Kjersti Annesdatter Skomsvold – Hoe harder ik loop, hoe kleiner ik ben

Hoe laat is het?

Noorse roman over een oude, eenzame vrouw.

Eenzaamheid wordt ook wel de ziekte van de moderne wereld genoemd. Eenzaam sterven is een schrikbeeld geworden voor veel mensen, vooral voor ouderen, die in moderne culturen worden weggestopt in tehuizen. Tijdens de eerste corona-golf trad dit onderwerp in de schijnwerpers, omdat veel stervende ouderen hun geliefden niet meer mochten zien en helemaal alleen de duisternis in gleden. Daar is men dan ook gelukkig van teruggekomen.

De kracht van literatuur is het kunnen schrijven over dit soort droeve onderwerpen, zonder dat het boek tot één groot tranendal vervalt. Humor kan zelfs in de meest nare omstandigheden wonderen doen, mits je die wel goed weet te doseren. De Noorse schrijfster Kjersti Annesdatter Skomsvold is hierin glansrijk geslaagd. Haar verhaal over de eenzame Mathea neigt naar absurdisme en zwarte humor, een prachtige combinatie met zo’n zwaar onderwerp.

Mathea leeft alleen in een flatje, haar man Epsilon alweer een tijdje onder de zoden, ook al is hij voor Mathea niet geheel uit haar leven verdwenen. Ze praat nog wel eens met hem, alsof hij nog aan de keukentafel zit. Mathea is al haar hele leven niet goed geweest in contacten met andere mensen, zeker niet nadat de bliksem haar had getroffen. Maar nu Epsilon er niet meer is, voelt ze zich pas echt eenzaam. Bovendien weet ze dat de dood op haar wacht. Ze maakt zich zorgen of er dan wel mensen zouden zijn die zich haar herinneren. Daarvoor maakt ze een kistje met erin haar persoonsgegevens om stiekem in het grasveld voor het appartement te begraven. Gewoon opdat mensen het vinden en zich haar herinneren.

Misschien was dat kistje geen goed idee, dus denkt Mathea verder over hoe ze weer onder de mensen kan komen, opdat iemand zich haar herinnert wanneer ze dood is. Maar het kost haar heel wat moeite om de deur uit te gaan. Om boodschappen te doen bijvoorbeeld. Zo lukt het haar bijvoorbeeld niet om de kassière aan te spreken om te vragen of die het potje gekochte aardbeienjam open kan krijgen, wat haar maar niet lukt. Of ze twijfelt hevig of ze wel aanwezig moet zijn op het feestje ter verwelkoming van de nieuwe huisbaas. Of dat ze naar het buurthuis moet gaan, die avonden organiseert voor eenzame ouderen. De enige met wie het lukt enkele woorden te wisselen, is de zwerver die haar telkens wanneer ze zich buiten waagt, vraagt hoe laat het is.

Dus is Mathea grotendeels thuis en heeft ze ellenlange dagen vol mijmeringen die door heden en verleden glijden. Vaak herinneringen aan haar huwelijk met Epsilon, een man wiens beroep het was kansberekeningen te maken voor de overheid. Of over haar vroege jeugd, waar niet veel liefde viel te bespeuren. Vroeger bakte ze nog schalen vol meringues die vooral haar hond Stijn at. Maar ook die is er niet meer, dus breit ze alleen nog maar oorwarmers, die haar man nodig had voor zijn koude oren. En bladert ze door de krant, voornamelijk geïnteresseerd in de overlijdensadvertenties, gewoon om te zien hoe die van haar er ooit zal uitzien. Verder kijkt ze tv, naar de show met haar favoriete anchorman, die voor haar een anker is in de lange avonden.

Gaandeweg krijgen de herinneringen, acties en monologen van Mathea een licht absurdistisch trekje. Mathea is niet alleen heel eenzaam, maar heeft ook een sociale fobie of is licht autistisch. Waardoor humor de strijd aangaat met aandoenlijkheid. De schrijfster steekt net niet de draak met Mathea, maar veel van haar acties neigen wel naar heerlijk zwarte humor. Het is ook de kracht van het boek: juist doordat Mathea niet helemaal spoort, blijft het spannend voor de lezer, die deze verwarde dame onmiddellijk in het hart sluit. De schrijfster heeft alles optimaal gedoseerd: een traan en een lach. Hoe harder ik loop, hoe minder ik leef is een prachtig, ingetogen en toch indringend verhaal over eenzaamheid. Met liefde en zelfspot geschreven.

Kjersti Annesdatter Skomsvold – Hoe harder ik loop, hoe kleiner ik ben (Jo fortere jeg går, jo mindre er jeg, vert. Willem Ouderkerk), Zirimiri Press, 2020

Leeslinks
Zelfspot en droefenis:
Mariana Leky – Dichterbij dan je denkt
Sara Baume – Stommelen stampen slaan
Erlend Loe – Naïef. Super
Over ouderen en eenzaamheid:
Yasmina Reza – Droefenis
Deborah Moggach – Gekkenhuis
Percy Kemp – Musc
Amélie Nothomb – Filippica’s