Jesús Carrasco – De grond onder onze voeten

De ontmenselijking  

Spaans verhaal over een man die alle menselijke waarden heeft verloren.

De vlucht was het eerste succes van de Spaanse schrijver Jesús Carrasco. Het is een prachtig, sober, angstig en eenzaam boek, waarin de natuur net zo meedogenloos is als de mens. De wereld waarin het speelde, bleef onbekend. Ook in zijn volgende boek – De grond onder onze voeten – betreden we een onbekende wereld. Tenminste, dat wil Carrasco graag. Voor de mensen die zijn geboortestreek kennen, spelen zijn verhalen duidelijk in de ruige Spaanse streek Extremadura. Maar in welke tijd is onbekend. In zijn nieuwe verhaal zet hij zelfs een fictief kader neer: een noordelijke grootmacht heeft het zuiden veroverd, de oorlog is afgelopen en dappere strijders worden beloond met een huis in het zuiden, dat door de noordelingen als een paradijs wordt beschouwd.

Zo ook Eva Holman, wiens man een hoge officier in het leger was, en zich heeft teruggetrokken in een zuidelijke kolonie (Spanje) om haar zieke man Josif te verzorgen. Op een dag vindt ze een vreemde, in vodden gehulde man in haar tuin. De man reageert amper. Omdat hij geen bedreiging vormt, besluit ze hem er te laten, ondanks het verbod op het omgaan met oorspronkelijke bewoners. Ze denkt dat de man, wanneer hij weer op krachten is gekomen, vanzelf zal verdwijnen.

Maar dat doet hij niet en Eva raakt geïntrigeerd, omdat de man af en toe wat voor zich uit brabbelt, wat in de aarde wroet en verder geen enkel menselijk trekje vertoont. Aan de hand van zijn legerjasje, dat duidelijk niet van hem is, en zijn haast onontwarbare zinnen die hij uitstoot, probeert Eva zijn leven te reconstrueren.

Eva en Josif wonen op een stukje land, even buiten het dorp, met een prachtig uitzicht, waarvan Eva enorm is gaan houden. Ze hebben niet veel contact met de andere bezetters. Eva luistert met bloedend hart naar de onbekende man, door haar Leva genoemd. Hij is van de verliezende partij, uit het land dat door het nieuwe rijk in beslag is genomen. Eva woont op grond van mensen, die ooit een gelukkige gemeenschap vormden. Leva komt er de aarde omwroeten: het is de aarde waar hij vandaan komt, waarin vrouw en kind zijn begraven, de aarde die zijn grootouders een rede van bestaan gaf. Eva begint te twijfelen aan de integriteit van het rijk: wat hebben we andere mensen aangedaan? In haar fantasie reconstrueert ze de barre omstandigheden die Leva heeft overleefd: een dodenreis in een vrachtwagen, jarenlang houtkappen in de kou in een gevangenkamp. Eva begint haar man, in wiens schaduw ze leefde en die hun zoon aan de oorlog opofferde, steeds meer te haten en er komt een opstandigheid op. Ze beseft dat menselijkheid van geen partij wil weten.

Het verhaal springt van het heden naar het verleden, in korte, klinkende hoofdstukken. Het is niet zeker wat echt is en wat in de fantasie van Eva is ontsproten. Ze probeert de gaten te dichten tussen de woorden van Leva, net zoals de lezer de hiaten in het verhaal zelf ook moet invullen. Pas aan het eind van het verhaal komt Leva zelf aan het woord en wordt duidelijk hoe een mens kan verworden tot een dierlijk persoon, in zichzelf opgesloten, zonder communicatie.

Van wie is de grond onder onze voeten? Het is een interessante vraag die dit verhaal oproept. Een actuele vraag, want weer zijn er oorlogen en volksverhuizingen gaande. Carrasco echter was vooral geïnteresseerd in het portretteren van iemand die alles kwijt was: zijn gezin, huis en land, waardigheid en emoties. Wederom heeft hij een toegankelijk verhaal geschreven, waarin soberheid en angst over een schitterende natuur heersen. De grond onder onze voeten is een prachtig staaltje literatuur en een waardige opvolger van zijn vorige roman De vlucht.

Jesús Carrasco – De grond onder onze voeten (La tierra que pisamos, vert. Arie van der Wal), Meulenhoff 2016

Leeslinks
Van dezelfde schrijver:
De vlucht
Terug naar huis
Over de Spaanse natuur en het land van de voorouders:
Luis Carrasco – Het hellen van een leven
Fantasieromans over oorlogen:
Christoph Ransmayr – Morbus Kitahara
Christian Kracht – Ik zal hier zijn bij zonneschijn en schaduw
Davide Longo – De verticale man