Geesten en beesten uit het verleden
Singalese roman over twee vriendinnen en een mislukte B-filmster.
Pontianak is een demon, gevreesd in de Indische-Aziatische wereld, die meestal wordt voorgesteld als een oude vrouw met hangborsten, of een bloedmooie vrouw die een gat in haar lichaam moet bedekken. Ook door dit verhaal lijkt een demon te waren: geen pontianak die het op zwangere vrouwen heeft voorzien, maar een demon die ervoor zorgt dat mensen hun geluk niet vinden.
Szu’s moeder speelde ooit de hoofdrol van een bloedmooie pontianak in 3 duistere horrorfilms: Ponti 1, Ponti 2 en Ponti 3. Het is het enige waar Szu op school mee kan pronken: haar filmsterrenmoeder Amisa, ook al heeft niemand ooit de films gezien of zelfs maar van ze gehoord.
Szu voelt zich lelijk, haar vader liet haar en haar moeder al jaren geleden in de steek, ze wordt altijd afgesnauwd door Amisa, wiens tanende schoonheid een andere bron van ergernis is en ze wordt op school of gepest, of genegeerd. Maar dan komt Circe in de klas, een andere eenzame leerlinge en zo vinden ze elkaar. Het zal een vriendschap worden van korte duur: tussen de naar aandacht smachtende Szu die in een vervallen huis woont met haar ex-filmsterrenmoeder en een tante die mensen probeert beter te maken met vage rituelen en Circe, een welopgevoed meisje dat in een groot huis woont, maar onzeker is en zich aan Szu optrekt. Het is een vriendschap met impact.
Jaren later werkt Circe als social media consultant voor een groot bedrijf, waar ze met haar dertig jaren maar nauwelijks de hippe jeugd kan bijbenen in het snelle Singapore, dat drijft op carrière maken en jonge meisjes die er alles voor geven om er als poppetjes bij te lopen. Circe heeft een lintworm die ze met medicijnen bestrijdt, maar ze vertelt niemand erover. Wanneer ze de opdracht krijgt een campagne te ontwerpen om de oude Ponti-films als cult te doen herrijzen, vallen de herinneringen niet meer te stoppen: de vriendschap met Zsu, de ontmoeting met Szu’s vreemde, liefdeloze moeder, de dood van Amisa en het einde van de vriendschap met Szu. Tegelijkertijd overvalt haar een zekere schaamte.
Het is het verhaal over een vriendschap tussen twee 16-jarige meisjes, die zich aan elkaar vastklampen omdat ze niet passen in de groep van populaire meisjes en met het nodige commentaar zich proberen een positieve houding te geven tegenover hun falen. We kennen allemaal zo’n periode van pubertijd, waarin we wanhopig op zoek zijn naar een eigen identiteit, waarin we de grote wereld ontdekken en waarin veel dingen indruk maken, zoals Circe die nog nooit in zo’n armoedig huis met vreemd huishouden en eigenaardige moeder was geweest als dat van Szu, net zoals Szu nog nooit in zo’n groot en mooi huis was geweest met een aardige moeder (en een leuke broer), zoals dat van Circe.
Ook het verhaal van Amisa zelf komt aan bod. Hoe is zij toch zo’n liefdeloze, mopperige vrouw geworden? Het is het bekende verhaal van een prachtige meid van het platteland, die naar de hoofdstad vertrekt om haar geluk te beproeven. Het geluk lijkt haar toe te lachen: ze vindt een lieve man die haar ten huwelijk vraagt en dan ontmoet ze iemand die een filmster van haar wil maken. Amisa liet haar ouders achter, broers en zusjes, maar vooral haar lievelingsbroertje, die op de dag dat ze auditie doet voor de film, wordt begraven.
Het lijkt wel of de pontianak in haar is gevaren: Amisa heeft niet de kracht meer om wat van haar huwelijk te maken. Nadat de films geen spatje beroemdheid blijken op te leveren, laat staan een uitdagende rol in een nieuwe film, blijft ze humeurig en gedesillusioneerd en gaat weer terug naar haar oude baantjes. Als ze Szu krijgt, blijkt een om aandacht vragend kind al helemaal geen oplossing voor haar ongelukkige leven te zijn.
Het accent ligt echter op de korte vriendschap tussen de twee vriendinnen. Geen uitzonderlijke vriendschap: tot elkaar verbonden omdat ze niet zo mooi waren, omdat ze onzeker waren. Vooral Szu heeft de aandacht nodig van Circe, die door haar nieuwsgierige aard, meer een haat-liefde tegenover de soms dreinende Szu ontwikkelt. Toch was het een vriendschap die niet makkelijk werd vergeten: draaide de vriendschap misschien toch rondom Samira? Het was haar schuld dat Szu zich zo ongelukkig voelde. Aan de andere kant was Circe wel nieuwsgierig naar een vrouw die eens op het witte doek straalde. De enige keer dat ze alleen was met Samira, maakte grote indruk op haar, ook al gebeurde er toen niet veel.
Geen van de drie vrouwen uit deze roman is ronduit sympathiek: Samira zet niet genoeg haar schouders onder het leven, net zoals haar dochter, die als een zombie rondhangt. Maar ook Circe is ietwat verveeld en kan niet kiezen.
Het is een origineel verhaal, spelend in een stadstaat waar vandaan niet veel literaire stukken komen. De benauwdheid, de luchtvervuiling en de hitte worden meerdere malen opgevoerd om situaties nog broeieriger te maken. Het geeft deels dat donkere effect aan het verhaal, waarin het niemand lukt zijn ongelukkige leven te verbeteren. Een geslaagde roman uit het verre Singapore.
Sharlene Teo – Ponti (Ponti vert. Hien Montijn) De Bezige Bij 2018
Leestips:
Over twee vriendinnen:
Andrea Abreu – EzelsbuikAndrea Abreu – Ezelsbuik
Elena Ferrante – De Napolitaanse romans
Tara Isabella Burton – Social creature
Uit het drukke, moderne Azië:
Tash Aw – Vijfsterrenmiljardair
Tao Lin – Taipei
Nog een indrukwekkende roman over vriendschap:
Hanya Yanagihara – Een klein leven