Sandro Veronesi – Zwarte september

De laatste zomer in Fiumetto

Italiaanse roman over een zomer om nooit te vergeten.

Er zijn tijden die worden gekenmerkt door heftige politieke gebeurtenissen, zoals de moord op president Kennedy in 1963, of de aanval op Amerika op 9/11 in 2001. De Olympische Spelen in München in 1972 staan bekend om het bloedbad dat volgde nadat de Palestijnse terreurgroep Zwarte September Israëlische atleten in gijzeling namen. Ook de roman Zwarte september speelt in dat jaar, maar de twaalfjarige hoofdpersoon Gigio Bellandi, heeft aan het einde van deze zomer andere dingen aan het hoofd. Ook voor hem kleurde die maand september pikzwart.

Het is vijftig jaar later wanneer Gigio, getrouwd en met kinderen, terugkijkt op deze beladen tijd. Het was de zomer dat hij zijn eerste verliefdheid beleefde. In die tijd ontvluchtten Gigio, zijn zusje Gilda en zijn ouders de hete zomermaanden in de stad en verbleven aan zee in de kleine badplaats Fiumetto.

Deze zomer was een beetje anders. Zijn vader, een strafrechter, was vaak afwezig wegens zijn werk in Florence, en wanneer hij kwam sleepte hij Gigio mee op eindeloze zeiltochten. Gigio’s moeder met haar flamboyante rode haar uit Dublin hield een strak schema aan voor haar dochter Gilda, die hetzelfde rode haar had en last en sproeten kreeg van de zon. De stranddagen werden daarom behoorlijk ingekort. Zo begon een ietwat saaie zomer voor Gigio. Want zijn vrienden zag hij amper en ook de parasol naast de plek die zijn familie altijd bezette op het strand, bleef regelmatig leeg op de uren dat hij met moeder en zus zich kon koesteren op het warme zand.

Onder deze parasol zouden de vrouw en dochter van Lucide Raimondi moeten zitten, een rijke zakenman. Maar ook zij lieten vaker verstek gaan op het strand dan in andere jaren. De prachtige Ethiopische Mesy en haar licht gekleurde dochter Astel waren voor sommige badgasten een bezienswaardigheid en ook Gigio observeerde ze stiekem wanneer ze er waren. Hij kon er dan ook niet over uit dat toen hij met de dertienjarige Astel in gesprek kwam, ze hem vroeg haar te helpen met Engels leren. Zo zette de twee kinderen zich aan vertalingen van gedichten en songteksten en kreeg de zomer niet alleen door de zon die warme stroperigheid.

Sandro Veronesi neemt zijn tijd om deze lome zomer in geuren en kleuren te beschrijven. Het is de zomer waarin het geluk voor Gigio langzaam roze vormen aanneemt: een eerste kus, een eerste liefde. Naast de tijd die hij met Astel doorbrengt, zit hij regelmatig gekluisterd aan de radio om sportwedstrijden te volgen, of hij is met zijn vader op het water. Dan is er nog het bezoek van zijn geliefde oom Giotti. De warme dagen kruipen voorbij en het lijkt op een eindeloze zomer. Totdat die in september abrupt tot een einde komt.

Sandro Veronesi heeft sinds zijn eerste roman uitkwam in 1984 (Il resto e il cielo) al een uitgebreid oeuvre op zijn naam staan. Een rommelende relatie tussen vader en zoon is een terugkerend thema en ook al lijkt het niet het hoofdthema in Zwarte september, de zeiltochtjes van Gigio en zijn vader zijn belangrijke scènes waarin Gigio zich probeert af te zetten tegen de vaderlijke macht. Uiteindelijk zal ook in deze roman blijken dat Veronesi de relatie tussen een zoon en zijn vader spannender vindt dan die met zijn moeder en heeft hij de vader een grotere rol toebedeeld dan de moeder.

Zwarte september leest lekker weg, ook al is de aanloop naar het drama behoorlijk lang. Maar de beelden van vroegere hete zomers, toen we als kinderen nog geen idee hadden van een boze wereld, we ons begroeven in het warme zand en ons in de verkoelende golven wierpen en de eerste vlinders in de buik ons onrustig maakten, vullen de pagina’s met een zekere nostalgie. Dat alleen al maakt het boek het lezen waard.

Sandro Veronesi – Zwarte september (Settembre nero, vert. Welmoet Hillen), Prometheus 2025

Leestips
Van dezelfde schrijver:
In de ban van mijn vader
Kalme chaos
Troje brandt
Onaangeraakt
Er zijn van die zomers:
Monika Fagerholm – Mooie vrouwen aan het water
Alex Schulman – De overlevenden
Gianfranco Calligarich – De laatste zomer in de stad
Andrea Abreu – Ezelsbuik
Vaders en zonen:
Domenico Starnone – De straat der klachten
Andrew O’Hagan – Onze vaders
Neil Jordan – Zonsondergang met een zeemonster