Michael Crummey – Rivierdieven

Indianenverhalen

Meeslepend verhaal over kolonisten en indianen begin 1800 in noordelijk Newfoundland.

John Peyton woont in de wildernis van Noord-Newfoundland met zijn vader en Cassie, een vrouw die hem lesgaf en het huishouden deed in hun zomer- en winterverblijf. Ze leven van de jacht op klein wild en visserij. Het gebied, waar vroeger de micmac-eskimo’s en de Beothukindianen vreedzaam samenleefden, wordt nu regelmatig opgeschrikt door kleine confrontaties tussen de nieuwe bewoners, de Engelse kolonisten, en de oorspronkelijke bewoners, de Beothukindianen. De indianen roven vallen, verbranden soms huizen en vermoorden een enkele keer zelfs een kolonist. De kolonisten op hun beurt slaan terug met strafexpedities waarbij ook de nodige doden vallen.

De Engelse regering had in 1810 besloten dat de indianen voor uitroeiing moesten worden behoed en stelde de Beothukindianen onder bescherming van de Engelse kroon. Daarvoor moest er eerst een vriendschapsband met hen worden opgezet en hiervoor werd marineofficier David Buchan erop uitgestuurd. Buchan leefde volgens de letter van de wet, terwijl de kolonisten, die aan het ruige leven met de indianen gewend waren, hier anders over dachten. Hij kreeg vooral te maken met vader en zoon Peyton, die beide hun eigen ideeën over de indianen hadden. Waardoor niet iedereen eerlijk was tegen elkaar. Maar doordat er hoge beloningen werden uitgeloofd voor elke vriendschapsband die met een indiaan kon worden gesmeed, stemden de Peyton’s in Buchan met zijn expedities te helpen.

De karakters van de hoofdpersonen worden prachtig uitgewerkt: de jonge Peyton, wars van alle geweld op de indianen, die een oogje op Cassie heeft, maar die denkt dat zijn vader al wat met haar heeft, wordt ouder en krijgt de leiding van zijn vaders bedrijf en moet hierdoor een stel ruige mannen commanderen, zoals Richmond die nooit te beroerd is geweest een indiaan te doden.

Zijn vader Peyton, een oude kolonist, die recht door zee is, maar in zijn verleden ook betrokken is geweest bij de laffe moord op een stel indianen. Hij ziet niets in Buchan’s vredesmissie.

Cassie is bij Peyton gaan werken nadat haar moeder was overleden. Haar vader was een dronkelap die een soort bordeelkroeg van de laagste allooi bestierde in St. John en ze was blij weg te kunnen daar.

Buchan tenslotte, die weinig begreep van het overleven in de wildernis en die enkel rechtvaardigheid voor de indianen wilde.
Er omheen zijn er soms droevige verhalen: over Reilly, die als dief uit Londen naar Newfoundland werd verbannen en over Richmond, wiens net opgebouwde familienederzetting door de Engelsen werd platgegooid, nadat zij een deel van Newfoundland op de Fransen hadden veroverd. En dan natuurlijk de verhalen over vroeger zoals over de moord op kolonist Miller en over beruchte strafexpedities.
De roman speelt zich af in de indrukwekkende natuur van een ruig klimaat, waar wild wordt gevangen, waar in snel stromend water wordt gevist en waar levensgevaarlijke expedities over bevroren rivieren worden uitgezet.

Deze combinatie van geschiedenis – sterk uitgebeelde natuur en prachtig dramatisch uitgewerkte karakters – maakt het verhaal van Rivierdieven zeer aantrekkelijk.

De jonge schrijver Michael Crummey gaat verder dan bijvoorbeeld een Wayne Johnston, omdat hij verrassende karakters neerzet. Het is niet alleen een historisch verhaal over de Peyton’s en de Beothukindianen, maar het is ook een meeslepend liefdesdrama.
Crummey , die is opgegroeid o.a. aan het Red Indian Lake in Newfoundland, heeft er juist voor gekozen niet alleen een boek over de Beothukindianen te schrijven, een volk waarvan de laatste vertegenwoordiger in 1829 stierf in St. Johns (Newfoundland), hij werd ook geïntrigeerd door de kolonist Peyton en zijn zoon en heeft hier omheen een prachtig verhaal gecreëerd. Hij heeft al enige prijzen met zijn poëziewerk gewonnen, maar deze debuutroman is zeker ook een prijs waard: een beeldend en meeslepend geschreven verhaal over kolonisten en indianen, maar vooral over liefde, verzwegen waarheden en teleurstelling. Het boek laat je vanaf de eerste pagina niet los.

Michael Crummey – Rivierdieven (Riverthieves, vert. Arthur de Smet), De Geus 2004

Leestips
Van dezelfde schrijver:
Illusies
Over Newfoundland:

Wayne Johnston – Kolonie van onvervulde dromen
Over de laatste indianen rond New York:

Beverly Swerling – Stad van dromen
Een expeditie naar Amerika:
Laila Lalami – La Florida