Robert Seethaler – Het veld

Hallo, hallo, hoort u mij?!

Oostenrijkse roman over dorpelingen vanuit hun graven.

Er zijn heel wat kerkhoven te vinden in de literatuur. Nathan Englander schreef een hilarisch verhaal over een man in Buenos Aires die stiekem joden met een zondig verleden naar het joodse kerkhof smokkelde (Het Ministerie van Buitengewone Zaken). In Het Ministerie van Opperst Geluk van Arundhati Roy heeft een transgender haar hofhouding in Dehli (India) naar een begraafplaats verhuist en leeft er tussen de doden. Er zijn ook verhalen waarin de doden vanuit hun graf een stem krijgen, wat tot hilarische taferelen kan leiden, zoals Onder de zoden van Maírtín Ó Cadhain en Lincoln in de bardo van George Saunders.

Robert Seethaler is echter meer beschouwend dan onderhoudend met zijn verhalen, die uit de graven opstijgen. Een oude man, die zijn dagen op het oude gedeelte van een kerkhof slijt, meent het onverstaanbare gemurmel van de doden te horen. Wat zouden ze zeggen, de doden die de geschiedenis de rug hebben toegekeerd? Hoe voller het Veld, zoals dat gedeelte van het kerkhof wordt genoemd, hoe meer het dorp verandert.

Onder de stenen liggen kleine verhalen van inwoners van Paulstadt. Het zijn normale mensen, met alledaagse verhalen, alhoewel die van pastoor Hoberg er wel wat uitspringt. Zijn dood wordt herinnerd door menig dorpeling. Een andere dode, de gokverslaafde Lennie, probeert zijn leven goed te praten en legt uit hoe hij zijn grote liefde verloor. Ook het onderwerp van deze liefde is niet meer en doet een boekje open over hun verhouding. Net zoals Martha, die haar schoenenwinkel verloor, vertelt over haar huwelijk met Robert, terwijl Robert de andere kant van hun relatie uit de doeken doet. Er is de postbode die over zijn rondjes vertelt, of Heide, die zich alle mannen die ze heeft lief gehad probeert te herinneren. Elke persoon heeft een andere stem, een andere stijl of zelfs alleen maar één woord: “Idioten!”. Soms herken je andere mensen in hun verhaal, een enkel keertje kom je wat meer over het dorp te weten.

Robert Seethalers vorige boek Een heel leven werd genomineerd voor de Man Booker Prize en bekroond met diverse prijzen. Ik vraag me af of deze bundeling van verhalen, want zo komt dit boek over, wederom in de prijzen zal vallen. Seethaler kan goed schrijven, maar daarmee red je het niet. Deze verzameling verhalen hangt een beetje als los zand aan elkaar. Het dorp komt niet goed uit de verf en het is jammer dat ook de verhalen van de doden elkaar niet vaak genoeg kruisen. Was Seethaler er op uit om zomaar een dorp een gezicht te geven, dan is dat ‘m niet gelukt. Wilde hij de doden een stem geven? De verschillende karakters met hun uiteenlopende levens zijn met veel liefde gecreëerd, maar Het Veld is niet genoeg om deze doden te verenigen in een overtuigend verhaal.

Robert Seethaler – Het veld (Das Feld, vert. Liesbeth van Nes), De Bezige Bij, 2019

Leestips
De doden op het kerkhof vertellen (en schelden):
Maírtín Ó Cadhain – Onder de zoden
George Saunders – Lincoln in de bardo
Een graf zoeken op de begraafplaats:
Seumas O’Kelly – Het graf van de wever
Over zomaar een dorp:
Jon McGregor – Reservoir 13
Saša Stanišić – Nacht voor het feest
Juli Zeh – Ons soort mensen