de koude wildernis van Alaska.

In de ruige natuur van Alaska, nabij het dorpje Boynton aan de Thirtymile rivier, heeft Pamela besloten om Sess Harder te trouwen. Een man die in de wildernis woont en leeft van het land door jagen, stropen en vissen. Ze heeft genoeg van de gewone consumptiemaatschappij in de grote stad en wil terug naar de natuur, waarvoor ze 3 mannen had benaderd die haar wat leken en tenslotte werd Sess de gelukkige. Sess, die het vak van de oude Lester had geleerd, was ook de beste in het overleven. En hij was helemaal verguld een vrouw te krijgen in zijn eenzame blokhut, alleen te bereiken via de Thirtymile, zomers wanneer het eeuwig licht bleef met een kano, ’s winters tijdens de lange nachten over het ijs met de sledehonden.

Het is niet lang na de bruiloft van Pamela en Sess als het hippiecircus zijn entree maakt in Boynton. Sess en Pamela beseffen met schrik dat ze deze lange koude winter buren gaan krijgen.

Het verhaal over een groep zorgeloze hippies die besluiten het laatste stukje ongerepte Amerikaanse natuur te betreden zonder zich bewust te zijn van de gevaren, geeft tevens een mooi portret van de hippies uit de jaren 60-70. Groepen mensen die zich terug willen trekken uit de maatschappij in een vrije samenleving, maar die toch stuiten op de nodige problemen. Dat ook de natuur gevaar kan opleveren, zoals wilde dieren en kou in Alaska, hadden ze zich nooit beseft. De generatie werd ooit de ‘bloemenkinderen’ genoemd en zo heeft T.C. Boyle ze ook beschreven. Met bloemen in het haar, blootsvoets, zorgeloos als kinderen betraden zij de wildernis van Alaska.

Hoe gevaarlijk en georganiseerd het leven daar is, laat het leven van Sess Harder zien. Ook hij heeft voor een teruggetrokken leven gekozen, maar het is hard werken geblazen om de winter door te komen. Pamela maakt ook een bewuste keuze en gaat om precies dezelfde rede de wildernis in als de hippies in een commune gaan. Alleen kleedt ze zich niet zo excentriek en vraagt de hippies dan ook verbaasd waarom ze zo gekleed moeten gaan. Want uiteindelijk blijken Pamela en Star uit hetzelfde hout gesneden te zijn. Star is misschien als een van de weinige van de Drop City-groep zich bewust van enkele falende processen zoals dat iedereen maar doet wat hij wil en zoals het feit dat vrije seks alleen maar door de mannen lijkt te zijn uitgevonden. Haar keuze tussen haar oude vriendje Pan, die de kantjes eraf loopt betreffende de communale geest, en de hard werkende Marco is op een bepaald moment geen moeilijke keuze meer.

Wanneer de aftandse schoolbus vol hippies het afgelegen Boynton binnen rijdt en de boel op zijn kop zet door hun muziek, gedans en gezuip komen we in een van de mooise scènes uit het boek. Vereenzaamde bushgekken worden opeens geconfronteerd door schaarsgeklede meisjes die niets te gek vinden en de rokken hoog opschorten wanneer ze op schoot klimmen. Twee vrije culturen komen samen, want het leven in de wildernis van Alaska heeft meerdere dingen gemeen met een commune uit Californië. In beide gevallen trekt men zich terug in de natuur en probeert men van het land te leven. In beide gevallen doet men dit meestal als protest tegen een samenleving waaraan ze niet meer willen deelnemen. In beide gevallen kiest men voor een zekere vrijheid, alleen is die van een commune een losgeslagen vrijheid en die in de bush een vrijheid van ruimte en natuur.

T.C. Boyle is de auteur van al tientallen boeken over de Amerikaanse samenleving, waarin hij soms niet ver van het sarcasme bleef. In Verloren nachten steekt hij echter niet de draak met zijn personages of met hun cultuur. Sommige critici prijzen het boek als een van de beste portretten van de hippie-cultuur en hun teloorgang in de jaren ’70. De personages zijn dan ook karakters die de lezer al snel omarmt, behalve dan misschien de echte slechterik uit het verhaal, Joe Bosky, de veteraan uit Vietnam die als bushpiloot het gebied rond Boynton onveilig maakt. Naast de vermakelijke scènes die het verhaal soms opleveren en de muziek uit die jaren die voor de kenners af en toe van de bladzijdes zal schallen, is het boek ook nog eens spannend, want een bus vol hippies in Alaska vraagt natuurlijk om de nodige problemen.
Verloren nachten is een mooi verhaal over de idealen van een jeugd die niet volwassen wilde worden.

T.C. Boyle – Verloren nachten (Drop City, vert. Inge de Heer en Johannes Jonkers) Anthos, 2003

Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
Praat met mij
Twee klassiekers uit het hippietijdperk:
Jack Kerouac – Onderweg
William S. Burroughs – The Naked Lunch
Een Frans boek over Rome, New York en Vietnam in de 60-er jaren:
Marc Lambron – Vreemdelingen in de nacht
Over het Amerikaanse leven waarvoor de hippies wegvluchtten:
Richard Yates – Revolutionary Road
Andere boeken over de Amerikaanse maatschappij:
Jonathan Franzen – De correcties
Tom Wolfe – Het vreugdevuur der ijdelheden
Don DeLillo – Onderwereld